Samenwerking tussen fruitkwekers en bijenhouders.


Door de vakbladen op het gebied van fruitteelt en de bijenteelt is reeds op vele manieren op het nut en de noodzakelijkheid van het bestuiven van de fruitbomen door de bijen gewezen, zodat het niet nodig is hierover verder uit te wijden. Hierover zijn n.l. alle betrokkenen het wel eens!
Noodzakelijk is het daarom, om zo spoedig mogelijk een rationele bestuiving door plaatsen van bijen in de boomgaarden te verkrijgen, dat er door de organisaties op het gebied van bijen- en fruitteelt een samenwerking komt.

Dit zou te bereiken zijn doordat er vanwege de bijenvereniging een rondvraag bij de leden wordt gedaan wie zijn bijen wil beschikbaar stellen om in een boomgaard geplaatst te worden. Anderzijds moeten de fruitkwekers worden opgeroepen welke bijen voor de bestuiving zouden willen hebben. Hierdoor krijgen we een overzicht van vraag en aanbod.
Stellen we nu een bedrag vast waarvoor de bijen te huren en te verhuren zijn, dan zou dit voorloopig gesteld moeten worden op het maximum dat voor een volk betaald wordt, n.l. f 2.50. (Alleen volken van voldoende sterkte kunnen voor plaatsing in aanmerking komen.)

Nemen we nu als uitgangspunt 5 volken voor een hectare boomgaard, dan brengt dit een kosten mee van f 12.50, welk bedrag nog verhoogd dient te worden met de gehele of gedeeltelijke kosten van het vervoer. Teneinde deze vervoerskosten zo laag mogelijk te houden is het nodig dat deze huur en verhuur gewestelijk wordt georganiseerd. Dit is ook daarom van belang: de bijenhouders hebben dan in de bloeiperiode gelegenheid hun volken nog eens te komen controleren.
In procenten aangeven wat de bijen waard zijn in een boomgaard is niet wel mogelijk, maar als we de te maken onkosten in totaal rekenen op f 15.- per h.a., dan geloof ik dat dit niet te hoog is en dat deze kosten door een meerdere opbrengst van 100 kilo kwaliteitsfruit reeds zijn gedekt.
Verder is het noodzakelijk dat er normen worden vastgesteld voor de vergoeding welke dient te worden uitgekeerd wanneer de volken door het spuiten met vergiftige bestrijdingsmiddelen zouden omkomen, of
zodanig verzwakt zijn, dat ze voor den imker waardeloos zijn.
Om deze kans tot een minimum te beperken dienen de bijen niet langer dan strikt nodig is in de boomgaard te blijven, doch direct te worden teruggezonden als hun aanwezigheid van geen verder nut kan zijn.

Daar de imkers natuurlijk veelal niet zelf bij het verzendklaarmaken en het verzenden aanwezig zullen zijn dienen er landelijk beknopte handleidingen te worden verstrekt die tegelijk met de bijen aan de kwekers worden afgezonden en waarin staat aangegeven hoe en op welke wijze een korf voor de terugzending gereed dient te worden gemaakt. Ook de meest geschikte tijd van de dag welke voor verzending is aangewezen en de wijze waarop de bijen in de boomgaarden geplaatst moeten worden dient te worden aangegeven, evenals de mededeling dat bijen absoluut niet weer mogen worden verplaatst wanneer ze eenmaal ergens zijn gestationeerd, want ook hierin zijn grote fouten gemaakt tot schade van den imker (en van den fruitteler zelf! Red.) Deze instructies kunnen bij elke zending worden meegezonden.

Hebben de imkers dan gezorgd voor goede sterke volken waarvan b.v. de koningin geknipt is, dan kunnen ze gerust een maand van huis worden gezonden, waarvoor hij dan een redelijke vergoeding krijgt en de fruitkweker heeft met betrekkelijk geringe kosten en werk een voldoende bezetting van bijen in zijn boomgaard.
Al maken we n.l. een kast van zeer eenvoudige constructie en werkdan is nog niemand, die zich niet tot het bijenleven speciaal voelt aangetrokken, er toe te krijgen een zwerm uit een boom te halen of de raampjes uit een kast te lichten om de koninginnedoppen te verwijderen en andere noodzakelijke werkzaamheden te verrichten, als het in de herfst weer samenvoegen van twee kasten tot één enz.

Met dit denkbeeld hoop ik een steentje te kunnen bijdragen ten-. einde de fruitteelt aan een zo hoog mogelijk rendement te helpen en de bijenhouders aan een kleine vaste bate, waardoor het teruglopen van het aantal volken in Nederland misschien tot staan zou kunnen komen, iets wat voor onze land- en tuinbouw van het hoogste belang is.
De gestelde cijfers kunnen door een commissie van deskundigen uit beide partijen zonodig ieder jaar opnieuw worden vastgesteld indien daartoe aanleiding mocht bestaan.
Ondergetekende, evenals de redactie van dit blad, zullen gaarne sympathiebetuigingen met boven uiteengezet idee ontvangen.

GRONINGEN.
J. HEEREMA, Herman Colleniusstraat l0-a.

Naschrift Red. Dhr. Heerema pleit hier voor een goed geleide organisatie voor het plaatsen van bijenvolken in de boomgaarden. Wij zijn dit volkomen met hem eens. Zoals het thans gaat, incidenteel,
lijkt het op niets.
Als antwoord op een poging van dhr. van Riemsdijk te IJzendoorn in de Tielse Veilingsbode om een voldoend aantal bijenvolken in de boomgaarden te krijgen, zegt onze Voorzitter Mr. L.R.J. ridder van Rappard o.m. dat het noodzakelijk is om reeds tijdig, dat is in de maanden Juli en Augustus, contracten af te sluiten door imkers en fruittelers voor de verhuur van bijenvolken in het voorjaar, zodat een verplichte levering en een verplichte aanvaarding van bijenvolken door de contracten daarvan het gevolg is.
Wij komen op een en ander nader terug, doch wij zijn het volkomen met den Voorzitter eens, dat alleen bij vroegtijdig aangegane verplichting, dat is dus het tijdstip waarop de imker besluit tot het opzetten van een aantal volken, op succes gerekend kan worden.
Een en ander is feitelijk een nadere uitwerking van hetgeen dhr. Heerema betoogt en naar onze mening een noodzakelijke aanvulling van zijn plan.
Bij de adhaesiebetuigingen s.v.p. opgeven hoeveel volken men voor dit doel garant wil stellen. Voorlopig natuurlijk vrijblijvend.
RED.