Zal de imker zijn honing "klaren".


Het is natuurlijk noodzakelijk, dat de imker weet, dat zijn gekristalliseerde honing door verhitting weer is om te toveren in dezelfde vloeibare en doorzichtige massa als hij in zijn flacons tapte, vóór dat wondere proces der kristallisatie aanving en zich volledig ontwikkelde. Ook is het nodig, dat hij zeer precies weet, hoever men bij dit "klaren" van honing mag gaan; welke temperatuur dus niet mag worden overschreden en welke schade men aan de kwaliteit van de honing zou toebrengen bij te grote verhitting. Vooral dit laatste echter weet niet ieder, die met honing te maken heeft. Wèl voelt ieder, die weet dat (te sterk) verhitte honing slechts mag verhandeld worden met een etiket waarop "verhitte honing", dat deze twee doodgewone woorden een minderwaardigheids-kenmerk aanduiden!

En moeten we nu trachten, ons echte, onvervalste en niet door overmatige verhitting verknoeide product, dat tegelijk lekkernij en voedingsmiddel van onschatbare waarde is, te doen gelijken op die minderwaardige, verknoeide honing, die zijn geur verloren heeft en o.a. het vermogen mist om zetmeel te versuikeren? Moeten we toegeven aan de wens van het publiek, dat in zijn onwetendheid meent, dat honing er altijd moet uitzien als een doorzichtige vloeistof ? Of doet de imker verstandig, zijn honing-cliënten te leren, dat echte honing na korter of langer tijd "versuikert" en dat de gebruiker desgewenst deze gekristalliseerde massa weer op de bekende wijze kan terugbrengen tot zijn jeugd-toestand?

Uit de reeks vragen, die over de producten van den imker, blijkens ons Maandschrift van Maart l.l., zijn gesteld op het examen voor bijenteelt in 1937, blijkt, dat men van den examinandus verwacht, dat hij zal tegemoetkomen aan de wens van het publiek naar niet-gekristalliseerde honing. Wij hopen voor den candidaat, dat hij gevoeld heeft welk antwoord men verlangde, maar wij hopen evenzeer, dat hij tegelijkertijd gedacht heeft: "hoe eerder mijn honing versuikert, hoe liever; dan kunnen mijn afnemers tenminste zien, dat ik onvervalste waar verkoop en ook dat ik de honing niet door over-verhitting heb bedorven".

Op verschillende honingmarkten - en in zeer sterke mate is het op de Deventer markt, die de grootste in ons land is, merkbaar - gaat het publiek meer en meer vragen naar "versuikerde" honing, tenzij men de betekenis van het Rijks-honingmerk kent en waardeert. Bij deze kenners staat honing onder dit zegel bovenaan, maar anders moet de honing bij voorkeur gekristalliseerd zijn. Zeker: het kost moeite, zowel de imker als zijn afnemers duidelijk te maken, dat gekristalliseerde honing de voorkeur moet hebben boven die blanke vloeistof; maar zolang onze winkels nog propvol worden gestopt met flacons "mooie", verhitte honing, zolang heeft de imker met zijn gekristalliseerde honing een machtig wapen in handen tegen dit massaartikel.

Laten we dus van nu af niet meer trachten de imkers te bewegen hun versuikerde honing weer vloeibaar te maken, maar laten we hen èn het honinggebruikende publiek leren, dat niet-verknoeide honing kristalliseert. En laat ons dan bij de laatsten desgewenst op grote schaal het juiste recept verspreiden om honing te klaren zonder gevaar te lopen, waardevolle fermenten te doden en geur en smaak te schaden.

G.J. LANKKAMP.

Opmerking.[uit het septembernummer 1938]
Wie de raad van den heer Lankkamp i.z. het "klaren" van honing ter harte wil nemen, kan niet beter doen dan zich de wikkelpapieren aan te schaffen, die voor luttele prijs te Amersfoort verkrijgbaar zijn. Op duidelijke wijze wordt hierin de waarde van het kristalliseren en een geheel veilige methode tot het weer vloeibaar maken aangegeven.
Mr. A. VAN DER FLIER.