BEKENDMAKING VAN HET DEPARTEMENT VAN LANDBOUW EN VISSCHERIJ


Voedselvoorzieningsbesluit.


De Secretaris-Generaal van het Departement van Landbouw en Visscherij maakt bekend, dat in het Verordeningenblad van 13 Januari een nieuw Voedselvoorzieningsbesluit is gepubliceerd. Ter nadere toelichting van dit besluit diene het volgende.
Hoewel de Landbouw-Crisiswet 1933 tezamen met de Wet van 30 September 1938 (Staatsblad 639 C) voor de Overheid reeds verschillende bevoegdheden inhoudt tot het treffen van regelingen op het gebied der voedselvoorziening, is het gebleken, dat onder de huidige tijdsomstandigheden aan ruimere bevoegdheden op dat gebied dringend behoefte bestaat. Zoo is het op grond van de Landbouw-Crisiswet 1933 niet mogelijk, geboden te stellen of directe verplichtingen op te leggen. Dit was aanleiding, dat tal van regelingen, welke in de laatste maanden ten behoeve van de voedselvoorziening moesten worden getroffen, noodzakelijkerwijze een gewrongen en onduidelijk karakter verkregen, omdat hetzij door middel van verbodsbepalingen, hetzij door het opleggen van voorwaarden, getracht moest worden het beoogde doel te bereiken.
Voorts is als gemis gevoeld, dat de Landbouw-Crisiswet 1933 de overheid niet de mogelijkheid biedt om, indien aan een voorschrift niet wordt voldaan, er op snelle wijze voor zorg te dragen, dat de betreffende maatregel ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Gewezen moge b.v. worden op de verplichting tot inlevering van producten aan de overheid. Indien een producent of een handelaar deze verplichting niet nakomt, dan kan hij strafrechtelijk of tuchtrechtelijk worden vervolgd desnoods met inbeslagneming der goederen. Inlevering op de voorgeschreven wijze kan echter niet op grond van de Landbouw-Crisiswet 1933 worden afgedwongen, waardoor kostbare voedselvoorraden verloren kunnen gaan. Ook ten aanzien van andere voorschriften, b.v. tot bewerking of verwerking van producten volgens bepaalde richtlijnen, is de bevoegdheid van de overheid om bij niet-nakoming rechtstreeks daadwerkelijk in te kunnen grijpen, onmisbaar.
Op grond van de Landbouw-Crisiswet 1933 kunnen slechts regelen worden gesteld ten aanzien van producten van den landbouw. In verband met de eischen, welke een behoorlijk verloop der voedselvoorziening thans stelt, is dit te beperkt. Zoo dient thans ook ten aanzien van surrogaten van landbouwproducten regelend te kunnen worden opgetreden en dienen ook regelen gesteld te kunnen worden ten opzichte van het gebruik van grond- en hulpstoffen door den land- bouw, zooals kunstmeststoffen, verpakkingsmateriaal.
Tenslotte is het gewenscht geoordeeld op grond van de noodzaak dat thans ieder, die eenige functie bij de voedselvoorziening vervult, ten volle zijn plicht doet, eenige alge- meene voorschriften op te nemen, welke ten doel hebben handelingen, die niet in overeenstemming zijn met de door de overheid op het gebied der voedselvoorziening beoogde doeleinden, strafbaar te stellen. Zoo is thans in het Voed- selvoorzieningsbesluit o.a. bepaald, dat ieder, die een handeling verricht, welke van belang is voor de voedselvoorziening daarbij die zorg moet aanwenden, welke met inachtneming van de ten aanzien van de voedselvoorziening bestaande omstandigheden redelijkerwijze van hem verlangd kan worden. Voorts moet hij van alles wat zijn bedrijf betreft, op behoorlijke en duidelijke wijze aanteekening houden.
Om te bevorderen dat producten, die voor menschelijk voedsel kunnen dienen, ook zooveel mogelijk daarvoor worden aangewend, is het verbod gesteld, dat kennelijk voor menschelijke consumptie bestemde of geschikte producten in beroep of bedrijf voor andere doeleinden worden aangewend, tenzij daartoe door of vanwege den Secretaris-Generaal toestemming is verleend.
De krachtens het Voedselvoorzieningsbesluit op te leggen straffen zijn zwaarder dan die van de Landbouw-Crisiswet 1933. Zoo kan gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van ten hoogste vijftig duizend gulden worden opgelegd, waardoor tevens preventieve hechtenis mogelijk is geworden. De positie van onze voedselvoorziening eischt, dat de op dit gebied door de overheid gestelde voorschriften stipt worden nageleefd. Zoo noodig zal dan ook niet worden geschroomd, een behoorlijke naleving door toepassing van strenge straffen af te dwingen.
Het Voedselvoorzieningsbesluit heeft, evenals de Landbouw-Crisiswet 1933, het karakter van een bevoegdhedenwet. Het zal naast de Landbouw-Crisiswet 1933, welke voorloopig niet wordt ingetrokken, gelden.
Ingeschreven als Persbericht No. 26.
13 januari 1941.