Heideseizoen 1936.


Bijenwolf en Goudbij.
Onze bijen zijn thuis en klaar of worden in orde gebracht voor de winter.
September was het weer zeer goed geschikt om de volken in uitstekende conditie te krijgen, voor de lange rustperiode. Degene die er de tijd voor nam, en dit is zeer zeker aanbevelenswaardig, om langzaam aan de wintervoorraad toe te dienen, bewerkte daarmede, dat de koninginnen nog een flink broednest voorzagen van eitjes, terwijl de werksters nog heel wat stuifmeel konden vergaren, zodat alsdan met nog veel jonge bijen de lange zit wordt aangevangen.

Augustusmaand daarentegen is voor de bijtjes niet bizonder best, doch nauwelijks middelmatig geweest, althans, voor zover ons bekend, in 't N.-deel van ons land. In 't laatst van Juli of begin Augustus zijn de volken meestal naar de heide gebracht en waren goed voorzien van werksters, tenminste van hem of haar, die in Juli, welke maand dit jaar slecht was, iets drijfvoedering toepaste.
Op aanbeveling van dhr. Stienstra hebben wij dit jaar de dubb. broednest methode voor het eerst volledig toegepast, welke werkwijze ons uitermate heeft voldaan.

Kort voor 't vertrek naar de hei namen we het bovenste broednest weg en plaatsten daarvoor de honingkamer, hoogte 9 à 12 c.M. Door de dubbele broedkamer waren onze volken bizonder sterk, zodat noodzakelijker wijze alle honingkamers moesten worden bezet.
Bij wijze van proef schaften we dit jaar, begin Juni, een goudkoningin aan en in 't laatst van Juli plaatsten we in 2-8 raamskasten ieder een geeltje, 1e nateelt van de originele, dus een verwisseling van bevruchte koninginnen.

3 Augustus brachten we de volken met alle leggende koninginnen en veel broed in alle stadia aanwezig, naar de heide te Oudemolen.
Eens per week bezochten we de bijen, doch reeds bij ons 1e bezoek stonden we voor het raadsel, waar is toch onze volkssterkte gebleven.

Het 2e bezoek, 15 Augustus, waren de bijen alle uit de honingkamer, terwijl ons toch bleek, dat inwendig de volken perfect in orde waren. De bijenwolf ook daar reeds? 't Kostte ons weinig tijd om de rovers in hun jachtveld te ontdekken. We zagen er zelfs enkele hun prooi grijpen. Dit was voor ons al vast een aanwijzing, dat er zich in de buurt van onze stand een kolonie "wolven" moest bevinden. Onze standgenoot, de secr. van de Afdeling, vond al vrij spoedig de kolonie, tussen Gasteren en Oudemolen, plm. 10 min. afstand van onze volken.
Het zal ons in 't geheel niet verwonderen, als zich in die omgeving, waar het terrein er zeer geschikt voor is, heuvels, zandgraverijen en droog, nog meer kolonies bevinden. We geven dan ook de raad aan de in die omgeving wonende iemkers, eens op zoek te gaan naar den gevreesden vijand en zo mogelijk alles te vernietigen.

Verleden jaar in Augustus ontdekten we ten N.O. van Vlagtwedde in de Barlage een vrij sterke kolonie wolven. Als vanzelfsprekend gingen we ook dit jaar, toen we vrijaf hadden, in 't laatst van Augustus, juist in de gewinperiode, weer eens kijken.

Was 't daar verleden jaar reeds droevig om te moeten aanzien hoeveel bijtjes daar de holen werden ingedragen, we vonden toen reeds de wolf in verschillende stadia, van ei tot volwassen insect naar 't Hoofdbestuur, dit jaar was 't nog veel erger. De vlucht in de ontelbare holletjes was minstens zo druk als een goed bevolkte kast vliegt. Enige uren hebben we daar de moordpartij gadegeslagen, doch we zagen anders geen gevangen bijen dan zwarte, terwijl toch in de buurt wel de originele goudbij was. Ons kwam daar zelfs ter ore, dat een iemker er dikwijls speciale aandacht aan had geschonken, doch nimmer een gevangen geeltje had kunnen ontdekken.

Om nog even terug te komen op het geweldig groot verlies dat wij hadden waargenomen, volge nog het feit, dat op 7 September er zich in de 2 volken met gele moer nog slechts een zeer enkele zwarte bij bevond, terwijl toch de geeltjes het broednest plus 3 raampjes in de honingkamers hadden gevuld. De gewone volken waren vrijwel even sterk als de geeltjes. Is er elders ook zo'n groot verlies geweest? En kan 't waar zijn, dat de wolf de geeltjes met rust laat? Staan de redactie hieromtrent meerdere gegevens ter beschikking?
HOOGEZAND. R.

Naschrift Red. We lazen wel van wonderbaarlijke eigenschappen, doch van het praedicaat "bijenwolvenvrij" nog niet. RED.