Varia


Uit de Alkmaarsche Post van 31 Maart knipten we het volgend artikeltje, dat wij meer om de humor, dan wel om de practischeen wetenschappelijke waarde welke er in schuilt, onze. lezers niet willen onthouden.
Nu overal het vliegtuiggeronk en erger!! niet van de lucht is, kunnen de imkers processen gaan voeren, indien onze Amerikaanse collega Hopkins tenminste geen bakzeil haalt.

STRIJD TUSSEN BIJEN EN VLIEGTUIGEN.
Amerikaans imker procedeert tegen Luchtvaartmaatschappij.

De honing-opbrengst liep achteruit ...
De moeilijkheden der Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen zijn vele. Ze ontvangen talrijke klachten van particulieren, die op een of andere wijze door het geronk der vliegtuigen in de uitoefening van hun bedrijf gestoord worden.
De Amerikaanse vliegtuigmaatschappijen krijgen iedere dag klachten binnen, waarin de Amerikaanse burgers zich over een of ander onrecht hen toegebracht, beklagen.
Ook de filmmaatschappijen hebben den vliegtuigmaatschappijen al heel wat klachten doen toekomen, vooral sinds de geluidsfilm zijn intrede gedaan heeft. De regisseurs en de filmsterren beweren, dat de opnamen door het motorgeronk bedorven worden. In het begin werden de daken van de filmmaatschappijen met groot geschreven woorden beschilderd. die een verzoek aan de piloten inhielden, toch liefst deze terreinen te vermijden. Toen de piloten echter niet lezen konden, wat er stond, vlogen ze nog wat lager, om de woorden te kunnen ontcijferen. Toen waren de klachten helemaal niet meer van de lucht.

Nachtrust verstoord.
In de buurt van het centrale vliegveld van New York woont een koopman, die van de luchtvaartmaatschappij een vergoeding van 25.000 dollar verlangt, omdat zijn nachtrust geheel verstoord wordt. Hij weigerde beslist, op kosten van de maatschappij, naar een andere stadswijk te verhuizen. Het talrijkst worden klachten geuit door de eigenaars van grote stukken grond, waarop een vliegtuig gedaald is of heeft moeten dalen, en waarbij gebouwen en weidevelden vernield werden.
Ook de moeders spreken een woordje mee. Zij wensen de vliegtuigen veranderd te zien, daar het motorgeronk de kinderen bij hun schoolwerkzaamheden te veel afleidt. Ook maatschappijen, die zich met natuurbescherming bezig houden, doen eveneens hun vermeende rechten gelden.
In al deze en nog in tal van andere gevallen kunnen de luchtvaartmaatschappijen overeenkomsten met de zogenaamd benadeelden sluiten; een gratis vliegtochtje is vaak al voldoende om den ontevredene te kalmeren. Maar één kwestie is nog steeds niet opgelost: het vraagstuk van de bijen.

Bijen werden zenuwachtig.
In het jaar 1936 ontdekte de imker Gerald Hopkins uit Louisville in de staat Kentucky, dat de honingopbrengst van zijn bijenvolk in verhouding tot het vorige jaar met 10% verminderd was. Daar juist in dat jaar de acacia's buitengewoon mooi gebloeid hadden, kon hij zich maar niet begrijpen, waaraan die achteruitgang lag, zo lang, tot dat hij zijn blik ten hemel richtte en daar de vliegtuigen zag voortsnellen. Hij meende nu de oplossing gevonden te hebben. De volgende dag ontving de maatschappij, die haar vliegtuigen in de buurt van Louisville exploiteerde, een schrijven van Hopkins met het verzoek, hem een schadevergoeding van 316.25 dollar te doen toekomen. Hij schreef er bij, dat de bijen, door het geronk der motoren, zo zenuwachtig werden, dat ze hun eigenlijke taak, n.l. het fabriceren van honing, verwaarloosden. Hiervoor was de maatschappij verantwoordelijk.

Hopkins ontving een zeer beleefde brief, waarin de maatschappij hem meedeelde, dat ze tot haar spijt niet in staat was, hem de verlangde schadevergoeding te doen toekomen, maar, wanneer hij misschien zin had in een gratis vluchtje... Maar hier was Hopkins nu in het geheel niet op gesteld. Hij had net een klein erfenisje ontvangen en verder had hij nog een paar dollars over en dus begon hij een proces. En nu zal het iedereen wel interesseren te vernemen, dat dit proces thans nog altijd aan de gang is.

Er zijn nu een paar honderd imkers tot de ontdekking gekomen. dat hun verminderde honingopbrengst alleen en uitsluitend aan de vliegtuigen te wijten is. Wanneer Hopkins dan ook zijn proces wint, zullen zij de verschillende maatschappijen eveneens aanklagen. Nu is het zo gesteld, dat de maatschappijen inderdaad betalen moeten, wanneer Hopkins er in slaagt te bewijzen, dat er inderdaad verband bestaat tussen de verminderde honingopbrengst en het lawaai der vliegtuigen. Ongelukkigerwijs kende Brehm dit probleem nog niet en ook Maeterlinck zwijgt in alle talen over dit vraagstuk. Er bleef dus niets anders over, dan een hele reeks deskundigen naar hun oordeel te vragen.

Het aantal personen, die de gevoeligheid van bijen voor vliegtuiglawaai zo grondig en wetenschappelijk bestudeerd hebben, dat zij op dit gebied als autoriteit kunnen gelden, is natuurlijk maar heel gering, zelfs in de Verenigde Staten. Tengevolge hiervan moesten beide partijen hun toevlucht nemen tot de mededelingen van dierpsychologen, die, zoals wel haast van zelf spreekt, zeer tegenstrijdige getuigenissen aflegden. De rechtbank kan dan ook geen juist oordeel vellen en plaatste ergens enige bijenkorven, waarbij een geweldig motorgeronk aangeheven werd. In sommige gevallen bleken de bijen zeer nerveus te zijn, maar ook de rechters vertoonden een zekere nervositeit, vooral wanneer de bijen om hun oren zoemden. Toch kreeg men over het algemeen wel de indruk, dat de bijen gestoord werden door het lawaai der motoren. Plotseling kreeg echter een der rechters, die vóór de luchtvaartmaatschappij streed, een geniale inval; hij sprak als volgt:
"Laten we aannemen, dat de bijen door het motorgeronk gehinderd worden. Dan zullen toch echter de vogels, die veel en veel zenuwachtiger dan de bijen zijn, er eerst recht last en nadeel van ondervinden. De vogels zijn echter de voornaamste vijanden van de bijen en ongetwijfeld zullen zij eerder dan de bijen door de vliegtuigen verjaagd worden. Daarom zouden de bijen in een streek, die niet door vogels bezocht wordt, dus, door vliegtuigen bevlogen wordt, veel ongestoorder en rustiger dan elders, waar geen vliegtuigen en wel vogels zijn, hun honing kunnen produceren". Ook dit werd door de rechtbank onderzocht. Men bakende een terrein af, liet er een vliegtuig over vliegen en constateerde, dat de vogels er van door gingen.

Het wordt steeds ingewikkelder.
Intussen is het vraagstuk nog steeds niet opgelost. Er is veeleer een nieuw probleem bijgekomen: n.l. of het voordeel, dat de bijen hebben van de vliegtuigen, die de vogels verjagen, opweegt tegen het nadeel, dat ontstaat uit de nervositeit der bijen. Daar allen het er echter over eens zijn, dat hier een probleem van principiële betekenis opgelost moet worden, wordt er met grote verbittering doorgestreden. Niet alleen de luchtvaartmaatschappijen en honderden imkers wachten op het besluit van de rechtbank, doch ook de eigenaars van karpervijvers, die van mening zijn, met dezelfde aanspraken voor de dag te kunnen komen, wanneer de imker, Gerald Hopkins, zijn strijd gewonnen zal hebben.