Onze Prijswedstrijd.


Door een aantal leden - echter minder, dan wij verwachtten - werd gereageerd op onze vraag om in hoogstens 20 woorden te beschrijven waarom men imker is.
De lezer vindt hieronder den oogst van onzen eersten wedstrijd en hij kan nu tot beoordeeling overgaan. Voor de moeite wordt onder de inzenders, die den winnaar aanduidden, een prijs van f 2.50 verloot.

Wat heeft men te doen?
Niets anders, dan op een brief kaart het nummer te zetten van den inzender die naar Uwe meening het beste antwoord op onze vraag gaf. (Ieder antwoord is genummerd.)
Op de adreszijde zet men bovenaan links den naam van de afdeeling van welke men lid is en onderaan zijn nauwkeurig adres.
De antwoorden moeten bij de redactie zijn binnengekomen vóór 11 Februari, dus uiterlijk Zaterdag 10 Februari.
Zoo spoedig mogelijk na dezen datum zal aan den schrijver van het beste antwoord volgens de meening van de beoordeelaars, de prijs van f 5.- worden gezonden, terwijl tevens die van f 2.50 zal worden uitgereikt aan den beoordeelaar, die daarvoor in aanmerking kwam.
Hoe meer leden aan de beoordeeling deelnemen, des te beter kan men van een slagen van den wedstrijd spreken. In het Maartnummer worden de beide prijswinnaars bekend gemaakt.
Lees dus nauwkeurig de ingekomen antwoorden en bepaal Uw keuze en - als ge het ons gemakkelijk wilt maken - wacht dan niet tot het laatste nippertje met het zenden van Uw briefkaart, doch post haar terstond.
DE REDACTIE.

Hier volgen de genummerde antwoorden:
1. Boeiende stof voor den onderzoekenden geest; gezonde honing voor 't lijf! Dat is het, waarom ik imker ben en blijf! C. R.
2. Aan het wondere bijenleven,
Wil ik graag wat tijd besteden. Bijenhouden schenkt als belooning Ons volk meer fruit en honing! G. V.
3. Ik houd bijen om het fijne verblijen en het rijke loon, Het schenkt honing, was en... "kennis" wonder schoon. A. S.
4. Bijenteelt als geestelijk bad, na droog ambtelijke dagtaak. J. J. B,
5. Imkeren: "Een bron van kennis en genot". A. B.
6. Mijn werk - natuurlijk - da's No. 1, maar dan... mijn bijen!!! H. H.
7. Geboren met imkersbloed in de aderen. bezield door het schoone dat bijenhouden geeft, ontvankelijk voor voordeel; daarom ben ik imker. H. B.
8. Waarom ik imker ben? Waarom ?... och toe, m'n vrind, 't Is beter dat je er vandaag Dan morgen mee begint! J. S.
9. Hoe schoon is het leven Hetwelk de bijtjes ons geven. Veel schoons leeren zij ons, Nederig werkend, onder vroolijk gegons. J. B.
10. Omgang met bijen brengt dubbelen zegen,'t Geeft een waar genot en lang leven. H. K.
11. Hij is een imker, die voor, met en van zijn bijen leeft. F. T.
12. De bijensport brengt ons kennis en natuurgenot, Als natuurvriend, geeft zij ons veel zoet en weinig zuur in den pot. J. L.
13. Om 't interessante bijenleven, Honing, die ze jaarlijks geven, En vooral ook hier te noemen 't Bestuiven van m'n vruchtboombloemen.
G. P.
14. Om mijn vrijen tijd nuttig en aangenaam te te besteden, houd ik bijen, en ondanks pijnlijke steken ben ik toch tevreden. J. H.
15. Bijenhouden is de wonderen der natuur aanschouwen. E. F.
16. Waarom ik imker ben! Omdat ik bijen heb, anders kon ik ook geen imker zijn. J. P.
17. Omdat het niet te vervangen nut voor vruchtzetting, en humane liefhebberij voor de volkswelvaart en zonder politieke strijd is. L. v. G.
18. Behalve directe voordeelen, biedt imkeren een voortdurende bron van studie en genot, mede
door cultureele beteekenis, leidende tot verhoogde volkswelvaart. H. A.
19. Daar waar uw schat is, aldaar zal uw hart zijn. Dus mijn hart in de bijenkast. M. W.
20. Om te weten, wat was was, voordat was was was. E. D.
21. 'k Bewonder de bijen, hun bouwen, hun streven, Daarom ben 'k imker! bespied graag hun leven! A. L. v.d. K.
22. Om de bijenteelt te bevorderen en de planten te vermenigvuldigen. T.R..
23. Omdat ik bloemen en bijen leerde beminnen, ga ik nu met imkeren beginnen. W . M.
24. Dank zij Gods goedheid, die mij armen dwaas, Zijn wijsheid leert kennen in het wonder der raat. J. T.
25. Gewin alleen? Wel neen! De bij en wij staan hechter; Wij wroeten in heur maatschappij,
Zij maakt ons leven "echter". O. de J.
26. U vraagt: "waarom ik Imker ben? Om 't bijtje zelve dat ik ken!" P. W.
27. Het allermooiste der natuur Leert bijenhouden op den duur. G. G.
28. Het leven der bijen is voor mij zóó wonder, zóó interessant, dat ik aan de imkerij mijn hart heb verpand. C. de H.
29. Fruitteelt zonder bijen, kan niet gedijen. Maar ook op heide en veld Vermeerderen ze des Imkers geld. P. K.
30. Ik ben en blijf Imker, Wat mij nimmer verveelt, Omdat men zonder bijen Sporadisch of geen vruchten teelt. J. S.
31. Ik ben imker, omdat ik het imkeren een allergenoeglijkste bezigheid vind. C. A.
32. Het houden van 4 bijenvolken Geeft mij uren van genot. 't Is leerzaam bovendien En... geeft honing in den pot. H. L.
33. Het bestudeeren van de bijenmaatschappij Geeft mij steeds weer genot, En... maakt mij zorgenvrij. C. M.
34. Omdat ik dacht dat aan bijen wat te verdienen was, maar dat valt tegen; maar ik heb liefde voor bijen. B. O.
35. Om Staat en Volk van dienst te wezen, Zoolang de Staat aan 't volkje suiker geven. J. v. W.
36. "Waarom Imker" vraagt U mij ? Wel, uit liefde voor de bij! J. K.
37. Ik had last van rheumatiek, Mijn vrouw zin aan honing. Ik ben weer aardig kwiek, En vreugde in mijn woning. H. V.
38. "Uit liefhebberij en tot nut".
39. Nijv're ronkers, 'k heb u lief, méér dan zestig jaren; Oog ik uwe vluchten na... 'k laat mijn zorgen varen. C. R.
40. Om den honing zoet en fijn In een bouwwerk blank en rein. W. B
41. God schonk den mensch den zin Meer kennis te vergaren; Des werd ik aangezet M' als imker te gebaren. J. S.
42. Om honing, fruit en was, t' Komt land en volk van pas. J. v. D.
43. Ik heb mijn bijen laten komen Voor de bevruchting van mijn boomen. H. E.
44. Het is niet mijn bestaan, Maar houd ze graag aan Om de kunstige werkzame bij Iederen zomer gade te slaan. C. de W.
45. Zonder bijen kan ik niet leven, Omdat zij mij honing en vruchten geven. C. v.d. H.
46. Voor de bij, het gemeenebest en mij. G. E.
47. Omdat ik bijen heb, waar ik vreugde in schep, en tevens iets geef, waar de gemeenschap wat aan heeft. A. V.
48. Ik ben Imker, geloof mij gewis, Omdat er een vereeniging voor bijenteelt is. F. B.
49. Imkeren is gewin!
't Zij vreugd, 't zij honing,
Steeds krijgt de imker zijn belooning. J. v/d B.
50. Waarom of ik imker ben? Omdat ik een interessanter vak niet ken. G. G. 51. Ik houd bijen, om imkeren te leeren. G. L.
52. Ik ben Imker voor de bijen en voor den mensch, zooals God het van iederen Imker wenscht. M. S.
53. Bijenhouden is mijn lust, Meer dan een halve eeuw mijn levenslust. Honing, was en fruit Komt er uit. S. D.
54. Imker ben ik voor gewin, Van honing, was en fruit. Het bijenhouden blijft mijn zin, Ik boer er mee vooruit! J. v. Z.
55. "Uit eendracht put de imker macht". T. H.
56. Ik ben imker in hart en nier, Ik houd mijn bijen voor nut en plezier. J. B.
57. Heb je een tuin, hou dan bijen voor vruchtzetting van boom en struik. W. S.
58. Omdat het na vermoeiden arbeid zoo verlichtend is, een oogenblik te vertoeven bij de zoo vlijtige bijen. A. Z.
59. Zoo ben ik, ruim twintig jaar geleén, Tot een imker ontsproten. W. v. d. B.
60. Omdat het bijenleven Geest en lichaam arbeid geven. B. v. d. P.
61. Ik ben imker omdat bijen onmisbaar voor mijn boomgaard zijn. C. v. d. D,
62. Omdat ik bij de bij geniet, En het grootsche werk der Ned. Ver. Voor Bijenteelt zie(t). A. v.d. B.
63. Om den honing en de was zult ge weten En de ooftbloesembestuiving niet te vergeten. J. C.
64. Het wonderwerk der bij Geeft honing en gewin. Dit zijn redenen voor mij, Dat ik graag imker bin. J. O.
65. De werklust en het zoet gewin, Mijner volken, die ik bemin, Hebben mijn hart en zin. S. IJ.
66. Omdat ik bijtjes liefheb, om hun rein voorbeeldig leven, en het reinste wat er is - ons menschen schenkt - de honing. T. M.
67. Ik ben imker, omdat de bijen mij haast dagelijks leeren, dat door samenwerking iets grootsch tot stand kan worden gebracht. J. B.
68. Voor den steeds leerzamen en noesten arbeid, welke ons steeds voor nieuwe verrassingen brengt. B. J.
69. Natuur, bloemen, bijen, zie ik als Gods werk; dit heb ik lief, daarom houd ik bijen in lange rijen. R. L.
70. Imker ben je, omdat 't moet 't Zit eenvoudig in je bloed. N. de R.
70. Bijen brengen vreugde en gewin en... leeren ons hoe te handelen bij aanranding van onze volksgemeenschap. H. G.
71. Omdat ik houd van zoetigheid En mij een zoet winstje bereid Bij een gunstige zomertijd. W. J.
72. 'k Ben imker dat 's vast - Ben "erfelijk belast". Want steeds ging in goeden toon Het bedrijf van vader op zoon. J. S.
73. Bijenhouden is een feest, Zoowel voor beurs als maag en geest. J. P.
74. "Nut en Sport". G. L.
75. Door bijen te houden een beter gewas, Dus meer voldoening, en honing in de kast. A. v. d. W.
76."„Geeft acht" en gij kunt véél van het bijenvolk leeren; dáárom ging het werk der bijen mij interesseeren. H. M.
77. Ik ben Fruitkweeker. Hoort bij het bedrijf. R. B
78. Ik houd bijen voor genot en een prikkel tot werkzaamheid, het verschaft me honingzoet en prikkel voor rheumatiek en gemoed. J. T.
79. De bijen leerden mij den zin Waarom ik imker bin. Economie en gemeenschapszin, Daar ligt voor mij het ware in. J. C.
80. De bijen zijn mij een bron van inkomen en genoegen en geven een nooit falende stroom van prettige, gezonde gedachten. J. V.
81. Omdat het houden van bijen de ziel rust, het lichaam voedsel, de geest verruiming, de wil daad en kracht geeft. (Naar Ehrenfels in een rede gehouden in 1800.) J. V.
82. Veur hunnig, was, en aorighaid, Veur 't fruut, as een noodzaok'lekhaid, Hól ik mien iem'n ! D. H.
83. Woorden spreken gaat 't bietje niet af, Vooruitzicht in 't leven toont 't alle dag: Uit bloemen, honing, wat meer ik vermag.
A. S.
84. Ik ben imker omdat de omgang met het eenige mij bekende dier, dat uitsluitend "goed" doet, mij aantrekt. G. V. S.
85. Het interessante bijenleven Heb ik mijn vrijen tijd gegeven. Een stijgend genot, een wisselende baat, Zóó zijn wij samen paraat. H. de V.
86. Omdat de bij zeker en gewis Eén van de nuttigste dieren is. E. D.
87. Wie met imkeren een aanvang maakt, begint nooit te vroeg, doch steeds te laat. A. de G.
88. Omdat ik bij waarnemingen in de natuur getroffen werd door de geweldige werkzaamheid, organisatie, overleg, voorbeeldige orde en regelmaat der bijenvolken. G. D.
89. Om al de geheimen van dit vrouwvolk te leeren kennen - Geloof het gewis, Dat dit tot heden nog niet gelukt is. G. v. D.
90. Ik ben imker niet alleen om 't nut, doch bovenal om de wondere schoonheid welke het bijenhouden steeds vernieuwend geeft. C. G.

-0-

En tot slot ontvingen we van een imker nog de volgende dichterlijke ontboezeming. Deze echter zonder mededinging naar de prijs van f 5.-.

Waerom ick bijen houd?
'k En sal het U doen weten.
Ick heb er mee op vette kley en 't schrale sand gheseten
Vacantie, geld en vrije tijd,
m'n Hart;
t was gansch de by ghewyd.
Se schonck me heylsaem wasch
en soete honingckraet.
In ruil gaf ick haer suyker weêr
waerdoor;
paprika gaet!
In groote havensteden meest; en
komt van verre landen.
De honingck an per boot
en drukken in ons land
passant;
De bie en bieëboer dood!
De boomgaert eischt weer
byen steeds.
Maar 't stockkental krimpt in.
Want bieënkweek alleen
dààrvoor;
Brengt d' imkers geen ghewin!
De honingck die ick heb in huys
deês heylsaem en soo puur
door my ghewonnen,
"Godenspijs" vindt
konsument te duur.
De bie en bieëboer sitten soet en
sitten met hun soete soet.
'k Blijf met mijn soet dus sitten en;
straks is se niet meer soet !
Wie seyd of wyst me hoe ick thans
met 't "soete" handelen moet?

Waôrumme 'k togh de bieën houw, dat
kan 'k U recht niet seggen,
'k en houd er om "ghewin"
niet meer,
misschien begrijpt Ge 't
min of meer.
Ick wedde op 't verkeerde peerd
dat he 'k inmiddels toch geleerdt.
Die ooit dit rijm te lesen soekt
en wil ghaen bije houwe
seg ick
dat hier gheschreven staat
en kun je by je houwen
Of sal de by je houwen?

RENA.