Vragenrubriek.


Vragen bestemd voor deze rubriek richte men tot den Heer A. Oonk teWarnsveld. Beantwoording kosteloos. Wenst men schriftelijk antwoord, dansluite men een postzegel in. Alleen vragen, die ook voor anderen van nutkunnen zijn, worden beantwoord.

Betreft vragen over "Buckfastkasten", "Strooien Randen" en "Oud model bijenkast". Ik ontving hierover verschillende inlichtingen, waarvoor mijn dank. Ik heb deze aan vragenstellers doorgezonden.

Betreft vraag 468 "Reizen naar het koolzaad". Dhr. A.L.J. te Rotterdam deelt hierover het volgende mede: "Ik ga al enige jaren naar het koolzaad en met de beste resultaten. Bij ons is in Februari, Maart en April zeer veel stuifmeel te halen, zodat drijfvoedering kan plaats hebben. Zonder dit heeft men eind April natuurlijk geen sterke volken. Bij 't begin van de bloei van 't koolzaad gaan de kasten er heen. Er wordt alleen met broedkamerramen gewerkt. De volken worden nu verder bij 't koolzaad behandeld. Heeft een volk de gehele broedkamer bezet, dan wordt een rooster gelegd en daarboven een tweede broedkamer gezet. Hierin komt aan één zijde: ten eerste een raam met alle soorten broed. Zijn de kantramen in de broedkamer met honing gevuld, dan komen die aan weerszijden van het raam met broed. Boven bevinden zich dus drie broedramen. Alles wordt nu van boven met kleedjes warm afgedekt. Dit afdekken moet goed geschieden. Waar de 7 ramen boven ontbreken, liggen de kleedjes dus op de onderste broedkamer, zodat er in de bovenste broedkamer geen lege ruimte is. In de broedkamer komt midden in 't broednest een uitgebouwd raam of met kunstraat. Verder uitgenomen ramen worden door uitgebouwde ramen of door ramen met kunstraat aangevuld.
Na b.v. een week worden opnieuw een tweetal ramen naar boven gehangen. Met honing, indien aanwezig, anders met gesloten broed. Daarna kan langzamerhand de bovenste broedkamer (nu honingkamer) met uitgebouwde ramen aangevuld worden. Ik bereik aldus: 1e wordt de honingkamer niet in eens gegeven (warmte), 2e wordt steeds in de broedkamer ruimte gegeven. In 1938 hadden wij van 4 volken 140 pond, terwijl wij om ruimte te geven en bij gebrek aan meerdere derde honingkamers (één kast had er drie) nog drie tamelijke afleggers hadden moeten maken. U ziet dus wat er in zit. Het is echter noodzakelijk, dat ter bescherming tegen wind de kasten in het koolzaad worden geplaatst. Dat is het halve gewin en de landbouwers is het dat meestal wel waard".
Tot zover dhr. J. Zulk een methode kan natuurlijk worden toegepast, als men de volken geregeld kan bezoeken, doch hoeveel imkers zijn er niet voor wie dit onmogelijk is wegens de verre afstand. Zij moeten hun werkwijze dus iets anders inrichten.

Vraag 477: Worden wel eens kosten vergoed aan imkers, die hun bijenvolken in boomgaarden plaatsen?
C. B. B. te W. (N. Br.)
Antwoord: Het plaatsen geschiedt in de regel zonder kosten, doch soms worden de imkers ook wel eens wat in de kosten tegemoetgekomen, waarbij hun f 0.50 of f 1.per volk wordt vergoed.

Vraag 478: Hier werd door iemand beweerd, dat afgesalpeterde bijen in het voorjaar wel vliegen, doch geen honing halen. Mag ik Uw oordeel hierover?
P. H. Jzn. te P. (Dr.)
Antwoord: Ik heb hiervan nooit gehoord.

Vraag 479: Kunt U mij ook een goed en goedkoop adres opgeven voor imkersgereedschappen?
P. H. Jzn. te P. (Dr.)
Antwoord: Raadpleeg U de advertentiekolommen van ons Groentje eens. Hierin komen talrijke adressen voor. Vraag bij enige, die U het geschiktst voorkomen eens een prijscourant aan.

Vraag 480: Waar kunnen in het voorjaar bijenvolken in boomgaarden worden geplaatst?
Antwoord: Iemand heeft te Babilonienbroek in het Land van Altena één hectare boomgaard, waarin pere- en appelbomen staan, waaraan zeer veel knop zit. In de omtrek zijn meerdere boomgaarden en veel griendhout. Hierin kunnen alleen tijdens de bloei bijenvolken worden geplaatst. Mochten er belangstellenden zijn, die van dit aanbod wensen gebruik te maken, dan wil ik gaarne het adres opgeven, als zij mij een briefkaart met betaald antwoord zenden.

Vraag 481: Wanneer moet ik beginnen met opvoeren om van het koolzaad te kunnen profiteren, dat hier van eind April tot half Mei bloeit ?
T. R. te N. S. (Gr.)
Antwoord: U kunt met opvoeren ca. half Maart beginnen, zodra het weer daarvoor geschikt is.

Vraag 482: Hoe is de verhouding suiker en water en de hoeveelheid? Ik heb de kasten met een mat afgedekt, waarin een stukje gaas om er een jampot op te kunnen plaatsen. Ik vind dit een prachtige voermethode.
T. R. te N. S. (Gr.)
Antwoord: In het najaar voert men vrij dikke suikerstroop, b.v. 3 liter =- 3 k.g. water op 5 k.g. suiker. In het voorjaar echter hebben de bijen vrij veel water nodig en geeft men b.v. ca. 4 k.g. water op 5 k.g. suiker. Als de bijen half Maart nog voldoende voer hebben, geeft men b.v. elke avond één jampotje lauwwarm voer. Af en toe kunt U eens een dag overslaan, want er mag geen voorraad van worden opgeslagen. Dit moet U af en toe eens controleren.

A. Oonk