Het verslag van de honigoogst in Zwiterserland van het jaar 1935.


1. Hoe was de voedselvoorraad in het voorjaar?
Gering 10 (18), onder het gemiddelde 17 (48), gemiddeld 116 (125), goed 272 (336), zeer goed 177 (103).
2. Hoe was de sterkte der volken in het voorjaar?
Gering 4 (1), onder het gemiddelde 34 (14), gemiddeld 190 (114), goed 272 (336), zeer goed 44 (81).
3. Hoe was de oogst in 1935?
Het voorjaar was ongunstig voor de bijen; maar toch werd in de zomer wel honing gewonnen. Het eind-resultaat is gering 78 (46), onder het gemiddelde 188 (89), gemiddeld 157 (149), goed 91 (176), zeer goed 26 (81). De gemiddelde oogst over het gehele waarnemingsgebied was 7.2 K.G.
4. De grootste opbrengst per volk?
Dit is een cardinaal punt, omdat dit aangeeft de invloed van de rasverbetering, waarvoor in Zwitserland veel belangstelling is. De grootste oogst kwam voor in Erstfeld met 52 K.G. (152% boven het gemiddelde), dan volgden 2 volken uit Zürich ieder met 40 K.G. Neen, Dr. Peters, grootcellige raat was niet gebruikt, zonder deze gaat het blijkbaar ook?
De beste oogsten van 544 volken gaven een gemiddelde oogst van 13.8 K.G. terwijl het gemiddelde van alle volken tezamen slechts 7.2 K.G. was.
5. Het aantal zwermen.
Geen zwermen 70 (105), weinig zwermen 337 (338), niet veel zwermen 125 (90), zeer veel zwermen 19 (12).

Op de stand van het Bijenhuis hebben alle volken gezwermd, sommige zelfs tweemaal, o.a. mijn volk dat verplaatst was, eens in Juni en eens in juli, kort voor het vertrek naar de heide, waar wel in de broedkamer honing werd opgelegd, echter niet in de honingkamer. Dr. Himmer schreef, dat de koninginnen van heidevolken voorbeschikt zijn om veel zwermen te geven, omdat zij in deze richting sedert zeer lange tijd gekweekt zijn, daarom zijn koninginnen van volken uit streken zonder najaarsdracht beter voor rasverbetering. Zwermen is echter de natuurlijke wijze van het vermeerderen der bijenvolken, daarom zal het zwermen nooit geheel voorkomen kunnen worden. Hiertegenover staat, dat er op elk gebied vruchtbare en minder vruchtbare soorten voorkomen; die te vinden is de grote moeilijkheid.

Ik vond in een Provinciaal verslag eens een streeksgewijs overzicht van de honingoogst, in het landbouwverslag is dit altijd kort.
De cijfers tussen haakjes zijn uit het verslag 1934 van Zwitserland.

L.J. van Rhijn