Zo zijn er!


'k Ben een imker in den Hof
Vandaag d'r an en morgen d'r weer of.
(oud imkersrijmpje)


Er is niets nieuws onder de zon, want wat reeds vroeger gebeurde, vindt ook nu plaats.
Och men begint enthousiast met de bijenteelt, aangemoedigd door een nóg enthousiaster imker, door het lezen van een krantenartikel over bijen, door het bijwonen van een vergadering of door het zien van een bijenstal. Er worden een of meer volken aangeschaft, al naar gelang de beurs het toelaat veel of weinig imkersgereedschappen aangekocht, imkers bezocht en raad gevraagd, op weg geholpen, soms ook wel een vergadering bezocht, of een lezing bijgewoond, veel, zéér veel geëxperimenteerd en dan, bij de eerste tegenslagen, staat het zaakje in den tuin en er wordt niet meer naar omgezien. Soms wordt ook nog wel suiker besteld, doch lang niet altijd opgevoerd en ook vaak veel te laat. Men mist zoo'n "Imker in den Hof' spoedig, of dat is eigenlijk het juiste woord niet; men mist hem heelemaal niet, want vaak kreeg men hem niet te zien. Soms weet hij niet eens of zijn volk nog leeft en zéker niet hoe het er mee gesteld is. Hij is "d'r weer of".

Het zijn niet de wáre broeders, niet de wáre liefhebbers; het zijn de van de hak op den tak springers. Zoo hebben zij vandaag interesse voor duiven, morgen voor bijen, overmorgen voor zijderupsen en een andere dag loopen zij weer warm voor een andere "liefhebberij". Maar zij komen overal "of". Soms blijven zij bijenhouder, zijderupsenteler, duivenmelker (vergeef me deze gebruikelijke benaming), doch hun gedoetje heeft niet veel om het lijf. Zij richten zich soms hoofdzakelijk op een bijkomstige tak en wel het vereenigingsleven. Daar hoort men hun stem van het begin tot het einde, daar zijn het de raadgevers, de leveranciers van critiek, de menschen, die het weten, de onverzoenlijken.

Bijenhouder in den Hof, richt Uw belangstelling in de allereerste plaats op Uw bijen; verzorgt hen goed, tracht kennis op te doen, laat U leiden door hen, die ervaring hebben, experimenteer niet teveel of voorloopig heelemaal niet. Laat het Uw bijen niet aan zorg en belangstelling ontbreken en tracht U de kennis van het leven der bijen eigen te maken. En als gij Uw stem laat hooren, doe het dan als een leerling en niet als een die het wéét. Laat het hierboven aangehaalde imkersrijmpje niet op U van toepassing zijn. Wees een goede kracht in de door Uzelf gekozen liefhebberij.
Joh. A. Joustra