Ingezonden


Mijnheer de Redacteur,
Het volgende berichtje las ik in een Engels blad en is het misschien niet ongewenst het te doen volgen en onder de aandacht van onze leden te brengen.
„Het boenen van de vloer schijnt niet veel verband te hebben met de Ethiopische situatie. Maar het heeft het wel. Negen keer van de tien wordt boenwas gemaakt van bijenwas en dat was komt uit de nesten van wilde Abbessinische bijen. De tegenwoordige onlusten hebben gemaakt, dat onze bijenhouders op hun hoede zijn. Want als er geen Abbessinische was meer komt, zal er, om in de vraag aan was te voorzien, een sterke vraag naar Britse bijen komen".
Er moge enige anti-Italiaanse tendenz in schuilen, het lijkt toch wel gewenst, dat onze leiding zich eens de moeite geve om het na te speuren en, indien er waarheid in zou schuilen, onze bijenhouders en washandelaren te waarschuwen om hunne producten niet voor een appel en een ei af te staan. -- Misschien is er gelegenheid om door enige betere prijzen de laatste slechte jaren enigszins goed te maken. --
En wat voor „British bees" geldt, gaat ook voor de Hollandse bijtjes op!
Het is m.i. de overweging waard een commissie in het leven te roepen, die de zaak onderzoekt. Het beste zou zijn enige leden in den Haag te vragen, daar hier alle gewenste instanties bijeen zijn, t.w.: Departementen, In en Uitvoerbureau, etc.
Hoogachtend,
A. F. J. SIEGENAAR, van Merlenstr. 70, 's-Gravenhage.

Men schrijft ons:

Met medewerking van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut te De Bilt zal enige jaren achtereen in de omgeving van de Holterberg een dicht net van regenstations worden opgericht, teneinde te trachten, uit locale afwijkingen in de regenval te concluderen, welke invloed deze heeft op de bloei der heide.
De regenmeters zullen worden opgesteld aan de West- en Oostzijde van de heuvelrug en zullen onder controle staan van den beheerder van het observatie-station te Bathmen, die tot deze plaatsing het initiatief nam en die van het K.N.M.I. en van de vereniging voor Bijenteelt te Colmschate de volledige medewerking heeft.
De neerslag-waarnemingen zullen waarschijnlijk gepaard gaan met temperatuur-waarnemingen, teneinde ook eventuele vorst-beschadiging der bloemscheuten zo mogelijk vóór de bloei der heide te kunnen vaststellen. Alleen zolang de ontwikkeling der bloeischeuten plaats vindt zullen de waarnemingen geschieden. Men verwacht, dat in de toekomst langs deze weg den imkers menige vergeefse reis met de bijen naar de heide zal kunnen worden bespaard.

NOVEMBER 1935.
Warnsveld: 1-10 Nov. - 0.650 Kg.; 11-20 Nov. - 0.200 Kg.; 21-30 Nov. - 0.250 Kg.; totaal - 1.100 Kg.
Gemiddelde temperatuur 7.2°C., normaal 4.6 °C., een zachte maand dus. Op 17 dagen steeg de temperatuur nog boven 10°C., waaronder 3 dagen waren (1-3 Nov.) boven 15°C. In 2 nachten 24 en 26 Nov. vroor het een heel weinig. Hoogste stand 16.8°C. op 1 Nov., laagste 0.2°C. onder nul in de nacht van de 24e.
Neerslag 49.2 m.m., gemiddeld 50.7 m.m. Neerslag dagen 19, waaronder 7 met 1 m.m. of meer, normaal 15 en 10 dagen.
Bewolkingscijfer 7.6, gemiddeld 7.1. Heldere dagen 0, betrokken 12, normaal 3 en 16. Barometer 757.1 m.m., gemiddeld 762.3 m.m.
Het weer was zacht en kon voor het jaargetijde gunstig worden genoemd; de regenval was nagenoeg normaal. De maand was zo goed als vorstvrij.
Windverdeling : N. 5, N.O. 3, O. 6, Z.O. 27, Z. 36, Z.W. 14, W. 6, N.W. 3. Stilten 0 op 100 keer.
Vliegdagen. Op 1 en 2 Nov. kwam zeer goede op 3 en 10 Nov. goede vlucht voor, terwijl de vlucht op 16 en 24 zwak was. Het laatste stuifmeel kwam op 2 Nov. binnen.

Verbetering. In het October-overzicht (Dec.-nummer 1935) stond onder najaarsvoedering: Van de 9.6 Kg. suikeroplossing bleven er 5.7 over. Dit moet zijn werden er 5.7 Kg. ingedampt, zodat het verlies geen 40 doch zelfs ca. 60% bedroeg.

A. OONK.