Indrukken van de grote Tentoonstelling voor Bijenteelt te Leipzig,
Januari 1939.


Na vorig jaar twee maal uitgesteld te zijn geweest, zijn de tentoonstelling voor Bijenteelt en de daarmede gepaard gaande vergaderingen, besprekingen, enz. dan toch begin van dit jaar gehouden in Leipzig. Groot was de verwachting, want het zou de grootste der tot heden gehouden tentoonstellingen worden en diegenen, die het voorrecht gehad hebben in de laatste jaren de ontzaglijke ontwikkeling der Duitse Imkerij medegemaakt te hebben en de Bijenteelttentoonstellingen als in München of die in Innsbruck (72ste congres voor Bijenteelt) gezien hebben en konden vergelijken met andere landen (b.v. Namen), voor hen is deze tentoonstelling een openbaring geworden.

De grootheid uit te drukken in cijfers zegt eigenlijk nog niet zo veel, men raakt hier gewend aan bijna onmogelijke getallen, b.v. 6000 m.² tentoonstellingsruimte, en op één dag 80.000 bezoekers bij een weersgesteldheid, waarbij door de sneeuwval 22 extra treinen moesten uitvallen. Men moet echter zo iets meemaken om verbaasd te staan over de grootsheid, over de wil (geest) die een dergelijke massa belangstelling en een dergelijke organisatie mogelijk maakt. Toch moet ik hier direct toevoegen, dat de Innsbruckertentoonstelling mij meer voldaan heeft omdat daar, wat wij in zekere zin de romantiek der bijenhouderij kunnen noemen, meer tot haar recht gekomen was, terwijl hier een bijna harde zakelijkheid ten grondslag lag, welke echter nergens Amerikaans werd, omdat hier alles door levende kultuur gedragen wordt.

De tentoonstelling. In grote afzonderlijke vakken van de reusachtige Messehal waren de onderdelen van de Bijenteelt ruim en overzichtelijk opgesteld. Door een strenge beperking, waarbij slechts dat uitgestald was, wat beslist als "de methode", als het "beste gereedschap" door wetenschap en practijk getoetst was, had men een straffe leidraad gekregen, die opbouwend en zinrijk lerend, recht op het doel af ging. Het doel dat hier duidelijk is voor ieder: de Imkerij in dienst van de opbouw van het nieuwe Duitsland.

Ieder der Landsinstituten voor Bijenteelt had in opdracht één onderwerp uitgewerkt, de totale leiding berustte in één hand, waardoor een prachtige eenheid ontstaan was. Zo waren er dan: Was en goede bedrijfsmethode, Honing en goede bewerking, alsmede honingverbruik, Bijenhouderij en Bijenteelt, Teeltwezen, Ziektenbestrijding, Woningen, Onderricht, Verzekering, Organisatie, Wetenschap.
Op de andere zijde waren door de afzonderlijke Landsafdelingen prachtige standen ingericht die een overzicht gaven van hun werk. Duizenden kilo's was en enige duizenden "eenheids"glazen honing, beide in alle soorten en kleuren uit het gehele land waren verzameld, en gaven een duidelijk beeld van de geweldige rijkdommen, welke de natuur ons biedt.
Zo was met platen, diagrammen, modellen bereikt, dat op fascinerende wijze een beeld ontstond van wat de bijenteelt eigenlijk zelf is en voor het gehele land en volk betekent. Ja, het geheel was op zo grootse wijze opgesteld, dat de overweldigende kracht der idee, van de wil van eenheid en doelbewust streven meeslepend en tot uiterste krachtsinspanning aanzettend moest werken, zowel op een daarvoor gevoelige massa als op het individu.

Het midden en het middelpunt van de tentoonstelling gaf deze idee weer in de vorm van een prachtige vitrine, waarin op een marmeren plaat één werkbij lag en waaromheen in gouden letters het zinnebeeld straalde: "Alléén zijt gij niets, Uw Volk is alles".
Ook in de toespraken, vaak wat breed en gezwollen naar ons begrip, werd vanzelfsprekend nogaleens in allerlei phrasen op vergelijkingen met het bijenvolk teruggegrepen, over ijver, arbeidskracht, opoffering, en dat een volk zich alleen dàn naar eigen aard tot volle kracht (en oogst) kan ontwikkelen, als al het minderwaardige en vreemde grondig verwijderd wordt.

In scherpe tegenstelling tot dit eerste deel der tentoonstelling, dat dus de samenwerking binnen het Rijksvak (gilde)-verband der Imkers tussen wetenschap, praktijk, handel en volkswelvaart in één doelbewust streven toonde, stond het tweede deel. Hier waren namelijk de handelaars ondergebracht, die behalve de in de praktijk getoetste en door de vakbond voorgeschreven kasten en gereedschappen, een kraam van allerlei ten toon spreiden. Want ook in Duitsland tiert nog welig, juist als bij ons en in België, een massa brave imkerknutselaars, die zich uitsloven om ons gelukkig te maken met hun eindeloze reeks uitvindingen. Eenvoud der werktuigen en elementaire begrippen over het leven der bijen zijn hierbij echter meestal verre te zoeken. Opmerkelijk was dan ook, dat de vooruitstrevende imkers zich ernstig bezig hielden in het eerste deel, terwijl een bepaald soort van brave broeders zich onder heftige discussie bezig hield in het tweede deel, waar ieder zich voor de verstandigste hield.

Tijdens de tentoonstellingsdagen werden tevens vergaderingen gehouden door de speciale diensten.
De teeltwezendienst beschikt thans ook over een door het gehele rijk verspreide staf van deugdelijk onderlegde werkers evenals andere diensten, terwijl een organisatie voor het transport der koninginnen werkt, die naar de meer dan 500 bevruchtingsstations gezonden moeten worden. Een opbouw in enige jaren die aan het onmogelijke grenst; er werden enige duizenden cursussen voor dit doel gehouden.
Het verzekeringswezen en de vakbondorganisatie zijn eveneens zonder voorbeeld. Was het vroeger toch zo, dat er evenals bij ons steeds onenigheid bestond en eindeloos gehaspel over suiker en enkele centen contributie, waardoor iedere scheppende arbeid onmogelijk gemaakt werd, thans betalen de leden met plezier het tienvoudige, omdat ieder de grote voordelen ziet en ondervindt en hij in blijde arbeid een zekere toekomst voor zich heeft. Er moest echter begonnen worden met geven, vrijwillig door de verstandigen die begrepen, gedwongen door de dommen, maar nu kunnen allen medewerken en rijke vruchten plukken.

Voor mij persoonlijk hebben de zittingen van de onderzoekingsdienst altijd de grootste aantrekkingskracht. Als zo eens per jaar de kopstukken der Bijenteeltwetenschap, waarvan de meeste ook in de praktijk staan, tezamen komen om ervaringen, onderzoekingen, enz. (zonder jalousie de métier) te bespreken, geeft dit een sterk saamhorigheidsgevoel en wekt op om ondanks de dikwijls onoverwinnelijk lijkende moeilijkheden door te zetten. Deze maal waren er 35 specialisten om over: Teelt, erfelijkheid, rassenkunde, honing en was, botaniek en dracht, over voederproeven en ziekten en vijanden, over biologie en chemie te berichten. Deze besprekingen waren zo belangrijk en de discussie zo levendig, dat de zitting zich over drie dagen uitstrekte. Het nuttig effect van al deze arbeid komt in Duitsland tot volle ontplooiing, omdat het eenvoudig overal direkt praktisch ingevoerd wordt.

Het wekt dan ook geen verwondering meer, dat deze enorme ontwikkeling der Imkerij de opmerkzaamheid gewekt heeft en b.v. Estland enige jonge krachten hier enige jaren laat werken en onderrichten, om ook daarna in staat te zijn in eigen land de voor de landbouw zo uiterst belangrijke bijenteelt te reorganiseren.

De demonstratie. Vanzelfsprekend had er ook een grote "Kundgebung" plaats, welke door enige duizenden Imkers werd bijgewoond. Pittige korte toespraken, het uitreiken van erediploma's, gezamelijke zang, een film en een genoegelijk samenzijn behoorden hiertoe.
Op de laatste avond, de feestavond, waren alle leidende personen uit de imkerswereld van het nieuwe groot Duitsland en ook de buitenlanders genodigd. Behalve Holland waren Letland, Estland, Cecho-Slowakije, ElsasLotharingen en Italië vertegenwoordigd. Wij konden deze avond vele oude bekenden uit alle streken de hand drukken en werden vele nieuwe vriendschapsbanden gesloten, waarbij vanzelfsprekend naar landsaard menig glas geheven moest worden op wederzijds welzijn.

Groot is ons aller dankbaarheid voor wat wij hebben kunnen zien en medemaken en vol diepe eerbied hebben wij gestaard naar de ongelooflijke hoeveelheid arbeid welke de Duitse Imkers volbracht hebben. Hier was getoond wat men zelf volbracht had en behoefde niet als aantrekking, om welke reden ook, internationale toegevoegd te worden.

Hoog klopt ons hart, als wij aarzelend een vergelijking durven maken, wat er bij ons bij eensgezinde en doelbewuste arbeid mogelijk zou zijn. Beschikken wij toch ook over uitstekende werkers en een minstens even goede imkerschap. En dan niet eerst door de nood der tijden gedwongen, maar uit het vreugdevolle besef van de belangrijke plaats welke de Imkerij (ook als liefhebberij) voor onze volkswelvaart inneemt.

LEIPZIG, Januari 1939.
F.W. BEEKHUIS VAN TILL.