Het XIIe Internationaal Congres voor Bijenteelt te Zürich.


21 Naties vertegenwoordigd.
Enige honderden deelnemers(sters), waarvan 13 uit Nederland.

In 1941 het congres in ons land.


Op 7, 8 en 9 Augustus l.l. werd te Zürich het XIIe InternationaalCongres voor Bijenteelt gehouden. Aan
dit Congres namen vertegenwoordigers van 21 verschillende landen deel, n.l.: Argentinië, België, Bulgarije, Chilie, Denemarken, Engeland en Schotland, Estland, Frankrijk, Nederland (met 13 deelnemers), Jugoslavië, Britsch Indië, Letland, Luxemburg, Noorwegen, Palestina, Polen, Roemenië, Zweden, Slowakije, Hongarije en Zwitserland. De kopstukken uit deze landen waren hier vertegenwoordigd.
De voorbereidingen tot dit congres werden getroffen door Dr. O. Morgenthaler te Bern-Liebefeld, die de ziel van het congres was en de openingsrede uitsprak. De eerste congresdag werd gepresideerd door Mr. Illingworth uit Engeland.

Op 6 Augustus des avonds te 8 uur vond een begroetingsavond plaats in de zaal van het Congresgebouw, alwaar de deelnemers kennis met elkaar konden maken, aan Dr. Morgenthaler werden voorgesteld en waar de vertegenwoordigers der verschillende landen het woord voerden. Voor ons land sprak onze Voorzitter Mr. L.R.J. ridder van Rappard, die de groeten der Nederlandse imkers overbracht en voor de uitnodiging dankte.

Op de eerste congresdag, op 7 Augustus dus, werden verschillende voordrachten gehouden. Van ons land hield Dr. Peeters van het Collegium Bechmanianum te Nijmegen een voordracht over "Het hoge vlieggat". Door tijdnood werd de voordracht van Dr. Winkel tot de volgende dag uitgesteld. Mede door gebrek aan tijd kon er over de voordrachten niet gediscussieerd worden.

Onze Voorzitter Mr.L.R.J. ridder van Rappard smeedt het ijzer als het heet is. Van een rustpauze maakt hij gebruik om onderhandelingen aan te knopen met Mej. Baldensperger, die op zulk een meesterlijke wijze de voordrachten op het congres in andere talen wist weer te geven. Zal zij ook op het congres in ons land haar onmisbare hulp verlenen? Er schijnt "zwaar" te, worden onderhandeld. Op de achtergrond Mevr. van Rappard.

De voordrachten werden in het Engels, Frans of Duits gehouden en op meesterlijke wijze door Frl. Baldensperger in twee van deze talen weergegeven, zodat elke voordracht zowel in het Duits, Frans als Engels, in het kort, werd herhaald. Vanzelfsprekend nam een en ander veel tijd in beslag, doch het grote voordeel hiervan was wel, dat een ieder de voordrachten kon volgen.

Des middags werd een boottocht gemaakt op het Zürichermeer naar Rapperswil, een tocht welke plm. 5 uur duurde en de congressisten in de gelegenheid stelde om nader met elkaar kennis te maken en een zeer mooi deel van het ongelooflijk fraaie landschap te aanschouwen.

De tweede congresdag stond onder presidium van onzen Voorzitter Mr. L.R.J. ridder van Rappard, die op de hem eigen humoristische en galante wijze de stemming er in bracht, zodat de lachsalvo's niet van de lucht waren.
Als eerste spreker kon hij zijn eigen landgenoot Dr. A.J. Winkel, bacterioloog aan de Rijksseruminrichting te Rotterdam aankondigen. Deze sprak over Nosema in Nederland, terwijl nog verschillende sprekers uit andere landen voordrachten hielden.

Des namiddags werd een bezoek gebracht aan de Tentoonstelling welke, het mag hier gezegd worden, haars gelijke moeilijk zal weten te vinden. Uit de dagbladen heeft men kennis kunnen nemen van de opzet en de uitvoering van deze tentoonstelling, doch men moet haar zelf hebben gezien om haar naar waarde te kunnen beoordelen. Wat we hier op het gebied van statistiek te zien kregen grenst aan het ongelooflijke; het was in een woord een kunststuk en gaf een zeer getrouw beeld van de geschiedenis en het heden van het energieke Zwitserse volk, hun kennen en kunnen en gaf ons zelfs een blik in de toekomst. De afd. Bijenteelt was eveneens bizonder goed verzorgd en ons respect gaat uit naar de organisatoren van zulk meesterwerk.

Na het bezoek aan de tentoonstelling begaven de congressisten zich naar de filmzaal, waar zij enkele films op bijenteeltgebied te zien kregen. Eerst een Zwitserse film en daarna een film van dhr. Kurt W. Fischer te Dottikon, welke film de bezoekers in extase bracht. We zagen o.m. de ontwikkeling van de koningin in de cel, een knap staaltje van geduld en technische bekwaamheid, doch het culminatiepunt was wel het door een bij afstrijken van de klompjes stuifmeel in de cel. Dit schitterend deel van de film werd onder ademloze spanning gevolgd en ontlokte een spontaan luid en aanhoudend applaus. Waar de cel in de lengterichting doorgesneden was kon men alle pootbewegingen der bij waarnemen. Wij zagen haar de klompjes stuifmeel vaststampen tot deze een vaste koek vormden. Zulk een knap filmwerk grenst aan het ongelooflijke en het was dan ook geen wonder, dat aan het einde dezer film den vervaardiger een ware ovatie gebracht werd.
Tot slot kregen we een Poolse film te zien, n.l. de wijze waarop in vroegere tijden de honing uit de bijennesten in de bomen werd geoogst. Dit geschiedde met levensgevaar en wij hebben respect voor onze collega's van toen, die op een dergelijke gevaarlijke wijze met een gemak alsof zij in de huiskamer zaten, de bijenboom wisten te beklimmen en de honing te bemachtigen.

Des avonds werd er een belangrijke zitting gehouden. Na enkele voordrachten werd over de inrichting van het congres gesproken, waaruit bleek, dat men algemeen van gevoelen was, dat het aantal voordrachten te groot geacht werd. Verschillende voorstellen tot verbetering werden besproken.
Ook werd bepaald waar in 1941 het volgend congres gehouden zal worden. Met algemene stemmen werd besloten, dat dit in Nederland zou zijn.
Onze voorzitter, Mr. van Rappard, dankte het congres voor deze onderscheiding. In een humoristische speech waarbij hij de draak stak met de in het buitenland nogal eens verkondigde mening, dat alle Hollanders op klompen lopen, wist hij de vergadering te boeien. De vrolijkheid steeg ten top, toen hij de aandacht er op vestigde, dat men zelfs op de schitterende tentoonstelling blijk had gegeven weinig met Nederland bekend te zijn, aangezien onze veestapel, welke toch overal in de wereld beroemd is, voorgesteld werd door een... geit.

De derde dag, dus op 9 Augustus, werden wederom verschillende voordrachten gehouden en in de namiddag per autobussen naar de proefbijenstand te Strickhof gereden, alwaar enige tijd werd vertoefd en uitleg gegeven werd en de deelnemers werden onthaald op zoete most. Daarna werd de tocht voortgezet naar het schitterend gelegen restaurant Zur Waid, waar men onder het genot van consumptie nog enige tijd gezellig bijeen bleef.


Dames in nationaal costuum beijverden zich
om het de gasten aan niets te laten ontbreken.


Verschillende afgevaardigden gaven hier uiting aan hun gevoel van bewondering en dankbaarheid voor dit congres en over de gulle wijze waarop de Zwitsers hun gasten ontvingen. Dat Dr. Morgenthaler hierbij in het brandpunt van de belangstelling stond behoeft waarlijk geen betoog en veel te vroeg sloeg hier het klokje van gehoorzaamheid. Men nam afscheid van elkaar en ieder ging zijns weegs.

De volgende dagen van de week was er gelegenheid tot bezoek aan het laboratorium van Dr. Morgenthaler te Bern-Liebefeld, waarvan een druk gebruik gemaakt werd en o.a. Dr. Maurizio uit Liebefeld voordrachten hield over kwantitatieve pollenanaliese en Dr. Winkel een door hem ontdekte nieuwe bijenziekte kon demonstreren.
~~~

Ziehier een opsomming van het werkprogram en het verloop van dit congres. Ons viel bizonder op de hartelijke gastvrijheid van de Zwitsers en de kameraadschap onder zulk een heterogeen gezelschap. Maar daar moet men imker voor zijn; de imkersvriendschap is nu eenmaal internationaal.
Van de vele voordrachten zullen wij in een van de volgende nummers van enkele een uittreksel geven, terwijl we ons voorstellen de belangrijkste in extenso weer te geven. Dit laatste echter niet eerder, dan nadat de officiële tekst van de voordrachten ons heeft bereikt.
Ons verblijf in Zwitserland geeft ons tevens aanleiding om t.z.t. iets over de Zwitserse bijenteelt te vertellen. De Zwitserse bijenteelt staat op een hoge trap van ontwikkeling, niet alleen de wetenschappelijke, doch ook de practische. Doch daarover een volgende keer.

JOUSTRA.