Geeft de linde honig?


De vraag is dikwijls gesteld; omdat hierop in die Schw. Bienenz. S 148 van dit jaar een bevestigend antwoord wordt gegeven, deel ik dit hier mede. Uit Ringgerberg aan het Briennermeer kwam het bericht, dat daar de zomerlinde Tilia platyphyllus honig gaf, want als deze bloeide en het weder gunstig was nam het gewicht van een weegvolk opvallend sterk toe. Aan de rechteroever van het meer komt deze Linde talrijk verwilderd voor.

Nu is het bekend, dat in Zwitserland de Linde weinig of geen honig geeft, daarom werd aan de waarheid van dit bericht getwijfeld. Om zekerheid te verkrijgen werd een monster honig gevraagd om daarvan de pollen te laten onderzoeken. Fehlmann V.N. 22 S. 11 van 1911 schreef reeds, dat Lindepollen zelden in Zwits. honig voorkwamen. Op S 53 verklaart Fehlmann dit, door te schrijven, dat de hangende stand van de bloemen der Linde maakt, dat de pollen op de grond vallen, zodat er meer nectar wordt gehaald, dan uit de weinige pollen kan worden opgemaakt.

Zander V.N. 7 van 1935 S 216 betwijfelt dit en meent dat in Duitsland de Linde als nectargevende boom van weinig betekenis is. Prof. Ewert schrijft in die Nectarien D II N. 49 S. 66 de Krimlinde Tilia euchlora Koch heb ik 8 jaar gecontroleerd en ieder jaar talrijke bijen zuigend op de bloemen waargenomen.

Prof. Koch geeft op S. 11 van das Bienenwirtsch. Zentralblatt Jahrg. 1933 (VIII N. 31) op van 20 nectar halende bijen op de Linde hadden slechts 2 pollen. Juist daarom was het zo opvallend, dat het monster honig uit Ringgenberg 14% pollen van de Linde had. Dr. de Boer gaf op voor Ned. honig 4.94 %, zie blz. 405 van V. N. 66. Hierna zijn 11 monsters van 1933, 1934 en 1935 onderzocht, die allen een wisselende hoeveelheid pollen van de Linde hadden, behalve een monster, dat blijkbaar gewonnen was voor de bloei van de Linde.

De pollen van de Linde hebben een typische tekening, die, als zij eenmaal gezien zijn, dadelijk te herkennen zijn. Het aantal pollen van de Linde verschilt ieder jaar; in 1933 was het 7%, in 1934 26%, in 1936 23%. Om Ringgenberg behoort de Linde tot de planten, die jaarlijks honig geven. Veel nectar van de Linde geeft aan de honig een aangename smaak en geur. Vergelijkt men Lindehonig uit Zwitserland met Lindehoning uit andere landen, dan zijn er grote verschillen.

Een monster honig uit Bessarabie had 87% pollen van de linde en enkele pollen van mais (ik las een bericht, dat de mais overvloedig pollen geeft, de bloei is laat en komt ten goede aan het late broed). Een aardig voorbeeld van vervalsing van Zwitserse honig met buitenlandsche Lindehonig was het resultaat van het pollenonderzoek; er werden 29% Lindepollen gevonden en nog al veel pollen van boekweit. Deze wordt in Zwitserland niet verbouwd. Volgens Griebel en Zander komt honig uit Californie en Rusland op de markt, die bijna uitsluitend pollen van de Linde bevat.

Er is dus geen twijfel meer mogelijk, de Linde kan honig geven, maar het weder en de vochtigheid van de grond moeten gunstig zijn. De Linden aan het Ringgenbergermeer en de Linden aan de Warthe bij Landsberg - de standplaats van Prof. Ewert - zijn niet spoedig te droog. De meeste Lindesoorten komen voor in het Arboretum te Wageningen. Vele jaren heb ik daar het bezoek van bijen op de Lindebloesem gevolgd, ook op andere plaatsen in mijn omgeving, grote toename van het gewicht tijdens de bloei komt slechts nu en dan voor, zelfs al ziet men veel bijen op de bloemen van de Linde.

L. J. VAN RHIJN.

Naschrift Red. Wie zich van het honingen der Linde in zijn omgeving wil vergewissen, passe de nagelproef toe op een op de Lindebloesem zuigende bij; men heeft dan absoluut zekerheid. RED.