Jan Swammerdam



Op 12 Febr. is het 300 jaar geleden dat hij geboren werd. Dit is de oorzaak waarom hier iets over deze bekende onderzoeker wordt medegedeeld. Zijn grootvader, Jan Dirkszoon, was te Zwammerdam geboren
en vestigde zich als jonge man te Amsterdam om daar een houtkoperij op te richten. Naar zijn geboorteplaats werd hij toen na verloop van tijd Swammerdam genoemd. Terwijl hij te Amsterdam woonde kreeg hij een zoon, Jan Jacobszoon Swammerdam. Deze hield later een apothekerswinkel in het huis de Star op de oude Schans te Amsterdam, thans N. 18. Deze apotheker was een groot kenner der natuur en legde een verzameling aan van dieren, planten, gesteenten en zeldzame voorwerpen uit overzeese gewesten, die ordelijk gerangschikt een waardevol bezit werd, dat algemeen de aandacht trok en dikwijls bezocht werd, zelfs door aanzienlijke bezoekers aan Amsterdam. Deze apothekerswoning is het geboortehuis van de zoon Jan. Op 17 Febr. 1880, 200 jaar na de dood van Jan, is aan dit huis een gedenksteen bevestigd met het opschrift : Jan Swammerdam 1637 tot 1680. Zijn onderzoek is een voorbeeld voor alle tijden. Hiermede is niets te veel gezegd, vooral als men rekening houdt met het feit, dat de instrumenten voor anatomische onderzoekingen toen ver achter stonden bij die, welke in onze tijd beschikbaar zijn. Zijn vader wilde zijn zoon laten opleiden tot Predikant, daarvoor kreeg hij onderwijs in de oude talen. Zijn liefde ging evenals zijn vader uit naar de natuur, hij ving allerlei dieren, onderzocht deze en volgde reeds vroeg enige lessen in anatomie. Met toestemming van zijn vader werd hij op 11 October 1661 ingeschreven als student in de medicijnen te Leiden, deed na 2 jaar het candidaats examen en promoveerde op 22 Februari 1667 tot Doctor in de medicijnen op stellingen (Disputatio Medica inauguralis continens Selectas de Respiratione Positiones, 8 bladzijden). Naast zijn geneeskundige studiƫn volgde hij steeds het onderwijs over anatomie door de beroemde anatoom Jan van Horne en sloot vriendschap met den bekenden ontleedkundige Nicolaus Steno, die later naar Parijs vertrok en de oorzaak was, dat hij ruim 2 jaar in Parijs woonde om bij zijn vriend te werken.

In het bijzonder stelde Swammerdam belang in de geslachtelijke vermenigvuldiging der bloedloze dieren en vond toen bij het onderzoek van de bijenkoning, dat dit geen mannelijk maar een vrouwelijk insekt was met een volkomen ontwikkelde eierstok. Sedert Aristoteles bijna 4 eeuwen voor Chr. werd steeds de naam van koning gebruikt, zelfs in het boek van Clutius van het jaar 1608 (B II N. 8 der Bibl. bl. 14) komt nog de naam Coninck voor, ruim 2000 jaar werd hij door alle schrijvers over bijen overgenomen. Swammerdam trachtte het aantal buisjes van de eierstok te tellen ; maar kwam tot geen resultaat, zo talrijk zijn zij. Imkeren heeft hij nimmer gedaan, alleen de bijen anatomisch onderzocht en daarvan tekeningen gemaakt. De darren werden toen broedbijen genoemd, Swammerdam zag de mannelijke geslachtsorganen er van.

Een paring van een dar met een moederbij achtte hij beslist onmogelijk, de bevruchting zou ontstaan door de sterke geur, die van de darren uitgaat. Hij kende het zaadzakje van de moederbij en meende, dat het vocht daarvan diende om het ei op de bodem der cellen te bevestigen. Op 22 Aug. 1673 onderzocht hij een korf met bijen die gezwermd had en vond daarin enige 1000de werkbijen, enige 100de darren en een moederbij, verder 3 soorten van huiskes (de cellen der raten werden toen huiskes genoemd), enkele moercellen, meerdere darrencellen en zeer vele cellen voor werkbijen, alleen de laatste hadden nog larven of bijenbrood (dit was toen de naam voor de pollen, waarvan de bijen het was zouden maken) of honing. Bij zijn onderzoek der larven onderzocht hij ook hun smaak rauw en gekookt.
Werkelijk interessant zijn de anatomische beschrijvingen en tekeningen, die in de Bijbel der Natuur voorkomen, niet alleen van de bijen, maar ook van vele andere lagere dieren. Zijn grootste verdienste was, dat hij het onderzoek der natuur in nieuwe banen leidde. Praktijk als medicus heeft hij nimmer gedaan, hoewel zijn vader daarop sterk aandrong. Hij vermaakte zijn geschriften aan M. Therenot, een aanzienlijk Fransman, dien hij steeds als een waarachtig vriend beschouwd heeft. Later kwamen deze in handen van den beroemden Prof. Boerhave te Leiden. Door de invloed van Prof. Boerhave bracht de beroemde Heer Gaubius belangloos de geschriften van Swammerdam over in het Latijn

In 1737 zijn deze geschriften uitgegeven onder de titel Bijbel der Natuur door Jan Swammerdam of Historie der Insecten, met een voorrede van Prof. Boerhave. Bij de herdenking van het jaar 1880 op 17 Februari, 200 jaar na de dood van Swammerdam, is besloten iedere 10 jaar een gouden medaille te schenken aan den schrijver van het beste boek over de Historie der Natuur, voor de eerste maal werd deze medaille geschonken aan de Duitse geleerde van Humbold, of deze medaille na die tijd is uitgereikt, is mij niet bekend.

WAGENINGEN. L. J. VAN RHIJN.

De foto's danken wij aan dhr. J. K. Vermaas te Hilversum. RED.