De meteorologische waarnemingen om de Holterberg


In verband met de reeds door ons gemelde meteorologische waarnemingen, welke om de Holter-, Haarler- en Nijverdalse berg thans zijn aangevangen, om daaruit zo veel mogelijk lering te trekken omtrent te verwachten heidebloei ten bate van het imkers-bedrijf, schrijft men ons thans nog het volgende:

De ontwikkeling van een plant is afhankelijk vooral o.a. van de voedselvoorraad in de bodem, terwijl daarnaast licht, lucht, water en een passende temperatuur een belangrijke invloed op de groei uitoefenen.
Bij onze cultuur-gewassen gaat de kweker door doelmatige bemesting de voedselvoorraad in de bodem op een behoorlijk peil brengen, liefst zoveel mogelijk in de juiste verhouding naar de behoeften van de plant. Voor de rest hangt de ontwikkeling van het gewas af van de bodem-bewerking en klimatologische invloeden, waarbij vooral de regen een belangrijke rol speelt. Het water is niet alleen het hoofd-bestanddeel, waaruit de plant is opgebouwd (70 à 80 pct), maar tevens het transport-middel, waarmee de voedende elementen welke de plant daarnaast behoeft, naar het plantenlichaam worden overgebracht.
Bij de in 't wild groeiende planten zou hoogstens van toevallige bodembewerking en bemesting sprake kunnen zijn. Hier speelt dus de neerslag de grootste rol, terwijl planten-sociologie ook een factor kan zijn. Deze laatste is echter nooit zo geheel afwezig als op onze heidevelden, waar de bijen-heide, de Calluna groeit. Hier is vrijwel geen sprake van samenleven van verschillende planten, die elkanders steun zijn.
Het feit, dat op een bepaalde bodemsoort een wilde plant welig tiert, wijst er op, dat de grondgesteldheid het meest overeenstemt met de eisen van de plant en dat het de klimatologische invloeden zijn moeten die de ontwikkeling er van bevorderen.

Teneinde nu ten opzichte van de heidebloei te trachten, vroegtijdig, voor enkele gebieden om de Overijsselse heuvelrug gelegen, de nuttige regenval te leren kennen, opdat de imker, vóór het te laat is, nog naar andere heide voor zijn bijen kan uitzien, worden van 15 April af hier weerkundige waarnemingen verricht. (Regenval en nachtvorst).
In verband met de hoeveelheid neerslag, gemeten tijdens de ontwikkeling der bloem-scheuten, zal enige jaren achtereen de ontwikkeling der heideplanten worden gecontroleerd. Teneinde bij beschadiging door nachtvorst geen foutieve conclusies te trekken, worden mede de laagste nacht-temperaturen geregistreerd.
Indien, naar verwacht wordt, de op touw gezette proeven wat zullen leren, dan is het vanzelf sprekend, dat de resultaten alleen voor het bewerkte gebied van waarde zijn.
Elke grondgesteldheid toch zal verschillende neerslag-minima kunnen eisen. Positieve of waarschijnlijke resultaten dezer onderneming zouden er dus alleen toe mogen leiden, elders ook waarnemingen van deze aard te ondernemen.