Uit de Jaagkieps.


Voor enige jaren hield een imker-handelaar een rede over de bijenteelt voor de radio. Hierbij behandelde hij o.a. de volgende vraag:
"Indien ik in mijn tuin een ledige bijenkast opstel, heb ik dan kans dat een zwerm hierin trekt?" Het antwoord luidde: "U kunt evengoed, indien U een auto wilt hebben, een garage in Uw tuin plaatsen en wachten totdat hierin een auto verdwaalt". Deze vergelijking was misschien mooi gevonden, maar zij is toch niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Want wij weten toch uit de practijk, dat het wél mogelijk is en dat er maar al te veel misbruik van gemaakt wordt. Bij het lezen van een mededeling in L' Apiculteur 1938/1 kwam mij het voorstaande in herinnering. Een lezer van dit blad schrijft n.l.:
"Sedert verscheidene jaren plaats ik in Mei aan de rand van het bos enige oude korven, voorzien van resten en raat. Wanneer het een goed zwermjaar is, trekken deze korven de zwervende zwermen aan. In 1937 ving ik zodoende met 3 korven 4 zwermen, daar één korf tweemaal dienst deed".
In Frankrijk schijnen de zwermen veel op drift te geraken, in hetzelfde blad (1938/4) vinden wij nog een artikel over het opvangen van zwervers. De schrijver had een zwerm gevonden in een holle muur, welke hij met behulp van een bijenuitlaat in een week of drie wist uit te vangen (de uitgevlogen bijen werden gelokt naar een in de onmiddellijke nabijheid opgehangen kastje met moer en open broed). De in de holte achtergebleven moer en een paar bijen werden gedood. Het reeds gebouwde werk bleef zitten en vormde een zekere aantrekkingskracht voor de speurbijen. Om de zwermen het binnentrekken te verhinderen werd een stuk koninginne-rooster voor de ingang geplaatst, zodat de moer niet naar binnen kon. De schrijver had zo in deze holte 8 zwermen gevangen. Over het zodoende in het bezit nemen van andermans zwermen maakt hij zich af door te zeggen, dat deze zwermen anders toch verloren zouden gaan.

-0-


Hierbij een tekening overgenomen uit de Deutsche Imkerführer van 1937/8. (Ik hoop, dat deze niet als de vorige afbeelding op de kop komt te staan.) Dit is een zogenaamde Knuppel-waspers van Oostenrijkse herkomst en bestaat uit een bok, die aan de achterzijde 60 en aan de voorzijde 50 c.m. hoog is. Hierop is een blad bevestigd, zijnde een spits toelopende plank breed 56 c.m. en grootste lengte 78 c.m. De opstaande lijst is 2 c.m. hoog.
Op dit blad ligt een rooster van beukenlatjes, die 2 c.m. hoog, 1.2 c.m. breed en 50 c.m. lang zijn. Deze latjes worden half ingelaten. Op dit rooster ligt gaas met openingen van 1 c.m. De knuppel is 5 c.m. dik en 80 c.m. lang, aan het éne einde zit een handvat en aan het andere een verdikking om hem in een ring van 5 c.m. in doorsnede te houden, deze is op 25 c.m. van de achterkant van het blad bevestigd. De gesmolten raten worden in jutezakken gedaan en dan met deze knuppel bewerkt, men moet er veel kracht mede kunnen ontwikkelen en zodoende veel was krijgen. De hantering van dit gereedschap, waarmede ook honing geperst kan worden, vereist enige oefening. Een handig imker kan deze pers zelf maken, eventuele liefhebbers doen goed het genoemde tijdschrift zelf eens te bestuderen, daar de daarin voorkomende foto's een beter beeld geven.

-0-


In "The Beeworld" 1935/5 komt een verslag voor van een groot ongeluk, dat de Australische imkers heeft getroffen. Door de grote, droogte in januari j.l. vergezeld van enorme hitte en verschrikkelijke bosbranden hebben sommige bijenhouders honderden bijenvolken verloren. Deze waren klaar om geslingerd te worden, maar doordat de raten smolten, werden de bijen alle gedood. Het voordeel van het in de onmiddellijke omgeving hebben van water alsmede een luchttoevoer over de bodemplank (laag vlieggat) deed zich voelen.
Het verslag van Zuid-Australië meldt, dat 7/8 van de bijen in die streek zijn verdwenen. Geen der genomen maatregelen, zelfs het begieten der kasten met water, waren in staat de bijen te helpen, deze werden gedood door de hitte, zelfs al waren de raten niet gebroken. In sommige streken was de temperatuur dagen achtereen 120 graden Fahrenheit en de correspondent van het blad denkt, dat de waterhaalsters bij haar werk door de hitte gedood werden en doordat het volk hierdoor zonder water bleef, dit afstierf. Dergelijke schade wordt niet door verzekering gedekt. In Engeland is een comité opgericht: om de onfortuinlijke imkers te helpen.

Jékavé.