Het Bijenjaar is beëindigd.


Als dit nummer in het bezit der lezers komt is het bijenjaar beëindigd of zoo goed als beeindigd. De laatste hand moet nog aan de bijenvolken worden gelegd en de ervaringen van den winter 1939/1940 zullen menig imker, die het wel met zijn immen meent - en wie doet dat niet? - er toe hebben doen besluiten om eens extra zorg aan de inwintering te besteden. Dat wordt hem dit keer al bizonder gemakkelijk gemaakt door de artikelen van onze zoo bekwame medewerkers Dr. A.J. Winkel, W.A. van Elmpt en J.H. Schwieters, die elk uit dezelfde gezichtshoek, doch ieder op zijn eigen wijze, het inwinteringsvraagstuk behandelen. Ongelukken behoeven nu niet meer voor te komen, behoudens een enkele onvoorziene mogelijkheid.

Maar als de bijtjes hun winterrust ingaan, dan dient de imker niet op zijn lauweren te gaan rusten. Immers, niemand van ons kan zeggen, dat hij nu wel alles weet en moeilijkheden voor hem maar peuleschilletjes zijn. Neen, de imker gebruikt zijn wintertijd om behalve wat knutselwerk te verrichten, ook, neen, in de éérste plaats, om zijn tekort aan kennis aan te vullen. Daartoe is gedurende den winter ruimschoots gelegenheid! Lezingen, praatavondjes, demonstratieavonden, enz. enz. kunnen worden bezocht en dit komt onze kennis ten goede. Men hoort veel wat men al weet, vaak iets waarvan men nog nimmer heeft gehoord, doch steeds komt men rijker aan kennis terug. En wie meent alles te weten, die is op zulke praatavondjes juist op zijn plaats, want die kan van zijn omvangrijke kennis aan anderen wat mededeelen.

Misschien zijn er moeilijkheden met de verduistering. Laat daarom zulke "avondjes" des middags houden, b.v. op Zaterdag wanneer toch velen vrij zijn of zich vrij kunnen maken. En dan, onze rijk voorziene bibliotheek te Wageningen staat gaarne en gratis ter beschikking. Maak er gebruik van! Maar hoe ook, besteed Uw wintertijd nuttig. Leert theorie, anders blijft ge Uw leven lang een pratischen stumper, leeraarde ons Freiherr von Berlepsch. Dat is een wijs woord, dat menig onzer zich nog wel eens ter harte mocht nemen!

JOUSTRA.