Veilig overwinteren bij koude bouw.


Het valt m.i. niet te ontkennen, dat aan het overwinteren bij koude bouw enig risico verbonden is, wanneer men n.l. de broedbak op de bodemplank laat staan. Als de winters zo zacht zijn als in de laatste jaren het geval was, deert dit niet. Maar er kunnen ook andere komen, wanneer bij lage temperatuur een snijdende N. of Z. Ooster ons doet huiveren in onze dikke jas. Vooral als de stand op het O. is geplaatst. Zoals bekend is, is de temperatuur in de bijentros wel lager dan die van het broednest, maar toch is er bij een lage temperatuur daarbuiten een zeer groot verschil, dat de bijen door "stoken" moeten aanvullen en wanneer nu de koude luchtstroom onbelemmerd onmiddellijk kan toetreden en de tros van uit bij koude bouw verscheidene "straten" be-ijzen zal ik maar zeggen (bestoken klinkt wat zonderling) dan krijgt de tros het kwaad te verantwoorden.
Daarom is wel eens aangeraden de broedbak boven op een honingbak te zetten, waardoor de aanraking met de buitenlucht niet meer zo onmiddellijk is.
Veel beter, afdoende, echter is het volgende, dat ik jaren geleden in een tijdschrift (tot mijn spijt weet ik niet meer welk) aangeraden vond (en in feite ook bij de K. Zw. toepassing vindt. Red.)

Men make van triplex een plankje, dat de broedbak geheel kan bedekken.
Hierin moet een gleuf worden aangebracht ter breedte van een klimraat. De broedbak wordt nu boven het plankje geplaatst en dit weer op een honingbak met klimraat onder de gleuf en alles is in orde. Eerst vanuit de honingbak en door de gleuf, die loodrecht staat op de vliegopening, kan de buitenlucht toetreden. Van snijdende windvlagen geen sprake. Ook geen last van damp. De bijen zitten "hoog en droog". Verlokkende, maar bij lage temperatuur gevaarlijke zonnestralen, brengen de bijen niet buiten. Minder snel wordt de voorraad opgeteerd. Van verstopping door dode bijen komt niets in. Het "lijkenhaakje" kan buiten werking blijven. Luisteren met een gummislang is overbodig. En met gerustheid kan, als voldoende hoeveelheid suiker (20 p.) is bijgegeven milder weer worden afgewacht. Zelf bevind ik mij bij deze methode zeer wel en hetzelfde wens ik gaarne den lezer toe.
Mr. A. VAN DER FLIER.