Imkerslied


(Ter gelegenheid van ons 40-jarig Jubileum)
Wijze: Limburg is miin Vaderland.

Opgeruimd van geest en hart
Zingen wij ons lied,
Imker-zijn voert op tot vreugd
Waar men imkers ziet
Imker-zijn brengt overal
Opgewektheid aan,
Weldoende zonneschijn )
In het aards bestaan! ) bis.

Evenals het bijenvolk
Bindt ook óns een band;
In eendrachtig samenzijn
Gaan wij hand aan hand
Voorwaarts op het imkerspad,
Vol moed en geschraagd
Door 't bijenvolk, hetwelk )
Kracht in eenheid draagt. ) bis.

Werken bijen moeizaam voort,
Niet voor zich alleen;
Zwoegen zij van dag tot dag
Voor het Algemeen
Naar haar voorbeeld willen wij
Niet ten eigen baat
Slechts houden wat practijk )
Ons aan kennis laat. ) bis

Is het voor de echte imker-ziel
Altijd volop Mei;
Straalt uit haar het zonnelicht,
Warmte-brengend, blij!
Blijven we onze bijen trouw,
Zijn wij dankbaar haar
Ze ontstaken in ons hart )
Dat licht wonderbaar. )bis.

Mogen stormen wild en woest
Dreigen de imkerij
Wakk're stuurlui staan aan wal
Bij ook welk getij!
Zorgen we allen, dat de Bond
Zooveel leden telt
Als 'n flink sterk bijenvolk: )
Kracht is meer dan geld ! ) bis.

Kan alleen een bijenvolk
Sterk, bij sterke dracht
Geven flinke honingoogst,
Wat vermag dán kracht!
't Zelfde geldt ook voor de Bond
Naar de maat van groei
Meer vruchten werpt hij toch )
Af bij schoner bloei!) bis

Aan het werk, niet stilgestaan!
Imkers, jong en oud,
Dracht is rijk: werft leden aan
Van zodanig hout
Toch, waarvan men imkers zaagt,
Imkers in de daad,
Imkers met een warm hart )
Voor Bond, bijenstaat! )bis.

Santpoort, J.H.E. van Brero