Bijenteelt voor fruitkwekers.


Wij vergeleken in het Juni-nummer het bijenhouden met o.a. de ziektebestrijding. Tal van kwekers, die eerst door loonsproeiers de nodige werkzaamheden lieten verrichten, gingen er al spoedig toe over zelf een spuit aan te schaffen. Dat was een belangrijke stap vooruit. Het was beter en goedkoper. Zo, stel ik me voor, zal het ook gaan met het bijenhouden. 't Zelf bijenhouden is voordeliger en men is in 't voorjaar verzekerd voldoende sterke volken te hebben (bij goede verzorging natuurlijk!)

Nu weet ik wel, dat het in de meeste gevallen gemakkelijker zal gaan iemand er toe te brengen zijn vruchtbomen te gaan bespuiten, dan hem, daarna, ook bijenhouder te maken. Als ik van enige vruchtbomen, die dezelfde bemesting hebben gehad, b.v. de helft een volledige bespuiting geef en de rest onbehandeld laat, zal ieder de enorme voordelen van een krachtige ziektebestrijding duidelijk kunnen zien. Bij 't al of niet houden van bijen zullen de verschillen in opbrengst niet altijd zo duidelijk spreken. Daarom ook is de propaganda voor ziektebestrijding gemakkelijker dan voor het bijenhouden. En als men daarbij dan bedenkt, hoe groot het percentage slecht verzorgde boomgaarden in ons land nog is, dan is het duidelijk, dat we nog heel ver zijn van het ideaal: alle fruitkwekers bijenhouders.
Het zijn de goede fruitkwekers, die het meeste nut en voordeel van de bijen hebben. Immers, alleen goed verzorgde boomgaarden kunnen, als de bestuiving zo intensief mogelijk was, een grote hoeveelheid prima fruit opleveren. Daar zijn de bijen op hun plaats. Onder deze kwekers moet dus de propaganda worden gevoerd, die krachtig aangepakt, tot succes moet leiden.

Waar wij bij onze propaganda dan steeds ook op moeten wijzen is o.a. het feit, waarop de Inspecteur van de tuinbouw en het tuinbouwonderwijs, de Weledelgestr. Heer Ir. v.d. Plassche, reeds meermalen heeft gewezen: dat de fruitkwekers in de toekomst wellicht rekening zullen moeten houden met lagere prijzen, voor prima kwaliteit fruit. Alle zeilen zullen dus moeten worden bijgezet om, zo mogelijk ieder jaar, een ruime oogst van goed fruit te kweken. De kostprijs moet dus omlaag. Voor een maximale oogst is een intensieve bestuiving een eerste eis. Daarom ook wees op de laatste algemene vergadering Inspecteur v.d. Plassche op de grote betekenis van de bijen voor de bestuiving en ontwierp de Rijksbijenteeltconsulent, dr. Minderhoud, speciaal voor de fruitkwekers een eenvoudige, goedkope, gemakkelijk zelf te maken bijenwoning, die het imkeren voor hen, die de bijen houden uitsluitend voor de bestuiving, heel eenvoudig zal maken.

Deze groep kwekers zal in het vervolg een bijenteeltcursus kunnen volgen, waar vooral veel practisch zal worden gewerkt met bovengenoemde kasten. Na een vier- of vijftal theoretische lessen in de winter, zal van Maart tot October nog een twaalftal practische lessen worden gegeven aan één bepaalde bijenstal. Genoemde kasten zullen het lesmateriaal vormen en zo zullen de deelnemers aan deze cursussen de gang van zaken in een bijenwoning van voorjaar tot najaar regelmatig kunnen volgen. Het ligt in de bedoeling de lessen in de avonduren te geven, behalve dan de eerste twee practische lessen in Maart en April, die b.v. op Zaterdagmiddag zullen worden gegeven. Bij deze kasten dan zal men in de zwermtijd minder moeilijkheden ondervinden en is voor de behandeling der volken weinig tijd nodig, waardoor dus ook het houden van bijen door den fruitkweker zelf, zal kunnen worden bevorderd. Wij hebben twee van zulke kasten gemaakt, zodat deze reeds volgend voorjaar voor een cursus dienst kunnen doen.

Al zullen wij dan ook in de toekomst zien een toename van het aantal kwekers, die zelf bijen houden, toch zal het huren van bijenvolken ook blijven toenemen, omdat het aantal h.a. boomgaard, dat vakkundig wordt verzorgd, elk jaar toeneemt. De toenemende verkoop van sproeimachine's en het stijgende gebruik van kunstmest in de boomgaarden wijzen dit wel uit. En op een betere toepassing van bespuiting, bemesting etc. zal in die bedrijven ook volgen het plaatsen of houden van bijen in de boomgaard, mits maar een krachtige propaganda daarvoor wordt gevoerd.
Zal deze uitbreiding van de bijenhouderij in de fruitstreken bij kunnen dragen tot een rendabele bijenteelt voor de vakimkers in die streken? Wij willen dit, aan de hand van de ervaringen in onze streek de laatste jaren opgedaan, in het volgend nummer eens bespreken.
A., J.H.R.