Vragenrubriek.
Vragen bestemd voor deze rubriek richte men tot den Heer A. Oonk teWarnsveld. Beantwoording kosteloos. Wenst men schriftelijk antwoord, dansluite men een postzegel in. Alleen vragen, die ook voor anderen van nutkunnen zijn, worden beantwoord.
Vraag 465: Waar zijn hier te lande Buckfastkasten verkrijgbaar, of wie maakt ze op bestelling?
J. J. B. te V. (Z.H.)
Antwoord: Ik kan U op deze vraag geen inlichtingen geven. Kan een onzer lezers dit misschien, dan zou ik dit gaarne vernemen. Wel kan ik U melden, dat in ons Maandschrift van Nov. 1934 een artikel heeft gestaan van dhr. J.W. Schotman "Brieven uit den Honinghhof", waarin hij de Bukfastkasten beschreef en mededeelde, dat deze besteld konden worden bij J.T. Burgess & Son, 10 & 11 Guinea street te Exeter, Engeland. In de prijscourant dezer firma stonden ook allerlei onderdelen van deze kasten vermeld.
Vraag 466. Kunt U mij ook een adres opgeven, waar strooien randen worden gemaakt, waarin 10 Simplexramen passen? Ik bedoel randen, waar een houten bodem en kap op gemaakt moeten worden, dus de diepte hebben van Simplexbroedkamermaat. Weet U ongeveer de prijs?
de H.'s bijenpark te V. (N.H.)
Antwoord : Een adres van iemand, die strooien Simplexranden maakt, ken ik niet, doch ik denk, dat U zich dan tot een korvenvlechter dient te wenden. De prijs van zulke randen kan ik U niet opgeven. Dit zal van de bewerking en kwaliteit afhangen. Hoe steviger de randen gevlochten worden, hoe beter deze zullen voldoen. Kan een onzer lezers mij nader inlichten?
Vraag 467: Weet U ook het adres van een afnemer van propolis en hoeveel is ongeveer de prijs p. k.g. ?
H. R. B. te Z. (U.)
Antwoord: Af en toe kwamen wel eens advertenties in het Groentje voor, waarin propolis werd gevraagd. Een koper, die thans propolis afneemt, kan ik U niet opgeven. Kent een onzer lezers misschien een afnemer, dan zou ik zijn adres gaarne vernemen. Ik kan U de prijs, die er ongeveer per k.g. voor wordt betaald, niet opgeven. Het artikel schijnt af en toe in drogisterijen wel eens te worden gebruikt.
Vraag 468: Onze afdeling wil het a.s. voorjaar naar de koolzaadvelden reizen. Welke is de meest doelmatige bedrijfswijze hiervoor? Is de omhangmethode de beste, of kan men ook een honingkamer opzetten? Is het knippen van de vleugels der koningin noodzakelijk? En hoeveel volken zouden er per H.A. geplaatst kunnen worden, zonder dat de dracht er onder lijdt?
J. C. T. te L. (Z.H.)
Antwoord: Daar koolzaadhoning zich voor raathoning minder goed
leent, omdat deze spoedig tot versuikering overgaat, lijkt mij de omhangmethode de meest gewenste. U geeft het volk dan tevens behoorlijk ruimte en kunt U na afloop der dracht de honing uitslingeren. Het knippen van de vleugels der moer is niet noodzakelijk, doch wel wenselijk, omdat men hierdoor het wegvliegen van de voorzwerm voorkomt. Per H.A. zullen wel een 20 volken geplaatst kunnen worden, zonder dat het gewin er onder te lijden heeft. Een juist getal is niet precies op te geven, want bij overvloedige dracht zou dit aantal ook nog wel wat groter mogen zijn. Om de spoeling niet te dun te maken, is het altijd beter, dat de volken verspreid over de velden geplaatst worden; een ophoping is uit de boze.
Koolzaad bloeit in Mei, soms al eind April. Mij dunkt wel wat vroeg om de omhangmethode toe te passen.
(Red.)
Vraag 469: Reeds meermalen werd in de vragenrubriek aanbevolen, dat de zekerste methode was de volken eerst drie weken meer dan 3 k.m. van huis te brengen, als men deze op zijn stand een eind wilde verplaatsen. Het verplaatsen over grote afstand komt mij echter het volgende voorjaar nogal ongelegen, terwijl ik toch mijn bijenstand 40 m. moet verzetten. Is er geen methode in de winter, waarmede de stand ca. 40 m. kan verplaatst worden, zonder dat de bijen van het erf weggebracht moeten worden? Er werd mij b.v. aangeraden na intreden van de eerste koude, dus als de bijen goed ingebald zijn, de kasten in een andere kleur schilderen en zorgen, dat ze vóór de eerste reinigingsvlucht verplaatst zijn.
G. W. J. M. te E. a/d H. (N.H.)
Antwoord: Als de bijen 's winters in minstens 6 à 8 weken niet hebben gevlogen, is verplaatsing ook wel mogelijk, hetgeen men liefst tegen de avond doet. Men moet de oude bijenstand dan geheel afbreken, zodat deze geheel onherkenbaar geworden is en de bijen er geen herinneringsteken bij de eerste reinigingsvlucht aan hebben. Aan deze methode van verplaatsen is natuurlijk altijd enige risico verbonden, dat niet het geval is bij het wegbrengen gedurende een drietal weken op minstens een afstand van 3 k.m. van huis. In zachte winters afgewisseld met vrij veel vliegdagen kan men bovengenoemde methode niet toepassen.
Vraag 470: Ik heb enige potjes oude honing, welke door een gisting een weinig naar alcohol smaken en ruiken, dus niet meer voor consumptie geschikt zijn. Kan ik zonder gevaar voor het welzijn der bijen deze honing door voedersuiker mengen?
Ir. J. H. te R. (Z.H.)
Antwoord: De gegiste honing verwijdert U uit de potjes. U doet deze honing dan in een pannetje en kookt hem op. Het schuim schept U er af. Deze opgekookte honing kunt U zonder bezwaar door voedersuiker mengen.
Vraag 471: Circa 15 jaar geleden was ik op bezoek bij een imker in Gelderland, die ongeveer 120 kasten bezat. Deze kasten hadden een bovenbehandeling. Zij waren tamelijk lang, eerst de broedkamer 8 à 10 raampjes, daarachter de honingkamer ook voor ongeveer 8 raampjes. In de winter werd achter de broedkamer een scheidingsplankje aangebracht. Ze hadden ook een bodemplank en een opklapbaar vlieggat. Van boven een plat dak met zink. Het deksel ging over de rand heen. De kasten waren van zeer dik hout en enkelwandig, hoewel er ook dubbelwandige bij waren met bodemplank en zinken voerbak in de bodem. In de kast zat aan beide zijden een dwarslatje, waarop de raampjes werden bevestigd. Nam men het deksel van de kast, dan kon men zowel in de broed- als in de honingkamer komen. De raampjes waren meer hoog dan breed. Wat voor een naam hebben deze kasten en bestaan zij nog? Kunt U mij misschien ook de maten van deze kast opgeven en van de raampjes? Ik wilde komend voorjaar met bijenhouden beginnen en vind deze kasten voor een beginneling gemakkelijker dan een Simplex of W.B.C. Als die kasten niet meer in de handel zijn, wat raadt U mij dan aan om mede te beginnen? De W.B.C. vind ik wat duur.
G. B. te B. (Dr.)
Antwoord: Ik geloof niet, dat de door U beschreven kast in de handel is. De imkers maakten deze soort kasten vroeger meestal zelf en men kon er wel goed mede imkeren. Vooral als men er mede naar de hei ging, kon men de broedkamer verkleinen, daarachter plaatste men een rooster en hierachter de honingramen. In de regel had men er wel succes mede op de hei. De maat van deze kasten en die der raampjes kan ik U niet opgeven. Dit regelde de imker meestal zelf naar eigen inzicht en ondervinding. De Simplex is in de handel en hiermede is ook wel een goede oogst te verkrijgen, als men maar zorgt voor sterke volken tijdens de dracht gereed te hebben. Men kan er ook gemakkelijk mede reizen, veel beter dan met de W.B.C., die onhandiger is en te veel uitsteeksels bevat.
A. OONK