Bescherming van de Bijenteelt.


Namens de Contact-Commissie werd 18 Nov. 1937, inzake spuiten met voor bijen giftige stoffen, het volgende schrijven gericht aan Ir. van der Plassche, Inspecteur van de Tuinbouw en het Tuinbouwonderwijs, den Haag:

"Wij hebben de eer U mede te delen, dat Uw schrijven van 2 Juli 1937 nr. 7185 werd besproken in de vergadering van de Contact-Commissie van 27 October.
Door de Contact-Commissie werd besloten, dat de organisaties zullen trachten om bij de fruittelers meer belangstelling te wekken voor de bijenteelt en ze aan te sporen zelf met bijenhouden te beginnen. Verder zal door iedere organisatie afzonderlijk aan de redacties van de daarvoor in aanmerking komende bladen plaatsing gevraagd worden voor korte artikelen, inhoudende het verzoek om bij het spuiten van boomgaarden e.d. te denken aan de bijenvolken. Ook zal door de organisaties aan de Rijkstuinbouwconsulenten gevraagd worden hun medewerking te willen verlenen in deze aangelegenheid.
Namens de Contact-Commissie verzoeken wij U in de toekomst Uw medewerking te willen blijven verlenen bij de bestrijding van de gevaren, die er voor de bijenteelt verbonden zijn aan het lukraak en zonder overleg spuiten van boomgaarden."

Naar aanleiding van deze brief hebben wij dato 24 Januari 1938 nr. 7185 I. een schrijven ontvangen van Ir. v.d. Plassche, luidende als volgt:

"Naar aanleiding van Uw nevenvermeld schrijven heb ik de eer U te berichten, dat het veroorzaken van schade aan de bijenvolken door ziektebestrijding met giftige stoffen een onderwerp van bespreking zal uitmaken op de eerstvolgende vergadering met de Rijkstuinbouwconsulenten.
De aan het slot van Uw brief gevraagde medewerking zal U gaarne worden verleend.
De Inspecteur,
w.g. A.W. v.d. Plassche".