Heeft de pepersuiker invloed op de volksontwikkeling?


In Oostenrijk ontvangen de bijenhouders ook accijnsvrije suiker. Aangezien de mensen daar niet beter of slechter zijn dan in ons land, vond de regering het noodzakelijk de suiker te denatureren.
Dit besluit verwekte in 1936 een grote beroering onder de imkers en slechts na zeer veel moeite is het de Oostenrijkse Imkersbond gelukt zuivere suiker ter beschikking te krijgen, niet dan nadat de Bondskanselier Schnusschig zijn bemiddeling verleende.

Toch is men in Oostenrijk al jaren bezig een onderzoek in te stellen naar het minst nadelige middel. Uit een verslag, dat een Oostenrijkse imker, Hans Platzer, op een Vergadering der Apis Club (? Red.) in Wenen op 9 Januari 1936 uitbracht, lezen wij in de Bienenvater:

"De voederingsproeven moesten met 3 volken plaats vinden, welke zoveel mogelijk in sterkte, broedaanzet en met betrekking tot de productiviteit der koningin gelijk zijn. Elk volk ontving een verschillend gedenatureerde suikeroplossing, er werd telkens 10 k.g. suiker in 7 liter water opgelost.
Volk I ontving 17 k.g. suikerwater, bevattende 0.1 gram Methylviolet.
Volk II kreeg een even grote oplossing met 0.1 gram Methylviolet en 5 gram Paprika.
Volk III eveneens met 5 gram Chinosol.
De met Chinosol bewerkte suiker verspreidde een sterke lucht, die zich ook aan het kookgereedschap mededeelde, zodat deze in de eerste dagen niet voor de huishouding te gebruiken waren. Bij algemeene voedering met Chinosol-suiker, zal door deze lucht, welke nog des morgens uit de vlieggaten komt, roverij kunnen ontstaan.
Gevoerd werd in bakken, die 8 liter kunnen opnemen. Er werd dagelijks slechts 4 tot 4½ liter gegeven. Bij de Paprika moest de fles met vlakke hals te hulp komen, daar de bijen niet in de bak gingen, reden onbekend. De voerinrichting moest dagelijks schoongemaakt worden, daar zij door de Paprika verstopt raakte. Reeds na deze eerste ervaringen zou ik, indien nodig, voor de Methyl, zonder enige toevoeging, zijn.
Het Paprika-volk vertoonde steeklust tijdens het voeren.

De 17 k.g. oplossing werden, uitgenomen de Paprika, in 5 dagen opgenomen. Het Paprika-volk deed er acht dagen over. Bij het Methylvolk werden 20 jonge bijen op verkleuring der honingblaas en darmen onderzocht, bij 5 bijen was dit met de honingblaas het geval.
Bij de uitwintering bleek, dat het aantal dode bijen der 3 volken niet hoger was dan het gemiddelde der andere. Het Paprika-volk toonde geen extra steeklust meer, de broedaanzet, in tegenstelling der andere, zeer toegenomen. Chinosol geen reuk meer aanwezig.
De honingopbrengst van het Chinosol-volk was 12.45 k.g., van Paprika 17.10 k.g. en Methylviolet 12.30 k.g. Het gemiddeld der andere volken was 10.09 k.g.

Deze positieve waarneming wil natuurlijk in het geheel niets zeggen en zal eerst het totaalresultaat een enigermate juist beeld tonen. Om nadeel vast te stellen zouden de proeven op groter voet en gedurende een reeks van jaren genomen moeten worden.
Ik persoonlijk trek reeds thans voor mijn eigen bijen deze gevolgtrekking:
Mijn immen geven mij het edelste en reinste product harer nooit verflauwende ijver, zo zullen zij van mij daarvoor steeds slechts de beste en zuiverste kristalsuiker ontvangen, ook al moet ik dan van de vermindering der belasting afzien."

In ons Groentje van Augustus 1937 vraagt de houder van het privé-waarnemingsstation zich af of de goede ontwikkeling in het voorjaar 1937 toegeschreven moet worden aan de pepersuiker. Mijn volken waren dit jaar ook vroeg flink ontwikkeld en gezien de proeven in Oostenrijk zou dan de pepersuiker toch ook nog een goede zijde hebben. Wachten wij het voorjaar 1938 af.
JEKAVE.

Naschrift Red. Door den Rijksbijenteeltconsulent Dr. Minderhoud worden uitgebreide proeven genomen met betrekking tot een geschikt denatureringsmiddel, dat zowel den fiscus als den bijenhouder tevreden stelt. Deze beiden "tot gelijkschakeling" te brengen schijnt echter niet gemakkelijk. RED.