Practische ervaringen.


Een rechtgeaard Imker ziet iedere maand verlangend uit naar zijn Groentje, teneinde er het een of ander in aan te treffen omtrent onze imkerssport. Zo is het ook met ondergetekende. Er is alsdan gelegenheid te oordelen over hetgeen daar in verhandeld wordt en zijn eigen practische ervaringen aan collega's mee te delen.
Telkens lees ik met aandacht "Wenken voor beginnende Imkers in Kasten of Korven". Het komt mij wel voor, als zou hoe langer hoe meer de korfteelt in gedrang komen tegenover de mobiel- of losse bouw. Wat moet toch de beginnende kastimker begerig en zich de lippen lekkend met aandacht het verslag van de honingoogst in de Wieringermeer hebben gelezen en de verzuchting geslaakt hebben: "had ik maar half zo veel per kast".
Alhoewel deze opbrengst bij uitzondering hoog is, kan ik er wel mede accoord gaan, daar deze zomer hier in Zeeland een goed verzorgd kastvolk op de klaverdracht ook wonderen heeft gedaan en wel tot 50 pond per volk. Bijna ieder jaar is de oogst per kast gerekend (zwermen buiten beschouwing latende) het 2 á 3-voudige van een korf en het is daarom voor mij onbegrijpelijk, hoe de korfteelt nog gehandhaafd blijft. In iedere streek kan toch met goed succes met de losse bouw worden gewerkt, met naar gelang van dracht, goede resultaten, opdat alzo een einde kome aan die moorddadige afslachting en het gemors en gesleur bij het oogsten en uitbreken. Immers behoeft dit bij kasten niet te geschieden en is men steeds in de gelegenheid alles goed zichtbaar te behandelen en in te grijpen. Ook de beschrijving van honingoogsten uit de korf tot en met slinger- en raathoning, beschreven in het December-nummer, geeft weer aanleiding tot nadenken bij het plan om beginnen te imkeren. Met de beste wil kan men met slinger- en raathoning, ook iedere soort afzonderlijk, uit de korf niet concurreren in kwaliteit en opbrengst met die uit kasten, dus volgens mij „Een wenk voor beginnende kastimkers".
Ik zou teveel ruimte vergen en daarom een volgende keer over de methode om raathoning in kasten te winnen.
ST.-J. H. C. B.

Naschrift Red. We zijn het met dhr. B. eens, dat we, waar mogelijk, dienen over te gaan tot de losse bouw.
Het oogsten uit korven is er echter in de laatste jaren zéér op verbeterd. Mits goed behandeld, is ook korfhoning een goed product.


Ik ben een trouwe lezer van het maandschrift en ik geloof niet mis te zijn als ik zeg, dat minstens 90% van de leden dat wel zijn; en nu staat er in het December-nummer weer van afsalpeteren en dan het laatste restje, dat niet bedwelmd is door salpeter, naar de zwavellap. Ja, dat is radicaal; ik heb ook vele malen aan dat walgelijke moorden gedaan. Mag ik U even vertellen hoe ik dat nu al jaren doe? Ik haal de korf binnenshuis (schuurtje met draaibaar lichtraam) de doek onder de korf, trek alle, of als de raten al te lang zijn een deel der spijlen, of als de korf heel lang is, snijd ik met een lang broodmes alle raten tussen korf en opzet door als de korf een poosje op de kop gestaan heeft. Met de opzetter er af te nemen heb ik dan meteen de bijen en kan de korf uitbreken; daar zit de honing en sporadisch een bij. Dan worden de opzetranden geledigd, spijlen er uit, raat voor raat met een zachte eenrijïge veger de bijen in een lege korf geveegd; afgelopen? Neen ! een andere lege korf, waarin een paar stukken lege raat netjes gespijld, komt nu op de lege korf, of wat ik nog vaker doe, ik ga met de korf met bijen naar de oude stand, neem een opzetrand, daar wordt een bijdoek ondergespannen. Vlug de bijen in die opzetrand geklopt en de lege korf met voorbouw er op, dan lopen de bijen omhoog. Het draairaam open, de achtergebleven bijen er vlug uit gejaagd, weer een andere korf, weer dito, tot drie toe; dan nóg drie, die ik tot de avond opberg en dan krijgen de eerste drie er ieder een van in de opzet en die lopen 's nachts op. Gevolg dikke zwerm. Eerst langzaam, later wat vlugger opvoeren. Ze zetten nog heel wat broed aan. In 't voorjaar mooie bijen en geen moordpartij.
En als men dat alles wat kalm doet met een beetje beroken, dan heeft men van steken geen last. Ik doe het vaak blootshoofds en met opgestroopte mouwen, in elk geval nooit een masker op. Ik doe het al vele jaren, 't bevalt mij best en raad ieder ijmker die geen beul wil zijn aan: probeer het eens, geen zwavel en geen salpeterlap. Want dat is ook nog een lapmiddel van niks.
Hoogachtend een bijenvriend,
B. BULLEMA, ZUIDHORN.
N.B. Ik behandel jaarlijks zo'n 60 à 80 korven op die manier. Een enkele jonge zwerm blijft in de korf en krijgt er dan ook een bij, een heel enkele, die niet goed oppast in de zomer, krijgt in September de zwavellap.