De 17e Nederlandse Imkersdag.


Ruim 450 deelnemers uit alle delen van het land.Een goed geslaagde dag.
Begunstigd door schitterend zomerweer werd de lange tocht naar Middelburg ondernomen.
Voor deze dag hadden we wel enige vrees. Niet wat betreft de organisatorische bekwaamheid van het afdelingsbestuur van Walcheren, ook niet wat betreft de schoonheid van dat mooie deel van het Zeeuwse land, doch wel wat betreft het aantal personen, dat aan die dag zou deelnemen.
Voor de verafwonenden was het eenvoudig onmogelijk om de reis op één dag heen en terug te maken, voor tal van anderen was het zeer vroeg uit de veren, (wij vernamen 3 uur 's nachts) en laat naar bed (o.a. 4 uur 's nachts).
We hebben ons echter in de mentaliteit van onze imkers vergist. Ruim 450 deelnemers en vooral niet te vergeten deelneemsters, waren present en vulden de ruime zaal van het gebouw Schuttershof te Middelburg.
Uit alle streken van ons land, Groningen, Limburg, Braband, Overijsel, Utrecht, Noord- en Zuidholland, Gelderland, Drente, ja stellig uit alle provinciën kwam men opdagen. Ook onze Vlaamse vrienden gaven blijk van hun belangstelling en maakten de dag mede. Onze afdeling Hulst kwam met ruim 30 personen de Schelde oversteken, het vaandel voorop. Geen wonder, dat zij met luid handgeklap werden begroet. Tal van handen werden gedrukt, oude kennissen ontmoet, nieuwe gemaakt en er heerste een prettig geroezemoes van stemmen, zonlachende gezichten brachten de stemming er in en wij wisten het reeds, deze dag zou weer goed worden.

Toen de Voorzitter de bijeenkomst opende kon hij dan ook getuigen van zijn grote genoegdoening, dat zovelen naar het schone Zeeland waren gekomen om met ons samen te zijn en van onze saamhorigheid te doen blijken. Er is zoveel verdeeldheid in de wereld, zo zeide hij ongeveer, dat het goed was, dat de imkers eens bij elkaar kwamen in een deel van ons land, dat bekend staat als een van de hechtste delen van ons vaderland. De Zeeuwen zijn stoere arbeiders, die hun land ontwoekerd hebben aan de baren en het was spreker een raadsel, dat men in een rijmpje getuigde van "Zeeland, geen land, geef mij maar liever de heikant". Spreker wilde dit rijmpje zo lezen: "Zeeland, mooi land, ik wil het niet ruilen voor de heikant". Dat ook de Vlamingen waren opgekomen verheugde den Voorzitter zeer. Het was spreker een genoegen te constateren, dat de Vlamingen blijk geven de broederschap met de Noordnederlanders te verstevigen en spreker gaf de verzekering, dat wij niet alleen die broederhand zullen aangrijpen, doch ook, meer dan tot nu toe, geen gelegenheid zullen laten voorbijgaan om van onze genegenheid voor het Vlaamse volk te doen blijken.

Welkom werd geheten aan dhr. Burgemeester Mr. Dr. J. van Walré de Bordes, dhr. Mr. P. Dieleman, Lid van Ged. Staten van Zeeland en Voorzitter van de Zeeuwse Landbouwmaatschappij, dhr. Dr. Minderhoud, dhr. Ir. Mommers en verder aan allen, die aan onze oproep gehoor hadden gegeven.

Na dit openingswoord kreeg de burgemeester van Middelburg het woord, die een vergelijking maakte tussen mensen en bijen. Als de imkers van hunne bijen leren, dan moeten het wel goede staatsburgers zijn, zo ongeveer ving zijn edelachtbare zijn rede aan. Netheid, reinheid, orde, opofferingsgezindheid, dat zijn alle benijdenswaardige eigenschappen. Spreker roemde de eenheid van het bijenvolk en hoopte, dat van deze imkersdag een kracht zal uitgaan ten goede op de eenheid van ons volk.
Hierna hield Ir. J. Mommers, assistent Rijksbijenteeltconsulent, zijn inleiding over: "Het houden van bijen door fruittelers", welke inleiding we in een volgend nummer hopen weer te geven.
Naar aanleiding van deze inleiding werden enige vragen gesteld, welke door den inleider werden beantwoord.

Pastoor Haerens uit België bracht hierna de hartelijke groeten over van 6000 Vlaamse imkers. Op de hem eigen wijze in het sappige Vlaams zeide hij, dat de samenwerking tussen Noord en Zuid steeds beter wordt en hij hoopte, dat hij op 3 September te Roeselare zeer veel Nederlandse imkers zou ontmoeten.
Een telegram kwam binnen van de bijenhoudersbond van de N.C.B. luidende: "Bond van Bijenhouders N.C.B. wenst U en deelnemers een succesvolle Imkersdag" get. van Haaren.

Na het ochtendgedeelte waarbij de deelnemers nog onthaald werden op koffie en een Zeeuwse bolus, werd onder leiding van leden van de Ver. voor Vreemdelingenverkeer een wandeltocht door de stad gemaakt en vele mooie en historische gebouwen bezichtigd, o.a. het stadhuis, het gildehuis, de Abdij enz., terwijl in de Abdij de tentoonstelling van Zeeuwse klederdrachten werd bezocht.
Na deze wandeling verzamelden de deelnemers zich aan de koffietafel, welke, het zij hier met grote erkentelijkheid voor den restaurateur gezegd, meer dan overvloedig was.
Mr. P. Dieleman hield gedurende de maaltijd een zeer interessante causerie over Zeeland. Deze met gloed voorgedragen rede werd onder ademloze stilte aangehoord en we gevoelden, dat hier een man aan het woord was, die behalve een buitengewoon begaafd spreker, ook een volbloed Zeeuw was, die zijn geboorteland lief heeft en het was dan ook zeer ad rem van onzen Voorzitter, toen hij in zijn dankwoord zeide, dat de spreker in zijn voordracht over "zijn" Zeeland daarin ons gehele land betrok.
Aan het slot van zijn dankwoord bood de Voorzitter aan den Burgemeester en aan Mr. Dieleman een presse-papier aan waarop de medaille van onze vereniging.

Voordat men zich klaarmaakte voor de autotocht werd nog een bijenkast en een Mellonakorf verloot. Een van de Walcherense deelneemsters werd verzocht de gelukkigen aan te wijzen; de korf ging naar Hulst, de kast naar Alblasserdam. Wij wensen de winnaars veel geluk met hun prijs en hopen, dat ze daaruit het volgend jaar veel honing mogen oogsten.
Nadat allen zich de koffiemaaltijd goed hadden laten smaken werd verzameld bij de bussen en de tocht door Zeelands bloementuin begonnen. Tengevolge van het wat te late vertrek, moest de route iets gewijzigd worden. Nu werd gereden van Middelburg over Oostkapelle, Domburg, Westkapelle met zijn zware zeedijk waaraan zovelen hun brood verdienen, het pittoreske Zoutelande, Biggekerke, Koudekerke en Vlissingen, waar een wandeling over de boulevard werd gemaakt. Daarna naar Middelburg. Toen in Westkapelle even werd gestopt, konden velen vooral deelnemers uit provinciën welke niet aan zee liggen zich niet langer bedwingen en moesten het zeewater eens door hun handen laten lopen.
Na aankomst van de bussen te Middelburg werd in het Schuttershof de thee gebruikt en niemand van ons zal kunnen zeggen, dat die thé complet niet werkelijk compleet was.

Tot slot dankte de Voorzitter in het bizonder dhr. P. Marinissen, die zo ontzettend veel werk heeft verricht om deze dag te doen zijn wat hij voor ons allen is geweest, welk dankwoord door luid handgeklap werd onderstreept.
Ook werd dank gebracht aan de pers en aan allen, die medegewerkt hadden, dat deze dag behoort tot de beste van onze imkersdagen.
Willen wij dit verslag besluiten, dan moet ons van het hart, dat wij niet alleen respect hebben voor hetgeen ons in Zeeland is geboden, doch ook voor hen, die kosten noch de lange reis hebben geschuwd om met ons weer samen te zijn op een dag, die in ons verenigingsleven niet meer gemist kan worden en blijkens de grote deelname in het hart leeft van vele van onze leden.
Ware Zeeland niet zo ver van het centrum gelegen, ik geloof, dat we een record aantal deelnemers zouden hebben geboekt. We hadden een beste dag en er heerste een gezellige kameraadschappelijke geest. Pastoor Haerens zeide in zijn begroeting, dat de imkers evenmin als de bijen grenzen kennen. Die grenzen vallen echter ook weg voor wat betreft de maatschappelijke positie. Ongedwongen, kameraadschappelijk gaat men op onze imkersdagen en daar gelukkig niet alleen - met elkaar om en dat is stellig het, gevolg van het feit, dat wij een vak beoefenen, dat ons zoveel eensgezindheid doet zien en dat ons samenvoegt tot één grote familie, n.l. "de imkersfamilie".

JOUSTRA.