Zuid-Afrikaanse brieven.


Geachte Vrienden,
Het is naar aanleiding van een brief welke voorkomt in het Januarinummer dat ik dip schrijf. Onder het hoofd "Zuid-Afrikaanse Brieven" komt daar een schrijven voor, over de Z.-A. bijenteelt.
Ik vraag me af, hoe een Nederlander dit zou vinden, als ik b.v. in een Z.-A. koerant brieven schreef over primitieve bijenteelt of primitieve pluimveeteelt in Nederland en ik ging dan de toestanden beschrijven, zoals men ze in de veenstreken of ergens anders aantreft, waar de moderne methoden nog geen ingang hebben gevonden. En ik ga dat bovendien nog schrijven in een taal, die verreweg niet naar Nederlands lijkt. Wat zouden de Nederlanders daar van zeggen??? Precies zo is 't met bedoelde brief.

't Is mogelijk, dat in de omgeving waar onze schrijver woont, nog geen betere methoden zijn doorgedrongen, maar in een béétje moderne streek van Z.-A. treft men daarom wel betere methoden aan. Weliswaar, is over het algemeen genomen de bijenteelt nog niet zover en algemeen ontwikkeld als in Nederland, maar dat is in de eerste plaats te wijten aan gebrek aan voorlichting, ook is er geen vereniging die de belangen der bijenteelt zo behartigt als in Nederland. Maar ten spijte van al die ontberingen, is hier toch wel een betere methode dan juist "parafienkaste" boerderij.

Hoewel ik mij niet zal wagen om een grondig verslag te geven van de ZuidAfrikaanse bijenteelt (daar ik nog maar een bekrompen deel van Z.A. gezien heb), zal ik toch proberen om de gedachten van mijn Nederlandse imkervrienden in een andere richting te sturen.
Zoals de meesten wel zullen weten, is het klimaat in Z.-A. veel vaster dan in Nederland. Het leent zich dan om die reden in de eerste plaats al bijzonder goed voor bijenteelt. Zo kan men hier kolonies aantreffen van grote sterkte, die nog niet de minste zwermlust vertonen. Om dié reden, is, denk ik, het gebruik van twee broedkamers niet bekend. Of het wenselijk is om met 2 broedkamers te werken, weet ik nog niet, daar ik zelf kort geleden met mijn eerste volkje begonnen ben, ik hoop daar later nog eens op terug te komen.

De meeste in gebruik zijnde kasten, kan ik vergelijken met de enkelwandige Simplex ('t spreekt vanzelf, dat een dubbelwandige kast hier weinig of van geen nut is). (Waarom niet? Red.) In de meeste gevallen wordt een sectiebak bovenop de broedbak gezet met een rooster tussen beide. Bij goede dracht en een prima volk is dit wel mooi om te zien, hoe gauw zo'n sectiebak uitgewerkt en ook vol is, doch datzelfde is te bereiken in Nederland in dezelfde omstandigheden genomen. Als men daar een prima volk bij goede dracht in een zeepkistje stopt, zal men ook verwonderd wezen hoeveel honing dat volk daarin draagt, net zo goed als in de petroleumkisten in Z.-A.

Waar we hier niet mee behoeven te sukkelen, is de honingafzet. Tot het laatste pondje honing wordt gaarne afgenomen, 't is door particulieren of anders door winkeliers. Slingerhoning is onbekend, wat je koopt is óf lekhoning óf stukken raathoning óf sectiehoning, en dan tegen prijzen ongeveer 2 tot 3 maal die in Nederland. Een boer die dus zijn kostbare product weggééft, kunnen we zeggen is geen boer, want in Nederland wordt hij een boer gerekend, die van ieder knolletje geld probeert te maken.

In het wild treft men soms ook sterke kolonies aan, deze huisvesten dan in holen onder klippen, of soms ook gewoon in de open lucht onder overhangende rotsgedeelten voor bescherming tegen het weer.
Als men nu indenkt, dat bedoelde schrijver een nest heeft gevonden van 15 voet lengte, dan bedoelt dit, dat zo'n nest in Nederlandse maten ongeveer 4 m. lang moet zijn, een man zal dan een niet te korte ladder moeten meenemen om zo'n nest leeg te halen en wat een ijselijk volk moet dat dan wel wezen. Zoiets heb ik nog niet gezien, en dat lijkt mij dan ook wel een beetje Amerikaans.

Het spijt mij, dat ik nu mijn brief moet sluiten, omreden ik anders te veel ruimte verg.

Met Z.-A. Imkersgroeten,
J.B. BRUENS.
P.K. "De Bloem".
Bloemfontein O.O. 8 (Zuid-Afrika).

N.B. De geachte schrijver leze goed. De briefschrijver had het over primitief imkeren op de Carrovhoogvlakte, niet over de Z.A. bijenteelt in haar geheel. RED.