ARNHEM EN OMSTREKEN. Bijenstand-Inspectie 1940.


Devies: Imkert Doelbewust.
Ten derde male organiseerde de Afdeeling Arnhem en Omstreken haar jaarlijksche bijenstand-Inspectie. De Commissie bestaat weer uit dezelfde leden als vorige jaren en Zaterdag 4 Mei 1940 werd de eerste inspectie gehouden. Onder de deelnemers zijn drie dames-leden, hetgeen een bewijs is dat er bij de vrouwen ook belangstelling voor de bijen bestaat. De afdeeling heeft acht dames-leden en die andere vijf worden volgend Jaar ook verwacht. De uiteindelijke bedoeling der inspectie is het aankweeken van doelbewuste imkers en imkeressen, die de bijenteelt op een loonender wijze dan thans zullen beoefenen. Het is dus geen uitgesproken wedstrijd, dit willen wij nog eens duidelijk naar voren brengen.

Des voormiddags 9 uur werd door den Voorzitter den Heer van Giersbergen en den Secretaris een aanvang gemaakt. Mevrouw A.M. Leonardo van der Kolf was ditmaal verhinderd en des namiddags werd zij door den Heer A. van Someren vervangen.
Uit het verloop der inspectie bleek, dat velen zich nog niet voldoende bewust zijn dat een goede inwintering het fundament is van een goede voorjaarsontwikkeling en de Commissie wil er van deze plaats nog eens op wijzen, dat de imker, wil hij met gunstig gevolg bijen houden, zich moet richten naar de volgende punten:
1. Brengt Uw volken met een volwaardige koningin in den winter.
2. Brengt alleen sterke volken met veel jonge bijen in den winter.
3. Onderzoek en orden den ratenbouw van Uw volk voor de opvoedering in het najaar.
4. Geeft den bijen hun wintervoeder op tijd en in ruime mate en zorg er voor, dat dit op de goede plaats, dus bij het broednest, wordt opgeborgen,
5. Zorg er voor dat de bijen ongestoord (muizengevaar) en gezond kunnen overwinteren; dek ze goed af.
Sommige deelnemers bleken het vorige jaar niet aan deze voorschriften te hebben voldaan en de gevolgen waren dan ook duidelijk te zien. Er waren volken, die mede door het koude voorjaar, niet tot voldoende ontwikkeling hadden kunnen komen. Er werd opgemerkt dat de bijen groote hoeveelheden stuifmeel hadden verzameld. Sommigen hadden vrij goed gesloten broed, doch de plotselinge bloei van vele honinggevende gewassen kon niet door een leger vliegbijen worden benut; deze waren niet aanwezig.
De reinigingsvlucht gehouden op dagen dat er nog een pak sneeuw lag, had vele bijtjes het leven gekost. Geen voldoende bijen om het broed warm te houden, minder afzet van eitjes door de koningin. Vele volken waren dan ook minstens een maand achterop.

Slechts een der deelnemers kon het cijfer 5 (zeer goed) behalen; hij had zeer goede volken en er zorg aan besteed, waarbij kwam dat hij zijn stal zoodanig had geplaatst en ingericht, dat de bijen zoo weinig mogelijk last van den barren winter hadden gehad. Het was een genot die volken te bekijken en deze deelnemer zal, wanneer hij de zomerdracht weet te benutten, zeer zeker goede resultaten verkrijgen.
Bij een ander werd bij een der volken moerloosheid geconstateerd, daar hadden de bijen de oude moer reeds uit de woning gezet, de imker had haar een paar dagen tevoren voor den stal gevonden, en er waren reeds doppen aangezet. Beginnende deelnemers zullen nog heel wat moeten leeren en de Commissie zegt hun gaarne alle medewerking toe.

Zaterdag 11 Mei 1940 des namiddags half vier kwamen de deelnemers met de Commissieleden tezamen bij den bijenstand van den Heer G.S. Brinkert te Velp, die dit jaar niet aan de inspectie deelneemt, doch welwillend zijn stand beschikbaar had gesteld. Hier ging de Heer van Giersbergen de bij de inspectie opgedane ervaringen bespreken en een ieder kon daarmede zijn voordeel doen. Hij gaf daarbij de wegen aan die tot bereiking van het gestelde doel kunnen leiden en aan de hand van het door den Heer Brinkert ter beschikking gestelde materiaal, liet zien hoe het kan en hoe het moet, wil men doelbewust imkeren. Het was een leerzaam uur en aan het slot wenschte de Commissie den deelnemers een goede ontwikkeling der bijenvolken, verzorgt ze goed, kijkt er niet te veel in, en tot den volgenden keer.

Namens de Commissie,
A.J.A. BROS, Secretaris.
Römersche laan 56, Arnhem.