UIT DE JAAGKIEPS.


Dr. Beek, schrijver van het (in Amerika zeer bekende) boek Bee venom Therapie - het bijengift in de Geneeskunde - schrijft in het American Bee Journal van 1937/5 over den doodelijken afloop tengevolge van een bijensteek. Dit komt slechts hoogst zelden voor en hij wijt dit dan aan het feit, dat de betrokkene na een zwaren maaltijd deze steek ontvangen zal hebben. Menschen, die gewoonlijk weinig gevolgen van een steek ondervinden, kregen, wanneer zij deze na het eten ontvingen, benauwdheden en zij die veel last hadden van een steek, verkeeren in zoo'n geval in veel grooter gevaar.

-0-


In hetzelfde tijdschrift geeft een zekere Heer Haydak, verbonden aan een Universiteit in Minnesota (V.S.), een verslag over: Vervangmiddelen van stuifmeel en hoe deze te gebruiken. Voor eenige jaren hebben wij proeven van een Weenschen geleerde in ons M.S. kunnen lezen: hier volgt een kort verslag van het artikel van zijn overzeeschen collega.
Bij de waardeering van de vervangmiddelen moeten de volgende feiten vaststaan:
1. De invloed op de ontwikkeling der jonge bijen. Het is bekend, dat de jonge bijen pollen noodig hebben om normale werkbijen te worden, in staat om alle plichten binnen en buiten de kast te kunnen vervullen.
2. De invloed bij de ontwikkeling van het broed. Alleen die stoffen, die een normale ontwikkeling geven komen in aanmerking.
3. De invloed op de gezondheid der bijen. Stoffen, die een groote sterfte der bijen veroorzaken, vallen uit.
Schrijver gebruikte bij zijn proeven jonge bijen, die nog geen stuifmeel genuttigd hadden. Volkjes van 5 tot 7.000 bijen werden opgesloten gehouden en gevoed met verschillende stoffen, terwijl met genoemde eischen werd rekening gehouden.
O.a. werden de volgende stoffen gebruikt: gedroogde gist in poedervorm, versche volle melk, ondermelkpoeder, eiwit, eigeel, eieren, vleeschpoeder, meel van katoenzaad, sojabloem. Met deze stoffen gevoed trokken de volkjes broed op, dit was niet het geval met de volgende: tarwebloem, gedroogd bloed, vischmeel, ongebuilde tarwe en haver, meel van mais en erwten, soja meel, meel van pinda's en lijnzaad. Ook met mengsels van meel en katoenzaad en sojaboonen met ondermelkpoeder werd broed aangezet. Rekening houdende met de stoffen die gemakkelijk en goedkoop te bekomen zijn, had men de keus tusschen versche ondermelk, sojabloem en meel van katoenzaad. Het is beter de laatste twee middelen met een vijfde gewichtsdeel ondermelkpoeder te mengen.
De proeven werden met vrijvliegende volken voortgezet, maar de resultaten zijn nog niet definitief.
Droge vervangmiddelen kunnen buiten het volk op ondiepe schalen bij goed vliegweer opgesteld worden. Bij het voeren in de kast maakt men een papje van 2 deel invertstroop en een deel droge vervangmiddel. Aangeraden wordt een tiende deel glycerine bij de stroop te doen, dit zal het uitdrogen van het mengsel tegengaan. Het kan met een bot mes in de raten gedrukt worden. Ook kan men papieren schaaltjes nemen, die men op de raten plaatst, of borstplaat maken. Hierbij worden 2 gewichtsdeelen poedersuiker gemengd met een deel van het vervangmiddel. Schrijver meent verder, dat versche ondermelk inplaats van volle melk gebruikt kan worden. Men vult een pot voor een derde deel met suiker, dan ondermelk toevoegen en goed roeren. Deze vloeistof kan in de gewone voedingsflesschen gegeven worden, met kleine hoeveelheden beginnend en elken dag de flesschen verwisselend.

-0-


In de Beeworld van 1939/1 wordt een vermakelijke geschiedenis overgenomen uit de Bulletin de la Société Romande, welke een goede propaganda is voor den honing. Een imker plaatste eenige raten met versuikerden honing om te laten weeken in een drinkbak voor het vee. Door onvoorziene oorzaken bleven deze er te lang inhangen, met het gevolg dat onze boer ze slechts ledig weer eruit kon halen. Maar de honing was echter niet verloren gegaan, want zijn zoon deelde hem des avonds mede, nadat hij het vee in den stal gedreven had: "Ik weet niet hoe het komt, vader, maar de koeien waren alle zoo dorstig vandaag, zij hebben de heele bak leeg gedronken".

Een andere Zwitsersche imker maakte volgens de Schweizerische Bienenzeitung op de volgende origineele wijze reclame voor honing: In het voorjaar stond met sneeuwklokjes in het gras voor zijn bijenstand (die aan den weg gelegen was) de bekende spreuk te lezen: Eet honing, want hij is goed.

-0-


In het British Beejournal (1938) vinden wij de volgende biecht van een imker-boschwachter, welke een goed antwoord had kunnen zijn op de vraag: Waarom houd ik bijen?
"Er is niets dat meer rust geeft dan het houden van bijen. Als alles verkeerd gaat, als ik ziek en oververmoeid ben, als ik in een waarlijk slecht humeur ben, ga ik bij mijn bijen zitten en ga met hen praten. Wonderlijk Binnen een half uur ben ik een ander mensch en de wereld is geheel veranderd".

In de Deutsche Imkerführer 1938/1 geeft Dr. Wohlgemuth een aanwijzing om naakte volken te gebruiken om daarmede het aantal bijenvolken te vergrooten.
In den zomer wordt een sterk volk 3 ramen broed ontnomen. Hierbij zet men een jonge moer. In het najaar wordt dit volkje overgezet in een normale kast, deze wordt aangevuld met uitgebouwde ramen of vellen kunstraat. Hierop wordt het moerrooster gelegd, en daarop een krant, waarin de noodige gaatjes geprikt worden. In de ledige honingkamer wordt nu het naakte volk gestort en op de honingkamer plaatst men dan een flesch suikerwater. De bijen van het naakte volk komen op het voedsel af en kunnen dit slechts onderin opbergen, zoodat de vereeniging gemakkelijk kan plaats vinden. De moer blijft bovenin en kan gedood worden. Op deze wijze kan men de over zijnde teeltkoninginnen gebruiken en de in de regel niet gewenschte moeren uit de heidevolken vervangen.

-0-


Het Paaschfeest is wel voorbij, maar toch wil ik eenige wetenswaardigheden met betrekking tot dit feest en onze bijen laten volgen. Deze zijn genomen uit het werk van den Duitschen schrijver Bessler en dus uit zijn land afkomstig. In de oudste tijden gold de honing als een goddelijke spijs en werd een kind, om het het leven te verzekeren een droppel van deze vloeistof toegediend. In den aanvang van het Christendom goten de priesters met het Paaschfeest melk en honing in de kelk.
In Oldenburg heet het, dat, om te voorkomen dat de bijen zich het heele jaar vervliegen en dat de zwermen te hoog zullen gaan zitten, men op Witten Donderdag zijn bijen moet voeren en aan dit voedsel een weinig aarde van een in dien nacht opgeworpen molshoop moet toevoegen.
In Masuren neemt men op Goeden Vrijdag voor zonsondergang een bord met gerstemeel strooit dit over de bijenvolken uit met den volgenden zegen: Gij bijen en koninginnen, ga op je heer's akker en weide zitten, zooals de Heer het geboden heeft om was en honing te verzan len, in den naam van enz.
In Voigtland snijdt men op Goeden Vrijdag een tak uit een boom, waaraan een zwerm had gezeten. Wanneer men met deze tak zijn vee naar de markt dreef, zou dit goede koopers aanbrengen.

-0-


In de Kärtner Biene van 1938/5 neemt de Rundschauer uit de Hessische Bienenzeitung het volgende bericht over betreffende netelroos: "Als iemand na een steek roosuitslag krijgt moet hij een fleschje Racedrin op zijn bijenstand nemen. Dit middel is in de apotheek te koop en kost ongeveer 90 pfennig. Ook andere verschijnselen, die na een steek optreden zooals hartkloppingen, duizeligheid, benauwdheid enz. gaan bij het gebruik van dit middel vlug voorbij".

Jékavé.