Alle hens aan dek!
Binnenkort wordt het tijd om de boomgaarden te voorzien van bijenvolken; reeds enkele honderden vonden door onze bemiddeling een plaatsje. Meer dan ooit vragen nu de boomgaarden om bijenvolken en meer dan ooit mag nú geen enkele droppel nectar verloren gaan.
Tot nu toe meldden zich een nog te gering aantal imkers aan voor plaatsing van hun bijenvolken in de boomgaarden.
Eenerzijds komt dit, omdat velen het plaatsje, dat zij andere jaren vastlegden, blijven bezetten (en dat is goed), anderzijds legt men een terughoudendheid aan den dag wegens de te verwachten moeielijkheden met het vervoer, doch in de derde plaats is er ook de gebruikelijke traagheid. Het komt nl. ieder jaar voor, dat én fruitkweekers én bijenhouders op het laatste nippertje, nl. als de boomgaarden reeds in bloei of bijna in bloei staan, zich dan tot het secretariaat wenden om spoedige plaatsing van een aantal bijenvolken. Verleden jaar moesten daardoor enkele honderden volken worden afgewezen.
Hoewel het nu al vrij laat is geworden om nog een behoorlijke plaatsing te regelen, willen wij ook thans nog trachten een bemiddeling tot stand te brengen op basis van f 2.- bruto per volk, mits men ons vóór 1 Maart a.s. een opgave doet toekomen van het beschikbare aantal volken. Opgaven liefst van afdeelingen of anders in combinaties van plm. 50 of meer volken en met opgave van het aantal K.M., dat men hoogstens wil reizen, eventueel aan welke plaats men de voorkeur wil geven.
Ook dit jaar is met het Hoofdbestuur van de Pomologische Vereeniging, Hoofdafdeeling Fruitteelt, een overeenkomst getroffen. Uit deze samenwerking kan heel veel goeds voortkomen (in 1940 geschiedde dit reeds) doch dan zullen ook onze imkers dienen mede te werken.
Wij verwachten dus zoo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 Maart a.s. de aanmelding van hen, die volken hebben te plaatsen. Van na die datum ingekomen opgaven kan geen nota meer worden genomen.
Waar het iedereen wel duidelijk is, dat import van honing, was en fruit ook dit jaar wel achterwege zal blijven, dient alle hens aan dek te komen.
Maak ons het werk niet zoo moeielijk als verleden jaar en bericht ons spoedig. Aan hen, die nog geen antwoord ontvingen, deelen wij mede, dat zoo spoedig mogelijk bericht zal worden gezonden of voor hun volken een plaatsje gevonden is en wel met nadere bizonderheden.
Joh. A. Joustra