Erasmus over de bijen.


In dit herdenkingsjaar van den groten Rotterdammer moge wat hij over de bijen geschreven heeft een plaats in ons Maandschrift vinden. Het komt voor in zijn beroemd boekje De Lof der Zotheid. Erasmus als woordvoerder der Zotheid optredende wil in hetgeen voorafgaat aantonen, dat kunsten en wetenschappen, die door de wijzen werden uitgevonden en waarin dezen zich plegen te verdiepen, de mensen slechts te meer ongelukkig maken en dat daarom ook ā€˛verreweg het gelukkigst die mensen zijn, wien het vergund was, zich geheel te onthouden van alle verkeer met de wetenschappen en alleen de natuur als leidsvrouw te volgen". Men kan toch ook reeds bij de dieren zien, dat zij "het gelukkigst leven, die de grootste afkeer van de wetenschappen hebben en zich enkel door de voorschriften der natuur laten leiden".
En zo komt hij over de bijen te spreken, die hij stelt tegenover het paard. "Het paard", zo zegt hij, (in de Nederlandse vertaling van Mr. J.B. Kan 2e druk Wereldbibliotheek bl. 59) "omdat zijn zinnen veel overeenkomst hebben met die van den mens en het met dezen is gaan samenwonen, deelt ook in de menselijke rampen. Immers het spant niet zelden zijn laatste krachten in, daar het zich schaamt om in de wedren overwonnen te worden, en terwijl het in de oorlog de zege tracht te behalen, wordt het zo gewond, dat het met zijn berijder in het stof bijt".
Hoe anders is het leven der bijen. Want "wat is er gelukkiger - zo vraagt hij - dan de bijen? Maar zij hebben toch zelfs niet eens alle zintuigen. Wat kan de architektuur bij het stichten van gebouwen uitvinden, dat op haar werk gelijkt? Welk wijsgeer heeft ooit een staat uitgedacht, die de hare nabij komt?"
Met de lof, die de grote geleerde hier onze bijen toekent, zullen wij het zeker allen wel eens zijn, maar wat tevens opvalt, is, dat hij het geheel mis heeft in hetgeen hij zegt over haar zintuigen, wat nog wel de pointe van de door hem gemaakte tegenstelling uitmaakt. De bijen zouden niet alle - Erasmus zal natuurlijke bedoelen de bekende vijf - zintuigen hebben? Dat heeft Dr. Leuenberger ons in zijn mooi boek over de biologie der bijen wel anders geleerd, als hij zegt dat zij wel meer dan dertig zintuigen bezitten, al is de betekenis van de meeste - minder fijn bewerktuigd als wij zijn - voor ons verborgen. Maar ja, Erasmus en zijn tijd stonden ook niet de verfijnde instrumenten ten dienste, waarover onze onderzoekers kunnen beschikken. En kwaad heeft hij er in elk geval van onze "honingvogels" niet mede gezegd.

A. VAN DER FLIER.