Het bijenteeltbedrijf in de Sowjet-Unie


Op 1 Januari 1937 waren er in de Sowjet-Unie meer dan 7 millioen bijenvolken. Hiervan waren er 4.400.000 in kolchozen, 460.000 in sowchozen en 2.240.000 bij particulieren. (Sowchozen zijn staatsbedrijven en kolchozen zijn bedrijven die niet direct van de staat zijn, doch onder staatstoezicht staan). Dit laatste is niet nauwkeurig, omdat het in het bergland, welke uitgestrekte gebieden zijn, onmogelijk is precies vast te stellen wie bijen houdt en wie niet.
Inplaats van kleinbedrijven van 10-15 volken worden hier grootbedrijven georganiseerd, met wel 1000 volken.
Alleen in de 11 Sowjetrepublieken werden in 1936 19.000 nieuwe bedrijven georganiseerd.
Om deze bijenbedrijven in de Noordelijke klavervelden te kunnen organiseren, werden uit het Zuiden van de Sowjet-Unie meer dan 56.000 bijenvolken aangevoerd (1000 wagons).
Van 1932 tot 1937 nam het aantal bijenstanden in Rusland van 992 tot 72.000 toe. Het plan voor de ontwikkeling van de bijenteelt in het jaar 1937 is, dat er dit jaar nog 15.000 nieuwe bedrijven zullen worden georganiseerd, waarvoor 60.000 bijenvolken uit het Zuiden zullen moeten worden aangevoerd.
In het verre Oosten, in het Gewest Oessoerie, vindt men de grootste bijenbedrijven van Rusland, die over gebieden van meer dan 16.000 H.A. beschikken. In deze bijenbedrijven (sowchozen) heeft men op het ogenblik 102 bijenstanden met meer dan 22.000 bijenvolken. In 1936 leverden ze 720.000 k.g. honing op.
Om de honingproductie te verhogen legt men zich toe op rasverbetering. Men zoekt de beste bijenvolken uit en kweekt hieruit de beste koninginnen. Als resultaat van dit rasverbeteringswerk hebben ze nu reeds niet weinig bijenvolken die 150 en meer k.g. honing per jaar geven.
De kolchos "Rode Jager" in het reeds genoemde gebied Oessoerie kreeg gemiddeld 166 k.g. honing per bijenvolk. Daarentegen waren er bijenvolken, die 250 k.g. honing per jaar opleverden.
De honing wordt hier zeer veel gebruikt voor gebak, terwijl hij ook zoveel gegeten wordt, b.v. op het brood, op biscuit en verder ook zonder iets bij de thee.
WIM VAN KLEEF.