Ingezonden


(Ingezonden stukken zijn steeds buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)

Aan de besturen der Twentse Afdelingen.
L.S!
Waar het bekende spreekwoord: "Eendracht maakt macht" óók voor ons imkers geldt, zo vaak zich een gelegenheid voordoet, door gemeenschappelijke arbeid iets goeds tot stand te kunnen brengen ten dienste van het algemeen, zo doet het Bestuur der Afd. Borne door middel van het Maandschrift een beroep op Uw aller medewerking, ten einde door samenwerking, en wel in het middelpunt van Twenthe, tot oprichting en instandhouding ener bijenmarkt te geraken. Een Bijenmarkt, waarvan ook Uwe leden naar hartelust kunnen profiteren en waarmede zij hun voordeel kunnen doen.
Wil dat plan echter slagen, de Bijenmarkt tot een flinke markt kunnen uitgroeien zoals in het Zuiden de bekende Tilburgse Bijenmarkt, waar kopers van heinde en ver, zelfs uit het buitenland (Engeland, België) komen opdagen, zo is een innige samenwerking voor het gemeenschappelijk doel een gebiedende eis! Beter één grote Bijenmarkt voor een bepaalde streek dan tal van prutsbijenmarktjes in die streek! Marktjes, die elkaar onderling concurrentie aandoen of door onderlinge naijver als prijsbedervers optreden, een kwijnend bestaan lijden door gebrek aan aanvoer en/of geldelijke middelen en waar vanwege de geringe aanvoer toch geen eigenlijke kopers - de kopersin-het-groot - komen opdagen, doen het imkersbelang meer schade dan voordeel. Slechts een flinke bijenmarkt als resultaat van eensgezindheid en gemeenschappelijk streven, zal de ware kopers tot zich trekken. In Tilburg was meer vraag dan aanbod in het voorjaar 1937! (Op àlle markten trouwens. Red.) Daar, werden uitstekende prijzen voor korf- en kastvolken besteed en men kon Brabantse korfimkers ontmoeten met glunderende gezichten, die vertelden: "Wij hebben voor 1937 onze pacht met de verkoop van korfvolken weer verdiend !" Indien er slechts één Bijenmarkt in een bepaalde streek is, heeft men het in zijn hand: de prijzen der bijenvolken voor een ganse streek te kunnen vastleggen, althans hierop pressie te kunnen uitoefenen. Ontbreekt echter de nodige samenwerking, zoals wij deze thans van U vragen, zo volgt er versnippering. Er duiken tal van plaatselijke Bijenmarktjes op, de een nog zieliger dan de andere; marktjes die niet aan het gestelde doel beantwoorden, ontevreden imkers kweken. Wat versnippering is? Een goed imker weet zulks. Zijn bijenvolken hebben hem dat reeds lang geleerd.
Het personenvervoer per autobus, het vrachtgoederenvervoer per vrachtauto, is thans zo geperfectioneerd, dat het imkersbezoek alsmede aanvoer der koopwaar, zelfs uit de meest afgelegen plaatsen (heide-districten), zonder veel kosten en in minder dan geen tijd kan plaats hebben. Deze kosten zullen nog geringer zijn, indien ook hier wederom samenwerking heerst, d.w.z.: men gemeenschappelijk van de vervoermiddelen weet gebruik te maken, mede voor wat betreft de aanvoer der marktwaar (bijenvolken).

Indien ons plan dan ook Uwe instemming heeft, zo gelieve U Uwe adhaesiebetuigingen een dezer dagen, echter vóór 30 Dec. 1937, aan ons te willen toezenden. Toont thans, dat hetgeen de bijen leren óók voor U geldt, waar het betreft : de verbetering der inkomsten van den imker door samenwerking! Toont thans, dat ge in de loop der jaren iets van de bijen geleerd hebt en weet: tot welk resultaat eensgezindheid en gemeenschappelijk streven voeren kan!
Weet te kiezen tussen prul-bijenvolkjes en pracht-volken, tussen prul-bijenmarktjes of een flinke bijenmarkt voor een ganse streek, voor wier opbouw en instandhouding Uwe medewerking gevraagd wordt! Weet tevens voordeel te trekken van het resultaat van onze gemeenschappelijke arbeid: de bijenmarkt. Door samenwerking sterk! Gezamenlijk streven naar lonende prijzen voor onze bijenvolken, naar verhoging der inkomsten uit de imkerij (afzwavelen der korfvolken behoort tot het verleden) en zulks door gemeenschappelijke arbeid, in de vorm ener flinke bijenmarkt bestemd voor geheel Twenthe.
Of thans het Oosten des lands, met zijn vele korf- en kastimkers, eenzelfde Bijenmarkt zal krijgen als het Zuiden? Of men óók in Twenthe zijn belang begrijpt? Aan U het antwoord.
Het Bestuur der Afd. Borne.
BORNE, Nov. 1937. EEKMAN, Secretaris.

Geachte Collega van den Iemenhof!
In Uw laatste brief in ons "Groentje" van November l.l., welke brieven ik intussen met grote interesse lees, is mij iets opgevallen, wat m.i. zeker vrij wat eenvoudiger en practischer uitgevoerd kan worden, dan U in opgemelde brief aangeeft. Ik bedoel de manier van ompakken van gekristalliseerde honing uit vaten, bussen enz. in flacons, beschreven in de op één na laatste alinea. Zelve ben ik ook enige malen voor het feit geplaatst, om gekristalliseerde honing vanuit een melkbus, overigens wel een zindelijk doch niet doelmatig bewaringsobject, om te pakken in flacons. Daar vooraf verwarmen mij minder goed is bevallen, verzon ik een ander middel en probeerde één en ander met een „stopmachine". Dit is een instrument hetwelk door de slagers gebruikt wordt, om het reeds gehakte worstvlees in de darmen te stoppen. Men werkt hiermede veel vlugger en krijgt luchtledige worst. De honing wordt nu eveneens in grotere of kleinere klonten in de gehakt-bus gedaan tot deze vol is, ze kan dan ± 15 à 20 pond bevatten. Vervolgens wordt langzaam de zuiger of pers naar beneden gedraaid, waarop de honing als een worst van ongeveer 2 1/2 centimeter doorsnee uit de worsthoorn wordt geperst. De flacons dient men hier enigszins schuin te houden, om te voorkomen, dat lucht mee in wordt gepakt. Het product, verlaat n.l. zonder lucht de worstbus. Deze behandeling is zindelijk, weinig tijdrovend, niet morsend en bovendien het product verandert niet in zijn nadeel.
Probeert U het eens Collega, ik twijfel niet of U zal zeer voldaan zijn.
Met Collegiale groeten,
W ROORDAHUIZUM, Nov. 1937. BANGMA.

Waarneming van de botanische kennis van stadsimkers kan leiden tot een verrassend oordeel. De laatste mededeling in het overzicht van Augustus 1937, van het privé-station Soesterberg, zal menig stadsimker tot een glimlach en menig heide-imker tot een uitroep van verbazing hebben gebracht. De verbazing zal echter nog stijgen, als men verneemt, dat die onnozele stadsimker, door wien die vraag (zijdelings) werd gesteld, menige vacantie op de heide heeft doorgebracht, gedurende jaren tussen en op de heide heeft gewoond (Bussum, Nunspeet, Nijverdal) en reeds sedert vijf jaren persoonlijk zijn bijen naar de bloeiende heide brengt en er van terughaalt.
Waar dit nu een staaltje is van botanische kennis van den stadsimker en men dus kan verwachten dat er in Amsterdam, waar de heide-kennis-loze imker thuis hoort, nog vele rondlopen met een tekort aan deze kennis, komt het mij wel gewenst voor, dat de heide-imker den Amsterdammer beter op de hoogte brengt.
Misschien is hierin voor den heide-imker een aanleiding, om op de in April te Amsterdam, op het terrein der Centrale Markt, te houden bijenmarkt met een flinke partij mooie sterke korfvolken te komen, met op elke korf een bloeiende heidestruik, dan kan de stadsimker met heide en heidevolken kennis maken. Het verdient wel aanbeveling met het drijfvoederen van deze volken niet later te beginnen dan op 1 April!
N. F. VAN RUTH.