Krainer Bijenteelt.


Naar aanleiding van mijn lezing voor de Afd. Amersfoort, met als onderwerp "Een imkerreis door Europa", kreeg ik van verschillende afdelingen uitnodigingen ook daar deze lezing te houden, hetgeen reeds voor een vijftal afdelingen is geschied. Op al deze lezingen is mij gebleken, dat er meer belangstelling bij de imkers voor de buitenlandse bijenteelt bestaat, dan ik ooit durfde te vermoeden. In overleg met onzen geachten redacteur, zal ik een serie artikelen schrijven, van al het interessante wat ik tot dusver van de buitenlandse bijenteelt heb gezien en het zal dan hoofdzakelijk gaan over de bijenteelt in Krain (Jugo-Slavië), Italië, Oostenrijk en Duitsland.
Mocht een der lezers ook eens een reis naar een van die landen maken, en zou hij meer van de bijenteelt daar willen zien, dan ben ik gaarne bereid inlichtingen te verstrekken, mits porto voor antwoord is bijgevoegd.

In verband met het 35-jarig bestaan der fa. Jan Strgar te Bitnje, Krain in Jugo-Slavië, de wereldbekende kweker en exporteur van de Krainer bijen. lijkt het mij wel het beste het eerst daarheen eens een reis te maken en U te vertellen wat ik in het Krainerland gezien heb.
Deze reis maakte ik in Augustus 1933 en bezocht ik de volgende landen België, Luxemburg, Frankrijk, Zwitserland. Italië, Jugo-Slavië, Oostenrijk, Liechtenstein en Duitsland. De gehele reis ging per auto, hetgeen dat voordeel heeft, dat men kan blijven waar het mooi is en men overal kan komen, wat met de spoor niet altijd het geval is. Ik zou dan ook niemand willen aanraden zo'n reis per spoor te maken, daar men dan, als men alles zou willen bezoeken wat ik bezocht heb, zeker dat niet in 16 dagen voor elkaar kan krijgen.
Na dan de Ardennen te zijn doorgetrokken, de Vogezen te zijn gepasseerd. ging het de Alpen van Zwitserland tegemoet. Langs het Vierwaldstätermeer, de St. Gothard over naar Italië toe. Het Como- en Gardameer trekken voorbij, Milaan wordt aangedaan. Verder gaat het de Povlakte door naar de Lagunenstad, Venetië, verder langs de Adriatische zee naar Triëst en Fiume. Nog even de grot van Postumia bezoeken, waar men 3 uur met een treintje rondrijdt, en dan is het vaderland der Krainer bij bereikt. De Jugo-Slavische douane is uiterst vriendelijk en voorkomend als nergens anders. Spoedig zijn wij in de hoofdstad van de provincie Krain aangekomen, waar uit de verte reeds een wolkenkrabber boven het stadsbeeld domineert. Die stad is Ljubljana, het vroegere Laibach, een mooi stadje ter grootte zoiets als Arnhem.
Van Ljubljana gaat men over Kranj (Kainburg), Radovljica (Radmansdorf) naar Bled (Veldes), de schitterende zomerresidentie van den koning en tevens een mondaine badplaats aan het meer van Bled. Dan gaat het door een smal dal langs de rivier de Wochheiner Save een 40 k.m. ver naar de Wocheiner See, de bakermat van de Krainer bij en zijn wij midden in Opper Krain. De meest belangrijke plaats is daar Bohinjska Bastica, hetwelk jaarlijks, zowel in de zomer als in de winter, door zeer veel vreemdelingen bezocht wordt vanwege de schitterende omgeving, het gezonde klimaat en de ideale wintersport. Ongeveer 2 k.m. van Bohinjska Bistrica ligt Bitnje, een klein dorpje en reeds direct, rechts van de weg, zien wij de grote bijenstand van den Heer Jan Strgar. Links, rechts, voor en achter ons zien wij de alpen om ons heen, 1600, 2400 en meer meters hoog, met boven de eeuwige sneeuw. Geen bij, geen dar, geen koningin kunnen daar overheen vanwege de koude en nu begrijpen wij ook hoe het komt dat het Krainerras zo zuiver kan blijven. Een vreemde bevruchting is onmogelijk. En daarbij een flora!!! Tientallen kilometers lang rijden wij langs bloeiende boekweitvelden, een eldorado voor de bijen. Rotswanden met enige honderden meters hoog niets anders dan Erica Carnea, (Erica Carnea beduidt Krainer heide) en onder het hakhout Helleborus Niger, alles in het wild, hetgeen een overvloedige voorjaarsdracht geeft. Onder het hakhout vond ik eveneens in het wild, bij duizenden kleine Cyclamen, een plant welke men hier slechts in de bloemenwinkels ziet. Verder hoog op de Alpen de Alpenroos (Rhododendron Ferrugineum) met zijn schel rode bloemen, welke in de midzomer een overvloedige dracht van zeer licht gekleurde honing geeft. Verder de bekende dennen, bekend om de dennenhoning, en vooral niet te vergeten de verschillende soorten Gentiaan, Distelsoorten, Edelweiss en wat dies meer zij. Een flora om van te watertanden. Als goed imker heb ik natuurlijk van alle planten wat mede genomen en heb ik een originele Krainer Alpenflora in mijn tuin.

De grote modelbijenstand, de hoofdstand, waar 'n 300 volken onderdak vinden.
Vanaf de bijenstand van den Heer Strgar heeft men een fraai gezicht op de overweldigende en romantische Alpenketen, met links het meest opvallend de Crna Prst, 1864 m. hoog en ter rechter zijde de Triglav, 2863 m. hoog.
Wij zijn dus bij den Heer Strgar aangekomen, een eenvoudig, wit gepleisterd huis, waarvan men niet zou zeggen dat daar de imker woont met een wereldnaam en die naar alle werelddelen zijn bijen en koninginnen zendt. Aan de overzijde van de weg de grote modelbijenstand, de hoofdstand, waar een 300 volken onderdak vinden. Het is een gevlieg van jewelste, zo'n 300 volken. Hoofdzakelijk zijn het de bekende Krainerkastjes, het lange platte kistje met vaste bouw, allen op en naast elkaar gestapeld, als een tas stenen. Het grote voordeel van deze stapeling is, afgezien van het feit, dat men op een zeer klein oppervlak een zeer groot aantal volken kan plaatsen, wat met geen enkele andere woning mogelijk is, dat de volken elkander onderling verwarmen, met als gevolg, mede doordat het kastje zeer laag is, dat de ontwikkelingstemperatuur, voor de voorjaarsontwikkeling vooral, zeer gunstig is. Naast deze hoofdstand staan, over geheel Krain verspreid, nog meerdere standen, o.a. te Heiligen Geist aan de Wochheinersee een voor 60 volken, te Bohinjska Bistrica 100 volken, Gorjuscha eveneens 100 volken. Verder kweken nog een 25-tal imkers, voor rekening en op aanwijzing van den Heer Strgar, Krainer bijen en koninginnen.

700 m. hoger, diep in de Alpen, in een keteldal, vinden wij het bevruchtingsstation, waar 2 darrenvolken aanwezig zijn en 200 jonge koninginnen haar bruidegom kunnen vinden, om hun huwelijksfeest te houden. Per jaar worden daar ver over de duizend koninginnen bevrucht, waarvan de meeste naar alle werelddelen worden verzonden.
Een broer van Strgar heeft de leiding over een machinale houtbewerking, waar alle kasten, zwermverzendkisten, koninginneverzendblokjes, raampjes enz. vervaardigd worden.
Een historisch overzicht over het bijenteeltbedrijf van den Heer Strgar is wel interessant. Reeds als schooljongen interesseerde hij zich voor de bijen. Als zijn onderwijzer op een vrije schoolmiddag zijn bijen behandelde, kon men er zeker van zijn, dat zijn leerling achter een heg in het geheim toekeek. Toen zijn onderwijzer dat bemerkte, was het ijs gebroken en mocht hij helpen en verschillende werkjes zelf doen. De jonge Strgar toonde zo'n belangstelling, dat hij op een zekere dag een zwerm van zijn onderwijzer cadeau kreeg. Dat volk zou de grondslag worden van een modelbijenbedrijf, hetwelk over de gehele wereld bekendheid zou verwerven. Dat was in 1896. Door bijkopen werd de stand vergroot en reeds 7 jaar later, in 1903, werd de grondslag voor een wereldfirma gelegd. In dat jaar 1903, verzond Strgar zijn eerste volken naar het buitenland en wel naar Duitsland. Ieder jaar werd het aantal leveringen naar het buitenland groter en werd naar steeds meer landen verzonden.

Door een toeval ontdekte Strgar in een abnormaal grote zwerm, welke hij in 1912 schepte, darren met rode ogen (robijn rood). Darren met witte ogen bestaan wel, deze heb ik reeds in Erlangen gezien, en het blijkt, dat deze darren blind zijn. Darren met rode ogen waren en zijn tot dusver onbekend. Het eigenaardige was, dat noch de koningin, noch de werkbijen in die zwerm rode ogen hadden, alleen was dat het geval bij de darren. Maar nog eigenaardiger was het, dat deze rode ogen overerfelijk waren, en in 1913 en 1914 kweekte Strgar daarvan door. In 1912 verkocht Strgar zelfs 8 van die koninginnen, die darren met rode ogen leverden, naar Amerika voor de lieve som van 100 Kronen per stuk, wat in die tijd een bedrag van f 50.- per koningin was. Helaas, door de wereldoorlog, toen ook Strgar naar het front moest, zijn deze volken verloren gegaan, althans na de wereldoorlog heeft Strgar nimmer meer een volk gehad waarvan de darren rode ogen hadden. Dr. Fhilips uit Amerika meende, dat de oorzaak van de rode ogen bij die darren een geval was van gebrek aan pigmentstof, waardoor de ogen rood, inplaats van zwart waren.

Voor de oorlog leverde Strgar onder andere veel bijenvolken naar Rusland en de Kaukasus en hieraan is wel toe te schrijven dat de Kaukasische bijen zoveel van de Krainers weg hebben. Ook naar Nederland leverde hij toen reeds vrij veel volken en koninginnen. In zijn boeken van die tijd heb ik nog heel wat namen van bekende Nederlandse imkers uit die dagen aangetroffen.

De Heer Strgar zendt zijn bijen, zoals reeds gezegd, naar alle werelddelen; zowel Afrika, als Azië, Amerika en Australië zijn zijn afnemers. Voor ieder werelddeel moet Strgar echter ander verzendmateriaal hebben. Australië vergt heel ander verzendmateriaal, in verband met de afstand, als b.v. Amerika. Naar Amerika duurt de reis slechts 20 dagen, naar Australië duurt de reis daarentegen meer dan 40 dagen. Zijn een 30-tal begeleidbijen voor een koningin naar Amerika voldoende, voor Australië zijn het er minstens een 200 à 300.

Strgar zendt veel op tentoonstellingen in en heeft thans reeds meer dan 80 hoge onderscheidingen. Ook in 1931 zond hij volken naar een tentoonstelling in Cairo, waar hij, vanzelfsprekend, ook een prijs won. Een veel grotere voldoening voor hem was echter, dat hij een bestelling, naar aanleiding van het ingezondene, ontving van de Egyptische koning van 12 zwermen, terwijl de toenmalige troonopvolger, welke thans koning is, hem met een bestelling van 8 zwermen vereerde. Niet alleen dat Strgar hofleverancier in Egypte is, neen ook de regering vereert hem jaarlijks met opdrachten van enige honderden volken, zwermen of koninginnen. Het doel van de Egyptische regering is, om het ras daar te verbeteren en raszuivere koninginnen te laten kweken. Alle volken zijn dan ook bestemd voor de bevruchtingsstations, die daar midden in de ... woestijn zijn ondergebracht. Daar, in een of andere oase, heeft de bruidsvlucht plaats en komen geen andere bijen voor.
De grootste onderscheiding welke den heer Strgar wel te beurt viel is die bij zijn 35-jarig jubileum, waarbij de koning van Jugo-Slavië hem voor zijn bemoeiïngen voor de Krainerbijenteelt, de Orde der heilige Sava verleende.

Over de Krainer bijenteelt, meer in de finesses, hoop ik U een volgende maal meer te vertellen, alsook over de bijenteelt in Oostenrijk en Duitsland, waarbij wij meerdere grootimkers met 500, 600, ja zelfs een met 2000, schrijve tweeduizend volken zullen bezoeken.

SOESTERBERG. W.H. v.d. BROEK.