VRAGENRUBRIEK.


Tot onze grote spijt moeten we mededelen, dat onze vragenredacteur tot het ondergaan van een langdurige rustkuur in een sanatorium is opgenomen. Wij zullen derhalve zijn medewerking voorlopig moeten ontberen.
Getracht zal worden deze rubriek te blijven verzorgen. Hopen wij, dat dhr. Oonk geheel hersteld van zijn rustkuur binnen afzienbare tijd mag terugkeren en zijn zorgen weer aan deze rubriek mag wijden.
In verband met de ziekte van dhr. Oonk verzoeken wij hém geen brieven met vragen meer te zenden, doch die tot nadere aankondiging te richten aan het adres van de Redactie.


Vraag 510: We hebben zoete vruchtbomen en zure vruchtbomen. Is het bloesemsap van zoete bomen zoet, zodat dit in zoet overgaat in bloem en vrucht, terwijl het sap van zure bomen zuur is, en dit in de vrucht tot zuur overgaat?
Zo dit zuur door de bijen wordt binnengehaald of dit ook nadelige gevolgen kan medebrengen voor de bijenteelt, en wat hier dan tegen te doen is? J. M. P. te Dr. C.
Antwoord: Hiervan hebben we nooit gehoord. Schade doet vruchtennectar niet aan de bijen, integendeel. Weet een van onze lezers misschien of er verschil in zuurgraad is bij nectar van zuur en van zoet fruit?

Vraag 511:
1. Is het mogelijk dat 2 koninginnen in een volk aanwezig zijn om gelijktijdig eieren te leggen?
2. Waaraan is het toe te schrijven dat een zwerm met meerdere koninginnen de daarop volgende morgen niet moerloos is, daar de bijen in een gevecht meermalen beide worden gedood, wat is hiervan de reden?
3. Wat doet de bij wanneer ze van bloem tot bloem vliegt en enige seconden boven de bloem blijft staan voor haar te bevliegen?
4. Wat bedoelt dhr. Helfenrath in Juni-afl. met het doorfokken van bijen die niet zwermen, hoe gaat dat in zijn werk ?
5. Welke wetenschappelijke ervaringen zijn er verkregen en waar zijn die gedaan, zodat we mogen aannemen dat van zuivere gele koninginnen gepaard met zwarte dar, deze de zuivere koninginnekleur blijft behouden? Zijn dit praktische ervaringen of is het theorie ?
Is het laatste het geval, dan kan ik U er op wijzen, dat mij de praktijk iets anders heeft laten zien.
Een zuivere geïmporteerde gele koningin gepaard met een zwarte dar geeft niet alleen kleurschakeringen onder de bijen, maar de darren hebben dezelfde afwijkende kleuren. Dat onze wetenschappelijke voormannen dit niet weten vindt zijn oorzaak in het feit, dat ze zich zo angstvallig van het importeren van buitenlandse koninginnen hebben onthouden.
R. L. te M.
Antwoord: 1. Ja, dat komt wel eens een enkele keer voor.
2. Als beide koninginnen elkaar doodsteken, dan is het volk moerloos. Dit komt echter zelden voor. Er zijn soms veel meer moeren in een nazwerm.
3. Onbekend.
4. Doorfokken betekent een bepaald soort bijen in stand houden door b.v. inteelt.
5. De proeven van Dr. Dzierzon in Karlsmarkt o.a. hebben dit onaanvechtbaar bewezen. Ge kunt dit echter zelf ook wel zien bij invoer van wezenlijk raszuiver geel exemplaar.
Hoe weet ge welke paring heeft plaats gehad? Hebt ge de paring gezien? Onze wetenschappelijke voormannen weten meer, dan U blijkbaar wilt aannemen. Ze weten b.v. dat als de darren niet raszuiver zijn, dat dan de koningin ook niet raszuiver geweest kan zijn.
Uw laatste conclusie is niet juist. Die wetenschap is juist verkregen door import van zuivere gele koninginnen.
Vraag eens wat boeken in de bibliotheek ter lezing.


Vraag 512: Een van mijn kastvolken (een geweldig sterk volk) had een moer van 1938 of nog ouder. In April dit jaar knipte ik beide vleugels der moer. Op 26 Juni noteerde ik: "heeft niet de minste zwermneiging". Op 5 Juli waren er vijf gesloten moerdoppen in de kast en daar ik de oude moer niet kon vinden (overigens niet gemakkelijk in het sterke volk) vermoedde ik, dat de oude moer uit de kast was verdwenen en niet was teruggekomen. Eitjes waren niet te zien, wel kleine larfjes.
Ik vernielde de moercellen en voerde de volgende dag een bevruchte moer in een verzendblokje in. Na een week geen resultaat, totaal geen eitjes meer, geen larven meer, slechts uitlopend broed en 2 redcellen.
Redcellen vernield en geconcludeerd dat de nieuwe moer niet is aangenomen.
Nogmaals een moer in verzendblok gegeven, omdat het mijn beste volk is. Naar een boekweitveld gebracht.
Op 18 Juli weer nagezien, haalt veel honing, zit vol met eitjes en open en gesloten broed. Tot mijn stomme verbazing zie ik echter de oude geknipte moer rustig op de broedraten lopen.
Mijn vraag is nu: "Is het niet tegen alle theorie, dat de oude moer nog in de kast blijft als reeds vijf gesloten moerdoppen in de kast aanwezig zijn?"
H. P. te A.
Antwoord: Als er op 26 Juni nog geen zwermneigingen waren en op 5 Juli al 5 gesloten moerdoppen, dan moeten deze op eerstgenoemde datum toch in aanbouw zijn genomen. Waarschijnlijk betreft het hier een geval van stille moerswisseling, waarop ook wijst het aanhouden van de oude moer bij aanwezigheid van gesloten moercellen. Ge hebt overigens een fout gemaakt, door een jonge moer te geven aan een volk met open broed; dat had U heel wat moeren kunnen kosten!
Is de tweede moer niet aangenomen? Er bestaat n.l. de mogelijkheid, dat zowel de geknipte als een ongeknipte in het volk aanwezig is. Bericht nog eens.


Vraag 513: Bij het opbergen van ramen met nog stuifmeel in, bleek bij inspectie in het voorjaar beweging in de stuifmeelcellen. Nader bekeken bleek het gewriemel veroorzaakt door 'n soort luis. Kunt U me daar meer over mededelen?
P. de J. te 0.
Antwoord: Dat zal wel de larve van de wasmot geweest zijn. Zwavel Uw op te bergen ramen in het vervolg goed en ge blijft van die veelvraten verschoond. Ge kunt ze ook wel in krantenpapier wegbergen.

Mededeling.
Naar aanleiding van een vraag of men wel eens een oude tutende moer heeft aangetroffen deelt ons de zoon van wijlen ons H.B.lid C. v.d. Brink mede, dat hij dit enige malen heeft waargenomen. Waar de moeren geknipt waren is vergissing uitgesloten. De tutende moeren waren overjarig. Dhr. v.d. Brink danken wij voor zijn mededeling.