Waarnemingsstation Soesterberg


Overzicht januari 1940.
Januari 1940 zal net zoo'n slechte herinnering voor ons imkers achterlaten als de beruchte winter in 1929. Alle records, wat koude en lange duur betreft, zijn zoowat gebroken; ja, zelfs de winter waar de ouderen van dagen zoo mee schermden, de winter van 1890, moet volgens de berichten overtroffen zijn. Wij hebben dan ook van alles te veel gehad. Vorst in overvloed, sneeuw meer dan ons lief was, gladheid om niet te vergeten en dat bij dit alles onze bijen het nog zoo betrekkelijk goed hebben uitgehouden, is een raadsel. Wel is waar zijn er, volgens de vele brieven, die ik ontving, heel wat volken gesneuveld, maar heel wat meer zijn puik den winter door gekomen. Men zou zoo zeggen, dat de bijen heel wat gestookt hebben, dat er heel wat voedsel verteerd moet zijn. En toch valt dat, volgens het weegvolk, best mee. Een totaalverbruik voor de maand Januari van 850 gram voor een flink bijenvolk met zoo'n strenge vorst, kan ik toch niet hoog noemen, dat is zoowat 27½ gram per dag. Vorig jaar met een zachte januari werd maar 3 ons minder voer verbruikt, terwijl in de beruchte Februarimaand 1929 nog maar 700 gr. verbruikt werd (zie Mei-Groentje 1929 blz. 89). Zeer zeker, ook bij mij zijn doode volken gevallen, 6 dood van de ca. 50 volken, ik zou zeggen dat gaat nogal. Eigenaardig is echter, dat al deze volken, niettegenstaande deze ook goed opgevoerd waren, geen drup voer meer hadden. Wie reimmt sich dasz? Ja, ik wist het ook niet, maar bij nader onderzoek bleek dat 2 volken hoekvolken waren, terwijl de andere in kasten van dunner hout zaten. De hoekvolken en die in te koude kasten zijn dus werkelijk het slachtoffer van de koude - waardoor een aanmerkelijk grooter voedsel, verbruik - geworden.

Het voedselverbruik bedroeg de le decade 350gr., de 2e decade 300 gr. en de laatste decade 200 gr., totaal dus 850 gram of per dag ca. 27½ gr. Sinds de inwintering is dus totaal 1.650 k.g. verbruikt (vorig jaar 1.900 k.g., dus bij een "warmere winter 250 gr. meer).
Temperatuur: Hoogste dagtemperatuur op 15 Januari met 3 ° C., laagste dagtemperatuur op 17, 19 en 22 Januari met 6 ° C. vorst; de nacht- temperaturen waren resp. 1 ° C. op eveneens 15 januari en 18 ° C. vorst op 20 Januari. 22 dagen bleef de thermometer op den dag beneden het vriespunt en 30 nachten vroor het.
Bewolking: Zon 13, bewolkt 12 en bedekt 6 dagen, totaal 31 dagen, waarvan 2 met regen, 1 met mist en 8 met sneeuw, met totaal 34½ m.m. neerslag, tegen 52½ m.m. normaal. Vochtigheid der lucht van 50 tot 98 %. Barometerstand van 753 tot 798 m.m. Vliegdagen geen enkele; sinds 60 dagen hebben de bijen niet gevlogen.

Overzicht Februari 1940.
Februari maakte het nog wat bonter dan Jan- nuari. Alle records wat strenge winters betrof, moesten wel gebroken worden. Zoo ongeveer 3 maanden zitten wij nu al dik in den winter en hoe lang zal het nog duren? Als iemand over "van de zomer" spreekt wordt hij uitgelachen en voor optimist uitgemaakt. Men gaat haast denken, dat er geen zomer meer zal komen. Maar toch, de Lente moet komen en ik houd het maar bij wat Van Giersbergen op een lezing in Bilthoven zeide: "Na een strenge winter ziet men dikwijls een vroege lente". We zullen het maar hopen.

Het voedselverbruik was deze maand hooger, de 1e decade bedroeg dat 250 gr., de 2e decade 200 gr. en de 3e decade, toen de bijen weer wat vlogen, 550 gr., totaal verbruik 1 k.g. Sinds de inwintering een totaalverbruik van 2.650 k.g.

Temperatuur: hoogste thermometerstand op den dag 23 en 28 Februari met 11 ° C., laagste stand op 2 en 12 Februari met -7 ° C. De nachttemperaturen resp. op 28 Februari met 7 ° C. en 19 ° C. vorst. Op den dag vroor het 12 maal, des nachts 20 maal.
Bewolking: Zon 3, bewolkt 19 en bedekt 7 dagen, totaal 29 dagen, waarvan 6 met regen, 2 met mist en 7 met sneeuw, met totaal 38 m.m. neerslag, tegen 46.8 m.m. normaal. Vochtigheid der lucht van 31 tot 100 %. Barometerstand van 751 tot 771 m.m. Vliegdagen 7. Precies zijn de bijen dus 81 dagen binnen gebleven.