Het verhuren van bijenvolken aan fruittelers in 1940.

Door samenwerking tusschen de Hoofdbesturenvan de Ned. Pomologische Vereen. en dievan onze vereeniging werd een plan op touw gezet om tegen een redelijk geachten huurprijs defruittelers te voorzien van het benoodigd aantalbijenvolken gedurende den bloei der ooftgewassen.
Zoowel de Pom. Ver. als de onze zonden daartoe aan hunne afdeelingen circulaires.
Het resultaat was, dat door onze imkers plm. 1800 volken werden aangeboden en een 500-tal gevraagd (Zeeland alleen reeds 300), welke getallen later met enkele honderden bijenvolken werden vermeerderd.

De ervaring was niet gunstig. De 300 volken voor Zeeland hebben we moeten doorgeven aan den bijenhoudersbond van den N.C.B., omdat een voldoend aantal niet uit onze vereeniging was te leveren, o.m. wegens den verren afstand. Geen enkele aanvrage bereikte ons uit de Betuwe. Wel een aantal voor de Zuidhollandsche eilanden, voor de omgeving van Utrecht en voor West-Friesland. Ook de IJselstreek scheen geen behoefte te hebben, althans ook van die kant geen enkele aanvrage.
Toen het op distributie aankwam bleken enkele aanvragers van de volken af te zien, terwijl sommige imkers zulke eischen hadden gesteld, dat plaatsing niet of niet tijdig mogelijk was. Het was evenmin prettig, dat sommigen na bericht, dat zij hun volken, in een bepaalde omgeving konden plaatsen, niets meer van zich lieten hooren of na telefonisch of telegrafisch contact mededeelden dat zij van de aanbieding geen gebruik zouden maken.
Sommige fruittelers vonden den huurprijs te hoog en dekten zich blijkbaar elders goedkooper of in het geheel-niet, terwijl sommige imkers den huurprijs te laag vonden.

Toch kan men niet zeggen, dat deze poging als mislukt is te beschouwen. Door omstandigheden (ook al de langdurige koude) werden de voorbereidende maatregelen wat laat in den tijd getroffen, terwijl de slechte uitwintering veel vol ken deed uitvallen welke anders stellig in aanmerking waren gekomen. Indirect heeft onze tusschenkomst gunstig gewerktt. Met één sprong is de belangstelling voor bijen bij de fruittelers gewekt, terwijl veel fruittelers; die weinig of geen vergoeding gaven, thans begrepen, dat den imker een redelijken huur prijs toekwam.

Zooals steeds kwamen veel te laat (dat is b.v. als de fruitboomen reeds in bloei staan) nog aanvragen om bijenvolken binnen, welke natuurlijk niet uit magazijn te leveren waren. 1940 heeft ons geleerd, dat onze meening, dat reeds zeer vroegtijdig, dat is in Augustus of September 1940, voor het volgend jaar huurcontracten tusschen fruittelers en imkers dienen te worden afgesloten. Contracten waaraan zoowel de fruittelers en imkers vastzitten voor het seizoen 1941. De imker kan er dan voor zorgen, dat hij een voldoend aantal goede volken gereed heeft en de fruitteler weet, dat hij op tijd kan rekenen op het gewenschte aantal bijenvolken.
Tijdig hopen wij hiertoe onze bemiddeling te verleenen en verwachten medewerking van imker en fruitteler, welke vooral noodig is omdat wij voorloopig wel op eigen productie zullen zijn aangewezen en wij elkaars zakelijk belang kunnen dienen.

Ten slotte zijn wij dank verschuldigd aan het Hoofdbestuur van de Pom. Ver., speciaal aan Dr. Sprenger en dhr. Lijsen voor hun degelijke zaakkundige en onvermoeide medewerking om te komen tot een behoorlijke regeling tot het plaatsen van bijenvolken in de boomgaarden tijdens den bloei.

JOUSTRA.