Curiositeiten


1. Een volk dat met 3 à 4 ramen aaneengesloten broed en voldoende
voorraad werd ingewinterd, bleek bij vluchtig onderzoek in Maart nog geen broed te hebben. Door het ongunstige weer duurde het tot eind April eer opnieuw de kast geopend werd. Nog altijd geen broed aanwezig. Om vast te stellen of de moer nog aanwezig was, werd een raam met broed in alle stadiën ingehangen. Na enige dagen bleken geen moercellen te zijn aangezet. Bij grondig onderzoek op 11 Mei werd geen broed aangetroffen, ook geen darrenbroed. Het volk, dat zich overigens in niets van andere onderscheidde, flink stuifmeel gehaald had en nog tamelijk veel voorraad had, bezette toen nog ongeveer vier ramen. Aangezien einde April de ingewinterde bijen gewoonlijk afgestorven plegen te zijn, is het een raadsel op welke tijd deze bijen waren uitgekomen. Doordat aan een laat broeden toen niet meer gedacht kon worden, werd het met zijn buurman verenigd, hetgeen zonder enig bezwaar geschiedde. Vermelding verdient nog, dat einde April het volk door drie en op 11 Mei door twee personen raam voor raam zorgvuldig werd nagezien, maar dat geen koningin werd aangetroffen. Dus in strijd met alle regels van theorie en praktijk.
2. In een korf, die met een goed volk en voldoende voorraad werd ingewinterd, bleek in Maart broed te zijn uitgetrokken. Was er soms geen voedsel meer ? Een kom met uitgebroken stukken raat met honing en stuifmeel werd er onder gezet, hetgeen enige malen werd herhaald. Eerst scheen het alsof het broed-uittrekken had opgehouden, maar later bleek dit opnieuw zich voor te doen. Nog altijd geen voedsel genoeg? Nu werd nog wat voerhoning op stukken raat bijgegeven. Het voedsel werd steeds gedeeltelijk opgenomen. Daarentegen waren de stukken raat als met poppen bezaaid. Enige vliegbijen benevens wat van die raat met poppen onderzocht Dr. Winkel, die niets anders kon constateren dan dat het volk gezond was en aan de wasmot als oorzaak dacht. Bij grondig onderzoek bleek het volk darrenbroedig te zijn, maar was van wasmot niets te bespeuren.
Vanwaar nu het broeduittrekken? Soms een soort van protest van een gedeelte van het volk tegen de darrenbroedigheid?
3. Van een volk ging de voorzwerm af. De koningin, die geknipt was, viel een meter of vier voor de kast op de grond bij een korenbloemplant. Wat gebeurde er nu? De gehele zwerm trok naar haar toe en zette zich in een cirkel op het zand, om vervolgens een daarboven geplaatste jaagkorf binnen te trekken. Een flinke zwerm van liefst vier pond.
4. Een nazwerm kwam af op de 9e dag nadat de voorzwerm was afgekomen, die doordat de koningin geknipt was, terugvloog, Op de 4e dag waren de aanwezige doppen op één na uitgebroken, maar door bizondere omstandigheden was het hierbij gebleven. Door bespuiten met de zwermspuit, vloog de nazwerm terug, maar de dag daarop kwam hij weer te voorschijn. Ditmaal werd hij geschept ongeveer om één uur 's middags. Toen 's avonds met de koninginnezeef naar moeren gezocht werd, bleken er twee te zijn afgestoken en twee in leven.
Derhalve - althans zeer waarschijnlijk - waren in de nacht daartussen verlopen vier moeren in de kast bijeen zonder dat, zoals immers de regel is, een als overwinnares overbleef!
Wel een bizonder bijenjaar dit jaar 1937.
A. VAN DER FLIER.