Ingezonden


Aanvullend antwoord aan den Heer S. van Houten te Groningen,
naar aanleiding van de opmerkingen in ons maandschrift
van Februari j.l. op blz. 41.

Geachte Heer !
Uit Uw schrijven bemerkt hebbende, dat ik vergeten heb U te berichten over waterdampaanslag tegen de glasbedekking bij mijn buitenstaande bijenkasten, wil ik U hierbij mededelen, dat dit zich in de winter niet voordoet.
Wanneer in 't voorjaar de broedaanzet is begonnen, heb ik (niettegenstaande de waterdampafvoerende reten tussen de repen) wel eens hier en daar een heldere druppel waargenomen onderaan 'n reep aan de voorkant der broedkamer. Of dat komt omdat de bijen de reten daar weer wat dicht gesmeerd hadden met propolis, ofwel dat de vorming van waterdamp (als gevolg van 't drukke waterhalen en de verwoede werkzaamheid na de langdurige winterrust) de afvoer overtreft, moet ik nog eens goed nagaan.
Dat ik al dadelijk in 't begin glasbedekking toepaste, was in de eerste plaats wel om het hatelijke vastkitten van kleedjes, die op de duur stuk gaan, uit te schakelen, doch óók (al heb ik dat niet vermeld) om op elk gewenst ogenblik, zowel 's zomers als 's winters, mijn bijen in ogenschouw te kunen nemen zonder ze te storen en aan belangstellende vrienden en kennissen te kunnen laten zien.
Om echter in de winter 't volk met electrische belichting in z'n doen en laten na te gaan, trekt mij wel aan, want 't nemen van proeven heeft mij van "jongsaan" al in 't bloed gezeten, doch daar heb ik geen tijd voor.
Wanneer U 'n gaatje boordet boven in 'n zijkant van de broedkamer, zóódanig, dat U door inschuiving van 'n broedthermometer 't middelpunt van de tros kondet bereiken, zoudt U den leden in ons "Groentje" nog kunnen verassen met 't inleveren van 'n graphische schets van de plaats gehad hebbende warmtegraadschommelingen.
Over mijn toepassing van glas heb ik in ons maandschrift nooit geschreven. Ik achtte het daarvoor niet belangrijk genoeg, denkende: er zullen wel meer bijenhouders zijn die iets dergelijks hebben, doch heb het voor anderen nooit verborgen gehouden, wat verscheiden kennissen en medeleden van onze afdeling Zaanstreek en ook elders, kunnen bevestigen. Enkele medeleden hebben na bezichtiging bij mij, hun broed en honingkamers ook zo gewijzigd. Veronderstellende dat ik nu de voor U onbegrijpelijkheden uit mijn 1ste antwoord heb opgehelderd, moet ik ook nog even bemerken, dat er in dat antwoord 'n paar zetfouten voorkomen. De 15e regel van bovenaf blz. 113 (1936) begint met: damp, moet zijn: waterdamp; en op de 29ste regel van bovenaf staat het plusminusteken voor 2 1/4 gewichtsdeel water, moet zijn: 3 gew.d. suiker plus 2 1/4 gew.d. water. Met belangstelling zie ik de uitslag van uwe uitwintering der 2 proefvolken in ons maandblad tegemoet en teken na hartelijke imkerbroederlijke groet,
WORMERVEER. HERMAN H. SMIT Fzn.

Brievenbus

Onder deze rubriek zullen we voortaan die zaken behandelen, welke geen onmiddellijke beantwoording behoeven en waard zijn ook door anderen geweten te worden; ze zullen hoofdzakelijk betrekking hebben op onze organisatie, dus niet op het bijentechnisch gedeelte.

L. P. te H. Abonnement op Maandschrift kost f 2.-, voor welk bedrag Uw vriend echter ook lid kan worden inclusief gratis Maandschrift.

O. K. te L. Moet ik de leuze aanheffen : IN 1937 ELK LID EEN NIEUW LID? Ik heb er geen bezwaar tegen en er zijn leden, die zich dat als plicht rekenen niet alleen nu, doch ieder jaar. Eind 1937 zou dat dan ongeveer zo'n 25000 leden zijn. Dán stond zéker een veertiendaags orgaan vast.

W. E. te V. Wendt U tot Uw afdelingsbestuur. Met interne afdelingszaken kan ik me niet bemoeien en dat standpunt neemt ook het Hoofdbestuur in.

E. P. te A. Ieder jaar komt in ons Groentje tijdig een oproep aan de afd. om subsidie voor een cursus, lezing of pr.les aan te vragen. Uw kennissen kunnen zich dan met den betrokken secr. in verbinding stellen. Als er voldoende belangstelling is, wordt stellig zo'n cursus gehouden.

W. R. te E. Over eventuele politieverordeningen enz. kunt U zich het best wenden tot den commissaris van politie in Uwe gemeente.

D. V. te W. Omtrent tentoonstelling staat nog niets positiefs vast. Er is ook enige vertraging door het overlijden van den Voorzitter. Oók omtrent Eigen Merk is nog geen enkele beslissing genomen. Geschikt geachte bijdragen worden al of niet bekort geplaatst en desgewenst gehonoreerd.