Bijenteelt voor fruitkwekers.


In het Maart- en Aprilnummer werd de verwachting uitgesproken, dat op de voorjaarsmarkt in Tiel goede zaken door de imkers zouden worden gemaakt. Dit is wel wat tegengevallen. Naar ik hoorde is het in Maastricht evenzo gegaan. Aanvoer en bezoek lieten niet te wensen over (al hadden wij er ook graag wat meer fruitkwekers gezien), maar de kooplust ontbrak. Noch in Maastricht, noch in Tiel is veel verkocht. Verhuurd is er in Tiel nog wel wat, vooral korven. Hierop afgaande zou men zo de indruk krijgen, dat het dus met het bijenhouden in de fruitstreken nog weinig beter is dan vóór enige jaren.

Toch is er wel degelijk vooruitgang te bespeuren, vooral in die streken, waar onder de fruitkwekers een intensieve propaganda is gevoerd door lezingen, films, cursussen, artikelen in dag- en weekbladen etc. Dan moet men ook bedenken, dat reeds vóór de voorjaarsmarkten heel wat volken waren verhuurd, omdat door het "zomerse" voorjaar de knoppen omstreeks half Maart evenver ontwikkeld waren, als andere jaren tegen half April. In west-Gelderland b.v. hadden vele kwekers zich reeds in Maart van voldoende bijenvolken verzekerd. Dat de oorzaak van mindere verkoop gelegen is in het feit, dat tal van fruitkwekers al zelf bijenhouder zijn geworden, lijkt mij niet juist. De meeste kwekers, die reeds overtuigd zijn van de onmisbaarheid van bijen in de boomgaard, huren nog hun volken. Zij, die ze reeds aankochten, zonder dat ze kennis hadden van 't imkeren, ondervonden, dat dit op een mislukking uitloopt. Wat er dan nog gekocht is of wordt zijn voor 't grootste deel korven. De aankoop van volken in kasten vraagt een te groot bedrag ineens. Daarbij zijn vele kasten, die men o.a. in Tiel zag aangeboden, erg onpractisch en lijkt velen het imkeren in kasten te lastig en te ingewikkeld. De korf is nog zeer in trek. Zo kocht de afd. Geldermalsen van de Pomologische Vereniging een aantal volken voor haar leden aan, maar in korven. Deze worden in verschillende boomgaarden geplaatst en na de bloei komen ze weer bijeen in een "bijenpark", waar ze dan verder door een imker uit de buurt worden verzorgd, die ook tot taak zal hebben, het aantal volken uit te breiden. Zolang de fruitkweker nog niet zelf bijenhouder is geworden, lijkt mij dit wel een goede methode om in het voorjaar verzekerd te zijn van voldoende bijenvolken in zijn boomgaarden. Wij moeten echter komen tot het zelf bijenhouden door de kwekers en dan liefst in kasten, die eenvoudig in behandeling en goedkoop zijn, doelmatig, en die men zelf kan maken. De Rijksbijenteeltconsulent, Dr. Minderhoud, deelde mij mede, dat hij in deze richting proeven gaat nemen, o.a. aan de cursus van de fruitteeltschool te Geldermalsen. Het ligt in de bedoeling, dat op dergelijke speciale cursussen voor fruitkwekers veel practisch zal worden gewerkt. De kweker moet met de practijk van het imkeren vertrouwd raken, de angst voor het omgaan met bijen moet verdwijnen. Als woning zal gebruikt worden een eenvoudige kast, waarmee men gemakkelijk zal kunnen imkeren en waarbij voorop zal staan, dat het alleen gaat om in de bloeitijd veel vliegbijen te hebben. Honing oogsten etc. is geheel bijzaak. Wie dan in het voorjaar volken te kort zou komen, kan de (zelfgemaakte) kasten bevolken met 5 of 6 raampjes met bijen, zoals men die op de Tielse markt zo practisch zag aangevoerd in stevige kartonnen dozen, waarin precies 6 ramen pasten. Voor de fruitkweker is de kast ook hierin te verkiezen: hij bevat in 't algemeen veel meer vliegbijen dan een korf, het controleren in het voorjaar is gemakkelijker evenals het voeren, het voorkomen of uitstellen van zwermen gaat gemakkelijker, waarmee ik echter niet wil beweren, dat, vooral het laatste, zo maar even door elke fruitkweker-imker zal kunnen worden uitgevoerd. Ja, als dat zwermen er maar niet bij kwam, dan zouden mogelijk reeds veel meer kwekers tot het zelf houden van bijen zijn overgegaan. De overige tijd van het jaar spelen ze het nog wel klaar, maar in de zwermtijd zitten velen met de handen in het haar. Nu valt het zwermen meestal na de bloei of in het laatst ervan en daarom volgen sommige kwekers deze methode: zij kopen in het voorjaar de benodigde volken en verkopen ze weer direct na de bloei.

Het zwermen zullen we eens wat nader gaan bekijken. De vermoedelijke oorzaak is: een teveel aan jonge bijen in Mei-Juni (en later nog eens in Juli-Augustus). Nu noemt men de korf-imker ook wel zwerm-imker. Hij zal in het voorjaar zijn volken liefst zo spoedig mogelijk op zwermhoogte brengen, terwijl de kastimker van dat zwermen juist niets moet hebben en zijn volken spoedig op vlieghoogte zal proberen te brengen, opdat bij gunstig weer een groot leger vliegbijen, haalbijen, haar nuttige arbeid voor den eigenaar zal kunnen verrichten. Onder deze groep imkers, de kast-imkers, moet dus ook de fruitkweker-imker geschaard worden. Hoe zal deze, die reeds tevreden is, als zijn nijvere arbeidsters voldoende bestuiving hebben teweeggebracht, nu na de bloei zijn bijtjes hebben te behandelen?

Omstreeks half Mei, soms wat vroeger, dikwijls ook later, zal de zwermdrift op gaan treden. Voor de kweker is het van grote betekenis, dat dit niet gebeurt vóór het einde van de bloei, want haaldrift en zwermdrift gaan niet samen en zolang er bloesems in de boomgaard zijn, moet het bevliegen ervan zo intensief mogelijk gebeuren. In 't algemeen wordt het zwermen uitgesteld door 't tijdig geven van meer ruimte, d.w.z. bij korven door het randen en bij kasten o.a. door het inhangen van de honingzolder. Er zijn voor zwermverhindering of zwermen uitstellen tal van methode's, zowel eenvoudige als ingewikkelde.
Heeft men een geknipte koningin, dan zal de eerste zwerm wel afkomen, maar daar de koningin niet kan vliegen, komt de zwerm op de kast terug. Is deze koningin nog jong, dan kan men alle koninginnedoppen uitsnijden. Ook kan men, bij een niet geknipte koningin, de eerste zwerm laten afkomen, deze scheppen, en na alle doppen te hebben verwijderd (en de darren gekopt) weer aan het volk teruggeven. Wil men uitbreiden, dan wordt de eerste zwerm op een nieuwe kast gedaan en b.v. op de plaats der oude gezet, welke dan niet licht meer zal zwermen, omdat hij alle vliegbijen verliest. Ook kan men de nieuwe kast een nieuwe plaats geven, na 8 à 9 dagen de oude kast beluisteren en als men hoort tuten 's avonds na 5 uur alle raampjes afvegen, alle doppen uitsnijden en de afgeveegde bijen met de jonge koningin weer op de kast doen.

Ik weet wel, dat ik met deze enkele "recepten" ver van volledig ben. Maar ik durf voor fruitkwekers-imkers, en vooral voor hen, die zo weinig mogelijk tijd aan hun volken kunnen of willen besteden, nog niet te gaan behandelen of gaan praten over: geheel- of gedeeltelijk omhangen, separeren, kunstzwermen maken als vliegers, jagers, vegers en broedafleggers, omzetten, omvoeren, koud zetten etc. De liefhebberij daarvoor komt later wel, als er wat meer practische ervaring is verkregen en wat theoretische kennis. Ik heb ondervonden, dat het grootste deel der fruitkwekers-imkers op den duur toch meer kennis wil opdoen van het interessante bijenleven. Als ze maar eerst zover zijn, dat ze bijen aangeschaft hebben, komt de rest ook wel.

A., J. H. R.