Vragenrubriek.


Vragen bestemd voor deze rubriek richte men tot den Heer A. Oonk te Warnsveld. Beantwoording kosteloos. Wenst men schriftelijk antwoord, dan sluite men een postzegel in. Alleen vragen, die ook voor anderen van nut kunnen zijn worden beantwoord.

Vraag 439. Ik wilde gaarne enkele zeer mooie korven laten vlechten. Nu hoorde ik bij de korvenmaker, dat hij alleen gewoon stro verwerkt. Hier en daar zag ik zeer mooie korven van bunte stro. U kunt mij misschien inlichten waar dit soort stro te verkrijgen is. Bovendien wilde ik gaarne vernemen, of dit stro misschien niet zo warm is voor de bijen, als het gewone stro. ik vind dit persoonlijk wat erg grof, tenminste als men zeer mooie korven wil hebben. Gaarne vernam ik dan ook de voor- en nadelen van bunte stro.
W. S. te H. (N. H.)
Antwoord: Met bunte stro zal wel bedoeld worden buntgras corynephorus), d.i. een plantengeslacht der grassen met drie soorten, waarvan corynephorus canescens of weingaertneria canescens het buntgras of bunte bij ons algemeen en in grote hoeveelheden bij elkaar op dorre zand- en heidegronden en in de duinen voorkomt. Ik kan U niet zeggen of korven speciaal van buntgras worden vervaardigd. Ik heb wel eens gevlochten korven gezien, die van twijg waren gemaakt, zogenaamde mandkorven. Deze werden dan van binnen met koemest bestreken en van buiten overtrokken met lang buntgras. Ik weet niet of buntgras warmer is dan het gewone stro, doch dit zal voor de bijen niet zo veel uitmaken. Hoofdzaak is, dat de korven goed stevig zijn gevlochten. Over de voor- en nadelen kan ik U niet inlichten. U zult buntegras wel bij de handelaren in imkersartikelen kunnen kopen, of bij korvenmakers, waarvan U enkele adressen wel in de advertenties van het "Groentje" kunt vinden. Kan een onzer lezers misschien zijn bevindingen meedelen, die hij met korven, welke uitsluitend van buntegras waren gevlochten, heeft opgedaan?

Vraag 440. Welke kleuren geeft men bij het merken van koninginnen in diverse jaren? Met welke laksoorten vindt dit het eenvoudigst plaats? Ik hoorde wel eens van spirituslak vermengd met kleurstof. W. S. te H. (N. H.)
Antwoord: Men merkt koninginnen met een kleine verfstip op het rugschild en gebruikt daarvoor het ene jaar groene, het tweede jaar rode en het derde jaar b.v. gele spirituslak. Ook merkt men haar wel met een staniolplaatje van de gewenste kleur. Tegenwoordig gebruikt men een Eckhardt koninginnen merkapparaat, dat het nieuwste en ook het beste op dit gebied moet zijn. Een staniolnummer wordt met een ponsje uitgestampt, met wat vlug drogende lijm bevochtigd, en met een stampertje op de koningin gedrukt. U vindt dit artikeltje wel genoteerd in de bijenteeltprijscouranten.

Vraag 441. Op welke wijze knipt men het beste de koningin de vleugels en kan dit werk een beginneling ook uitvoeren? Is er veel handigheid en ervaring voor nodig?
T. S. te H. (Gld.)
Antwoord: De koningin knipt men het beste de vleugels (één vleugel is ook al voldoende) met een pincet en een nagelschaartje. Het pincet houdt men in de linkerhand. Men opent het pincet en houdt hiermede de moer om het borststuk vast. Met de andere hand knipt men dan de moer, die op het raam blijft zitten. Na enige oefening gaat het gemakkelijk. Men kan het eerst eens met enkele darren proberen. Veel handigheid en ervaring is er niet voor nodig.

Vraag 442. Hoe kan men het beste en eenvoudigste twee volken, die zich in één kast bevinden, verenigen? Het volk boven in de kast is het kleinste en zwakste. De bedoeling is, dat als de twee volken samengevoegd zijn en dus tot één volk verenigd, zij de beschikking hebben over de gehele kast.
T. S. te H. (Gld.)
Antwoord: Uit het bovenste zwakke volk vangt men de koningin. Dan legt U een rooster tussen boven en onderste volk. Na een paar dagen kunt U dan van de twee volken er één maken.

Vraag 443. Hoeveel k.g. raatwas heeft men gemiddeld nodig om daaruit 1 k.g. dubbel gezuiverde bijenwas te kunnen smelten?
J. v. H. te W. (Gld.)
Antwoord: Hoeveel droge raatwas men nodig heeft om daaruit 1 k.g. dubbel gezuiverde was te kunnen smelten, hangt geheel van de kwaliteit van het raatwas af. Uit mooie geheel blanke raatwas zonder stuifmeel komt misschien wel 80% gezuiverde was, terwijl heel oude zwarte raten, die men bijna niet kan doorbreken, wellicht maar 5 à 10% gezuiverde was bevat. Hoe donkerder raatwas is, hoe geringer het wasgehalte bedraagt.

Vraag 444. Kunt U mij een apparaat aanbevelen, dat ongeveer 25 k.g. raatwas, met zo gering mogelijk verlies aan was in het afvalproduct, kan smelten? Is genoemd apparaat in de handel, of zou het met een beetje handigheid zelf te vervaardigen zijn?
J. v. H. te W. (Gld.)
Antwoord: Er zijn verschillende apparaten om was in te smelten in de handel. Wil men 25 k.g. raatwas in eens smelten, dan zal men wel op een houten blokpers aangewezen zijn. De raten worden in een grote geëmailleerden pot gesmolten, daarna in een perszak gedaan en
vervolgens wordt het was er met de houten blokpers uitgeperst. Ik raad U aan eens Joustra's Bijenboek te lezen, waarin verschillende waspersen voor groot- en kleingebruik worden beschreven. U krijgt dan een idee, welke pers het doelmatigst voor U kan zijn. Het beschrevene wordt door foto's verduidelijkt. De afd. Handel te Wageningen heeft wel verschillende waspersen in voorraad. U zoudt daar eens een kijkje kunnen nemen. Vraagt U maar eens een prijscourant aan.


Vraag 445. Zou het aan te raden zijn om een bijenkast van een triplexbodem te voorzien?
H. J. B. te M. (Ov.)
Antwoord: Een kast moet kunnen uitwasemen. Nu schijnt mij een bodem van triplexhout minder geschikt, daar triplex zeer waarschijnlijk geen vocht doorlaat. U kunt echter met één kast eens een proef nemen en zien hoe het bevalt.

Vraag 446. Mijn kasten zijn alle van 1 duims hout binnen- en buitenbak. Kunnen ze ook wel van
½ duims elke bak?
H. J. B. te M. (Ov.)
Antwoord: Men kan de kasten wel van ½ duims hout maken inplaats van 1 duims, doch ik zou liever 1 duims hout verkiezen, daar dan de kast veel steviger is, beter tegen een stootje kan en langer meegaat.

A. OONK.