De weerkundige waarnemingen rondom de Holterberg.


In het tweede jaar waarin thans de weerkundige waarnemingen om de Holterberg zijn verricht om daaruit ten bate van de bijenteelt lering te trekken ten opzichte van te verwachten heidebloei, waren de neerslagcijfers gedurende de maanden April, Mei en Juni en ook de nachtvorstgegevens van die aard, dat reeds begin Juli aan alle afdelingen voor bijenteelt, die bij deze klimatologische waarnemingen zijn geïnteresseerd, door den leider dezer onderneming kon worden medegedeeld, dat een uitstekende bloei van de heide in het jaar 1937 kon worden tegemoet gezien. Voor de imkers, die gewoon zijn in deze omgeving hun bijenvolken te plaatsen, behoefde er dus geen reden te zijn naar ander, meer hoopgevend terrein uit te zien.

In de gemelde periode, waarin de vorming van de bloei-scheuten en de bloemen plaats vindt, was de regenval op alle waarnemingsstations boven het normale gemiddelde, terwijl nachtvorst, die de bloemen in de kiem zou kunnen hebben beschadigd, nergens was voorgekomen. De bijenhouders, die op de gemelde verwachting hebben vertrouwd en hun bijen in goede conditie hadden, hebben dan ook, dank zij het goede weer in de eerste periode van de bloei der heide (begin Augustus) in dit waarnemingsgebied een goede slag geslagen. Natuurlijk zouden ook, naast klimatologische invloeden, tijdens de drachtperiode andere invloeden - we denken aan spinrag, bijenwolf en heidekever - de honingoogst hebben kunnen beïnvloeden. Geen dezer vijanden van de bijenteelt deed zich hier echter gelden, of tenminste merkbaar gelden, en dit is, ook met het oog op de onderzoekingen, die hier gaande zijn, een gelukkige omstandigheid, omdat een mislukking voor rekening van deze neven-omstandigheden dan niet geboekt kan worden op rekening der klimatologische waarnemingen.

Een eigenaardig verschijnsel, dat nog niet verklaard kan worden, doch wellicht verband houdt met de overtollige regen in het tweede kwartaal van. 1937, was dit, dat de heide (bedoeld wordt de Calluna, de grote drachtplant, en dus niet de Erica of dopheide) meer dan een week vroeger dan gewoonlijk in volle bloei stond. Geldt toch 10 Augustus als de datum, waarop de nectardracht op de heide aanvangt, dan moet worden geconstateerd, dat bijen, die dit jaar op de 6de van deze maand ter plaatse waren, er nog te laat waren gebracht. Twee dagen na aankomst op de hei, hadden deze volken reeds dikke, z.g.n. "spekraten" gebouwd. Jammer, dat te grote droogte - ook lucht-droogte - in de eerste twee weken van Augustus de dracht vroeger beëindigde. Maar.... men kan tevreden zijn.
B., G. L.