Het Nieuwe Amsterdamse Bijenpark



Toen in Juni van het vorig jaar de Amsterdamse imkers aanzegging ontvingen, dat zij tegen Januari hun mooie park aan de Amsteldijk achter Rozenoord moesten verlaten, was er een ogenblik verslagenheid onder de nijvere bevolking van dit lustoord.
Maar bij de pakken neerzitten deden zij niet en spoedig slaagden zij er in de hand te leggen op een zeer geschikt terrein aan de Sloterweg, even buiten het uitbreidingsplan. Door het uitschrijven van een geslaagde obligatie-lening onder de leden en de grote steun van een hunner is dit terrein thans hun eigendom.
In November van het vorige jaar trok de ploegschaar diepe voren door de eeuwenoude grasmat van een perceel weideland in de Riekerpolder. Er werden wegen aangelegd en er werden vijvers gegraven. Bruggen, aardige zomerhuisjes, een Bijenteelt-Museum, imkerswerkplaats, een algemene bijenstand, werkschuren en de nodige bijenstallen werden gebouwd en langzamerhand kwam er tekening in het grote bijenpark-complex
van bijna zes en een half H.A. van de Afdeling Amsterdam der Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland.
De bijenteelt en de tuinbouw vinden, als elkaar steunende bedrijven, een aardige weerspiegeling in het Amsterdamse Bijenpark, bestaande uit vier afdelingen, n.l. een siertuin, bijentuin, proeftuin en een speeltuin. Waar de sierteelt-amateur voor een bloemrijke, fleurige omgeving zorgt, trekt de imker in de bijentuin daarvan zijn profijten.

Proeftuin voor bijenteelt.
In de twee en een halve H.A. grote proeftuin vinden de bijen een verzameling van honing- en stuifmeel producerende gewassen. Ruim vijfhonderd stuks bomen en heesters zijn reeds in de proeftuin uitgeplant, in een verscheidenheid van bijna honderd soorten en varieteiten, doch bovendien, en dit is een unicum op tuinbouwgebied, zijn er tweehonderdvijftig stuks wilgen in vijftig verschillende typen, waarvan we, als ze eenmaal behoorlijk zijn uitgegroeid, een flinke voorjaars-stuifmeeloogst kunnen verwachten.

In die proeftuin kunnen de imkers niet alleen het nut van de verschillende gewassen voor de bijenteelt beproeven, doch ook kan er propaganda van uitgaan om de aanleggers van openbare wegen en openbare aanplantingen te doen besluiten de stuifmeel- en nectargevende gewassen niet te vergeten.

Het ligt in de bedoeling om in deze proeftuin alle inheemse en uitheemse gewassen bijeen te brengen, die voor de bijenteelt van belang zijn. Deze proeftuin is dus in de eerste plaats bestemd voor den wetenschappelijken onderzoeker, maar dient daarnaast als wandelpark voor de leden.
Van tuin-architectonisch standpunt bezien, is dit bijenpark een opdracht geweest waaraan eer te behalen was.



Zeer interessant was het om in de veelheid van kleine perceeltjes van imkers en tuiniers een eenheid te scheppen, die toch de vrijheid van de leden niet beknotte. Bovendien leverde de drainage in dit zo lage polderland bijzondere moeilijkheden op. De vele vijvers dienen dan ook niet uitsluitend als schoonheidsobject.
De ontwerper en uitvoerder van het geheel is de bekende tuinarchitect Jan Bosma, zelf ook imker. Hij is er volkomen in geslaagd de verschillende technische vraagstukken, die zich bij de inrichting van het terrein voordeden, op te lossen. Een gelukwens aan zijn adres is hier wel op zijn plaats.
Er is daar aan de Sloterstraatweg een Bijenpark verrezen waarop Amsterdam trots kan zijn en waarvan in Europa geen tweede te vinden is.
De opening van het park op Hemelvaartsdag werd door den wnd. Voorzitter dhr. S. A. de Visser en den secretaris namens het Hoofdbestuur bijgewoond.
Dhr. de Visser bood namens de vereniging een ouderwetse honing- en waspers met toebehoren voor het Museum aan.
Mevrouw Sieger verrichtte de opening door het fraaie rustieke hek - geschenk van de Amsterdamse leden - te ontsluiten.
Wij kunnen onze afdelingen aanraden eens een excursie naar dit fraaie bijenpark te organiseren en wij doen nogmaals een beroep op al onze leden om eens in hun omgeving rond te snuffelen naar gereedschappen enz. de bijenteelt betreffende (vooral ouderwetse) en zich daarvoor eens in verbinding te stellen met dhr. A. Helffer, Leidsegracht 21, Amsterdam (C.). Zo menig waardeloos geacht voorwerp wordt weggegooid, terwijl het een belangrijke aanwinst zou zijn voor het Museum op het bijenpark. Wie dit museum dan ook ziet, zal zeggen er is al veel bijeengebracht, doch veel wordt er ook nog gemist.
Wij wensen onze Amsterdamse leden van harte geluk met de tot standkoming van dit park en wij hopen, dat zij er een gelukkige tijd in tegemoet zullen gaan. Voor de Nederlandse bijenteelt is het een aanwinst zonder weerga.
RED.