Wij dansen op een vulcaan!


I

Gij hebt een buitenkansje: op een wandeling ontdekt gij een zwerm in een boom. Gij vangt die zwerm, brengt hem in een ledige bijenwoning en uw stal is met een volk vermeerderd.
Heel gewoon, nietwaar? En u zult er misschien van schrikken als ik u zeg, dat het niet overal een buitenkansje is, een zwerm te vinden. Hierbij laat ik volkomen buiten beschouwing het onzekere element, dat in een bedrijf met geselecteerde bijen een koningin van onbekende herkomst vormt.
Zó kan het ook (en ik hoop dat het ons bespaard blijve!)
Op een wandeling ontdekt gij in een boom een zwerm. Gij trekt een witte jas aan met sluitende mouwen enz., vangt de zwerm in een waardeloos kistje, zwavelt de bijen af en overgiet de hele zaak rijkelijk met petroleum, gij steekt er de brand in en bedekt de overblijfselen met een dikke laag aarde. Gij wast uw handen met een lysoloplossing en zorgt dat uw witte jas in de was minstens een half uur kookt.

Wat kan de reden van die ontzettende handelwijze zijn, vraagt gij u misschien met verbazing af. Wel, heel eenvoudig, lezer, vuilbroed, broedpest.
Ik heb streken bezocht, waar men een vreemde zwerm beschouwt als een dreigend onheil, dat dood en verderf onder de bijen kan brengen in de verre omtrek. De vreemde zwerm kan besmet zijn met broedpestbacteriën.
Men gaat het onheil te lijf op de wijze die ik u schilderde. En slaakt een zucht van verlichting als de bijen en alles wat er mee in aanraking is geweest, dood en verbrand en begraven zijn. Lacht het u toe, in de toekomst, in de nabije toekomst misschien, zo te moeten handelen, als gij een zwerm vindt?

Natuurlijk vindt gij het afschuwelijk. En toch toch dreigt ons dit gevaar. Erger: toch spélen wij met dit gevaar. Wij dagen het uit! Wij dansen op een vulkaan!
Met schrik vernam ik deze zomer, dat de broedpest, waartegen ik meermalen gewaarschuwd had, reeds tot in België doorgedrongen was. Ik ben in België de toestand gaan opnemen. En Mr. A. Gérard zegde mij toe mijn waarschuwende woorden in de Belgische bladen over te nemen.
Kort daarna blijkt, dat men hier in Nederland op veel groter schaal dan de meesten van ons hadden durven vrezen, vreemde bijen importeert en er proeven mee neemt op grote schaal. Wij dansen lustig verder op de vulkaan! Zal straks de uitbarsting komen? De broedpest?

Ik verkeer in de onaangename positie te moeten waarschuwen tegen een gevaar, waarvan ik niet bewijzen kan, dat het bestaat. Erger nog, ik ben er van doordrongen, dat een wetenschappelijk onderzoek van deze zaak jaren van toegewijde arbeid van uitermate deskundige onderzoekers zou vergen. En dat het resultaat misschien nog niet in een bewijs doch in een aanwijzing zou bestaan.
En als wij niet het afschrikwekkende voorbeeld van andere landen voor ogen hadden.....

De zaak, waar het eigenlijk om gaat, kan misschien het beste zó worden, voorgesteld: Als u twee dieren van verschillende kleur (laten wij zeggen één zwart en één geel) kruist, blijkt die eigenschap kleur op de nakomelingen te zijn overgegaan in een bepaalde, van te voren bekende verhouding. Als u nu één van die kleuren erg mooi vindt, b.v. zwart, zou het toch jammer zijn, dat die zwarte kleur door verdere kruising zo goed als geheel verloren ging! Nietwaar? Zwart is in dit geval een gewenste eigenschap.
Nu is de wetenschap er na een halve eeuw hard werken van tientallen geleerden over de gehele wereld in geslaagd, uit te vinden, waar de dragers der erfelijke eigenschappen zich in het lichaam bevinden. Op orgaantjes, die slechts bij zeer sterke vergroting zichtbaar worden, weet men van sommige diersoorten zelfs de juiste ligging van bepaalde eigenschappen aan te duiden. En men kan aan de hand daarvan van te voren met zekerheid zeggen dat, als men een bepaald dier kruist met een ander bepaald dier, het gevolg zal zijn b.v. nakomelingen met schrompelvleugels, met rode ogen, zonder vleugels. met min of meer ernstige gebreken. Men kan zelfs bepaalde dieren laten paren, waarbij van te voren vaststaat, dat de nakomelingen geen levensvatbaarheid kunnen hebben. Hier spreken wij van letale, van dodelijke factoren.

Waar het nu voor ons om gaat is dit: Onze bij heeft een z.g. factor voor zwarte kleur (zwart met taankleurige ringen). Dat kan vastgesteld worden. Zij zal ook een "factor" voor een bepaalde mate van haaldrift hebben. En een "factor" voor een bepaalde mate van zwermdrift, enz.
De vraag, welke nu rijst, is deze: „Heeft onze bij ook een factor voor weerstandskracht tegen ziekten?"
Als dat het geval is, kan die factor door kruising worden beinvloed. Als dat het geval is, kan die factor "weerstandskracht tegen ziekten" zelfs vrijwel geheel verdwijnen. Wat wil dat zeggen? Dat dan de broedpestbacil, die zich reeds in de onmiddellijke nabijheid van onze grenzen bevindt, vrij spel heeft!
Als dat het geval is, zult gij binnen korte tijd, als gij een zwerm vindt, niet meer lachen en denken: "een buitenkansje". Doch gij zult uw voorhoofd fronsen en gij zult denken: „gevaar! broedpest !"
Zeg ik te veel, lezers, als ik beweer, dat voor het nemen van proeven met vreemde bijen grote bekwaamheid, wetenschappelijke kennis en een grote hoeveelheid verantwoordelijkheidsgevoel vereist zijn?

Tot zover hebt gij dit artikel met een lichte schouderophaling kunnen lezen en denken "Je zegt dat nu wel... maar 't zal wel wat erg zwart voorgesteld zijn.... 't zal in de practijk wel wat meevallen!" Ik geef toe, dat mijn mening weinig gewicht in de schaal legt. Anders zou het echter worden, als ik u zwart op wit een uitspraak van een ter zake zéér deskundige zou voorleggen, die zei: "Er dreigt gevaar! Weest op uw hoede!"
Als ik u b.v. een woord zou kunnen voorleggen van een deskundige, die een wereldvermaardheid geniet, juist op dát punt: erfelijkheidsleer. Dat zou de zaak wel enigszins anders maken nietwaar?
Dan zoudt gij het van uw buurman niet meer een onschuldig vermaak vinden als hij "proeven neemt met, vreemde koninginnen".
Maar als een bij uitstek deskundige in de erfelijkheidsleer u waarschuwde: "gij lacht wel om uw buurman, die met vreemde bijen speelt, maar denk er aan, hier kán verminderde weerstand tegen ziekten, hier kán... broedpest
het gevolg zijn... " dan zoudt gij de zaak toch een tikje anders gaan bekijken. Dan zoudt gij misschien het schrikbeeld, dat ik aan het begin van dit artikeltje voor u ophing en dat slechts de verschrikkelijke werkelijkheid van de broedpest schildert, met ontzetting dichterbij zien komen. Dàn zoudt gij wellicht de moed vinden om tegen uw buurman te zeggen: "kijk eens aan, de zaak is te ernstig om mee te spotten, schei er mee uit, maak ongedaan, wat nog ongedaan kán worden gemaakt.... "

Welnu, door toevallige omstandigheden bèn ik in aanraking gekomen met een Nederlands geleerde, die op het stuk van de erfelijkheid en wat daarmede samenhangt, een wereldreputatie geniet. Een geleerde, die de wetenschappelijke arbeid van zijn voorganger heeft overgenomen en daarop heeft voortgebouwd. Een geleerde, die zich persoonlijk in de laboratoria van de gehele wereld op de hoogte stelde en stelt van iedere schrede, die zijn geliefde wetenschap vooruit doet en deed. Stoor u niet aan wat ik zeg, maar neem zijn waarschuwing ter harte.

En als gijzelf bijgeval een paar van die inderdaad prachtige geeltjes hebt aangeschaft, voor veel geld misschien... lezer, ik weet, dat het u zwaar zal vallen om ze de komende zomer van uw stal te verwijderen. Ik heb in België bij een toegewijden iemker gouden koninginnen gezien, zó mooi... en zelfs mij, die de gevaren kent, ontviel de uitroep: "het is een lust om te zien en een wonder voor de ogen!" En toen ik hem in zijn trouwhartige ogen keek, wist ik: zijn hart schreit als hij ze wegdoet, deze herfst, volgend voorjaar.
Ik weet, dat ik een opoffering van u vraag, als ik ook u verzoek, lezer, ze af te schaffen, maar, als gij het goed meent met onze iemkerij, doe het. Ik ken verscheidene iemkers, ook in ons land, die zonder enige grootdoenerij of schijn van wetenschappelijkheid, enkel om het zuivere genot van de aanblik dezer prachtige dieren een paar goudbijen of geeltjes aanschaften. Vrienden, overwin uzelf ! Niet omdat ik zeg, dat er gevaar dreigt. In een volgend artikel zal ik de correspondentie publiceren die ik met den deskundige, waarvan ik sprak, over dit onderwerp voerde.
LEEUWARDEN. RINK GROENVELD.

Bijschrift Red. Spoediger dan de schrijver wellicht vermoedde wordt zijn waarschuwing op éclatante wijze onderstreept door een geval van Amerikaans vuilbroed (bijenpest), dat in het centrum van ons land is geconstateerd bij een imker, die behalve dat hij aan import van bijen deed, ook nog voederde met buitenlandse honing. Nog niet is komen vast te staan waar hier er de oorzaak zit, doch o.i. is voorzichtigheid wel geboden. Broedpest is te onderkennen aan het verzegelde broed met ingezonken dekseltjes waarin een gaatje. De inhoud der cel bevat een taaie lijmachtige massa. Buitengewoon besmettelijk!!!
RED.


MEDEDELING REDACTIE.[uit: aprilnummer 1939]
Naar aanleiding van het eerste artikel van dhr. Rink Groenveld "Wij dansen op een vulkaan!" ontving de Redactie verschillende ingezonden stukken. In het volgende nummer komen deze aan de beurt. RED.