Raadgevingen van een ouwe rot


Beste vriend,
Met genoegen zie ik uit je laatste brief, dat je het plan hebt opgevat om bijen te gaan houden; en nu vraag je mij of ik je zo nu en dan van advies zou willen dienen en de vragen, die je als dom beginneling stelt, zoals je het zelf uitdrukt, zou willen beantwoorden.
Ik wil dit zeer zeker, maar ik zeg je er van te voren bij, dat dit slechts een aanvulling kan zijn; het houden en het behandelen van bijen is niet te leren door maar precies die handelingen te verrichten, die een ander je voorschrijft. Wanneer je werkelijk genoegen wilt beleven aan je nieuwe liefhebberij, zul je moeten beginnen met het bestuderen van de biologie der bijen, omdat dit de grondslag moet zijn van ieder ingrijpen, dat je als imker zult verrichten. Een zeer goede gelegenheid hiervoor biedt het maandschrift, waarin zoals je zult hebben gelezen Dr. Minderhoud een reeks van twaalf artikelen zal publiceren over „Het leven der Bijen". Verder raad ik je aan contact te zoeken met practische imkers in je omgeving, om ook met de behandeling en de omgang met bijen vertrouwd te geraken. Er zijn verschillende liefhebberijen, die men geheel uit beschrijvingen in boeken en handleidingen kan Ieren, de omgang met bijen echter leer je alleen in de practijk en wel het beste door bij een ervaren imker aanvankelijk toe te zien en langzamerhand hem bij de behandeling der volken te helpen. Tegelijkertijd kun je ook je eigen volkjes behandelen. Ook moet ik je aanraden, zodra je daartoe in de gelegenheid bent, een cursus in bijenteelt te volgen. Veel te weinig wordt van deze gelegenheid tot ontwikkeling, die de Regering de imkers biedt, gebruik gemaakt. Wordt in de afdeling, waarvan je lid bent, dit jaar geen cursus gehouden, spreek hierover dan eens met het Bestuur en zorg in de loop van de zomer twaalf deelnemers bij elkaar te krijgen, zodat in het najaar een cursus kan worden aangevraagd, de kosten à.f 1.25 per persoon kunnen geen bezwaar zijn. Dikwijls hoort men van afdelingsbesturen de klacht, dat juist de beginnende imkers niet aan de cursussen deelnemen, terwijl ze toch in hoofdzaak voor hen bestemd zijn.

Op je vraag hoe en met hoeveel volken je het best kunt beginnen, moet ik antwoorden: dat hangt van de omstandigheden af. Op het „hoe" antwoord ik in de eerste plaats: Begin in geen geval te imkeren met korven, dat wil zeggen met volken in z.g. vaste bouw. Er is een tijd geweest, 50 à 60 jaar geleden, dat op de zandgronden op vrijwel iedere boerderij bijen werden gehouden en het was logisch, dat men deze hield in korven. Het materiaal, het stro, werd verkregen uit eigen bedrijf, terwijl ieder imker zijn korven in de wintermaanden zelf vlocht. Hierdoor was dus voor de aanschaffing van de bijenstand of een uitbreiding zeer weinig kapitaal nodig. Bovendien waren in die tijd met korven zeer behoorlijke resultaten te verkrijgen. Je moet namelijk niet vergeten, dat in ons land toen nog uitgestrekte heidevelden bestonden, die nu voor een groot deel ontgonnen zijn. Ook de boekweit, die in Juli bloeit was toen voor de bijenhouders van zeer groot belang. Gedurende het voorjaar was op de zandgronden weinig dracht, vandaar dat velen naar de klei reisden om er van de voorjaarsdracht te profiteren. Ook in de zomer was op de zandgronden weinig te halen, zodat de zwermen dikwijls tot aan het begin van de boekweitbloei moesten worden gevoerd.
Sedert die tijd is echter de toestand totaal veranderd. Boekweit wordt niet meer verbouwd, daar de teelt niet meer rendabel is (uitgezonderd in de omgeving van Staphorst), de heidevelden zijn voor een groot deel ontgonnen en hebben plaats gemaakt voor bouw- en weiland in welke laatste de klaver, die als drachtplant voor onze bijen een belangrijke plaats inneemt, volop bloeit. Daar hierdoor dus zomers ook op de zandgronden de bijen een flinke dracht kunnen hebben is het mogelijk, dat er eind Juli reeds een overschot aan honig is.
Tevens wordt de landbouw veel intensiever bedreven dan vroeger, zodat men op de boerderij geen tijd meer heeft om in de zwermtijd voortdurend op de stand aanwezig te zijn om de zwermen te scheppen, dit te meer, omdat deze zwermtijd juist met de hooitijd samenvalt. Bij het houden van kasten heb je het voordeel, dat je deze kunt behandelen, wanneer het je zelf het beste gelegen komt, terwijl de korven in de zwermtijd voortdurend toezicht vereisen. Maar ook in economisch opzicht hebben de kasten in verband met de bovengenoemde zomerhonig een voorsprong, hetgeen uit het volgende voorbeeld moge blijken.
Stel dat in dezelfde streek een kastimker en een korfimker wonen, dan zal, wanneer voorjaar en zomer gunstig geweest zijn, de kastimker in de tweede helft van Juli hebben kunnen slingeren. De korfimker heeft dan goed ontwikkelde volken (zwermen) met ruim voldoende honigvoorraad, doch kan nog niet oogsten. Beide gaan nu naar de heide. Werkt het weer mede, dan zullen beide een behoorlijke hoeveelheid honig hier kunnen halen en zal er in de totale opbrengst niet zoveel verschil zijn. Werkt het weer niet mede, dan krijgen ze beide geen honing, de korfimker heeft dan in dat jaar in het geheel geen opbrengst van zijn stand (zoals in 1934), de kastimker heeft zijn zomerhoning als oogst.
Je ziet dus, dat bij een kastimker de kans op een totale misoogst veel geringer is dan bij een korfimker; wanneer de heide niet geeft, heeft de korfimker geen honig en het komt vrij dikwijls voor, dat hij zijn korven zwaarder naar de heide toebrengt dan hij ze er vandaan haalt.

Over het aantal volken zou ik het volgende willen zeggen. Begin nooit met één volk, doch minstens met twee. Wanneer je één volk bezit en er gebeurt iets met dat volk, b.v. het wordt moerloos, dan heb je dadelijk een verlies van 100%. Heb je echter dan nog èèn of enkele volken er bij, dan kun je met behulp van deze het mislukte volk redden, zodat het verlies veel minder wordt. Aan de andere kant zou je kunnen volstaan met het kopen van 1 bevolkte kast en enkele ledige. Zie je kans om behalve de bevolkte kast. ook nog een bevolkte korf te kopen tegen een schappelijke prijs, dan is het ook goed. Ik schrijf je later wel, hoe je de bijen hieruit in de kast kunt overbrengen. Of de korf wat oud en minder goed is komt er niet erg op aan, wanneer het volk maar prima is. Het beste kun je om bijen te kopen je wenden tot een der bestuursleden van je afdeling. Heeft hijzelf geen bijen over, dan weet hij onder de leden misschien wel iemand, die enkele volken wil verkopen. Bij de koop moet je dan afspreken, dat ze geleverd worden, zodra je een stal in orde gemaakt hebt, de beste tijd hiervoor vind ik in de tweede helft van Februari. Over de inrichting van een dergelijk stalletje en eventuele verdere gereedschappen schrijf ik je dan wel in een volgende brief, voor deze keer zal ik naar ophouden.

Met beste imkersgroeten,
WILLEM VAN DEN IEMENHOF.