DE BIJENHOUDER EN DE FISCUS.


Uit verschillende ingekomen vragen is gebleken, dat er inderdaad
belangstelling bestaat voor vorenvermeld onderwerp. Vooral de Regeling-Kleine-Ondernemers Omzetbelasting 1940 had de noodige aandacht, Geen wonder, want juist de imkers vormen een groep ondernemers, die door hun veelal geringe omzet gehouden zijn omzetbelasting te betalen volgens de aangehaalde regeling.
Het is daarom, dat in dit nummer van het geliefkoosd Groentje nader op dit thema ingegaan wordt.
Zooals een vorig maal reeds opgemerkt werd, blijft een jaarlijksche aan belastingheffing onderworpen omzet ad f 600,-, berekend, op basis
van een tarief ad 2½%, vrij van omzetbelasting.
Komt men boven dit bedrag van f 600.- uit, dan is O.B. verschuldigd over het volle bedrag. De indeeling in de verschillende groepen t.w. a een omzet van meer dan f 600,-, doch niet meer dan f 1500.-;
b een omzet van meer dan f 1500.-, doch niet meer dan f 2400,-;
c een omzet van meer dan f 2400.-, doch niet meer dan f 3200,-;
d een omzet van meer dan f 3200.-, doch niet meer dan f 4000,-;
heeft de strekking om bij benadering de verschuldigde omzetbelasting voorloopig vast te stellen en dit bedrag na afloop van het kalenderjaar met het werkelijk verschuldigde te verrekenen.
Voor den lezer schuilt de moeilijkheid nu in het berekenen van den jaarlijkschen omzet, zooals deze hier bedoeld wordt.
Zóó moeilijk is het echter niet en na lezing van het volgende zegt gij "Dat is eenvoudig". Denk dan echter aan het ei van Columbus.
Alvorens een voorbeeld te geven, stellen wij vast, dat onder de omschrijving "aan belastingheffing onderworpen omzet" NIET valt:
a de leveringen van goederen en het verrichten van diensten, welke van omzetbelasting zijn vrijgesteld;
b de leveringen van goederen en het verrichten van diensten, welke niet hier te lande plaats vinden;
c de leveringen van goederen aan ondernemers, die de goederen op den voet van artikel 14 van het Besluit, dat is op bestelorder, betrekken.
Voorts zij er nogmaals op gewezen, dat de vaststelling van den jaarlijkschen omzet moet geschieden op basis van het tarief ad 2½%, d.w.z. dat bij levering van het fabrikaat honing aan een particulier, welke levering naar het tarief van 5% belast is, deze post verdubbeld moet worden. We gaan dus eventueel herleiden. Ook kunnen belaste grondstoffen in mindering worden gebracht; voor zoover mij bekend, komt dat sporadisch voor, aangezien b.v. ingeslagen kunstraat voor "broed" gebezigd wordt, welk artikel niet voor aflevering in aanmerking komt.
Bovendien luidt de vraag: "Gij imker, oefent gij nog een ander beroep of bedrijf uit, b.v. dat van smid, timmerman, fruitkweeker, landbouwer, veehouder enz., althans beroepen of bedrijven, waar eveneens "aan omzetbelasting onderworpen leveringen kunnen worden verricht". Zoo ja, dan wordt voor de beoordeeling, of men onder de regeling "Kleine-Ondernemers" valt, een en ander tezamen geteld. Opgemerkt zij, dat de bedragen, welke betrekking hebben op leveringen van melk, eieren, aardappelen en fruit, zoomede van versche, gezouten, gedroogde en gekoelde groenten door landbouwers, veehouders, tuinbouwers en fruitkweekers aan handelaren, voor tweevijfde gedeelte in aanmerking komen, omdat deze leveringen slechts met 1% belast zijn. Leveren zij deze goederen aan anderen af, dan komen de bedragen voor zeven-vijfde gedeelte in aanmerking, omdat deze leveringen met 3½% belast zijn. De bedragen, waarvoor een broodslijter brood aflevert, komen ook voor tweevijfde deel in aanmerking, omdat deze leveringen met 1% belast zijn.

VOORBEELD 1.
Een imker levert in een jaar: à 2½%
a) 500 Kg. honing aan winkeliers à f 1,50 per Kg. (belast met 2½%) = f 750.
b) 100 Kg. honing aan particulieren à f 2,- per Kg. = f 200,- (belast met 5%) dus f 400,
c) 20 - zelf geteelde - levende volken aan handelaren in bijenvolken à f 6,- = f 120.- (belast met 2½%) f 120.
d) 300 Kg. honing aan een koekfabrikant op bestelorderf -,-
Totaal f 1270.
Af: Verbruikte belaste grondstoffen f -,-
Blijft f 1270,-
Een aanslag moet worden opgelegd naar groep a.

VOORBEELD II.
Een imker, tevens fruitkweeker, levert in 1 jaar: à 2½%
a) 1000 Kg. honing naar 't buitenland voor een totaal bedrag ad f 1200.(Vrij) f -,-
b) 300 Kg, aan winkeliers à f 1,60 (belast met 2½%) = f 480,
c) 10 Kg. voor eigen gebruik, geschat f 20.- (belast met 5%) dus f40,
d)50 volken aan andere imkers (voor handel, belast met 2½%) à f 5,50 = f 275,
e) Fruit ter waarde van f 1000.- aan handelaars (belast met 1%) dus
2/5 X f 1000,- = f 400.-
Totaal f 1195,-
Geen verbruikte belaste grondstoffen.
Ook hier behoort een aanslag naar groep a te worden opgelegd

VOORBEELD III.
Een landbouwer-veehouder-imker levert in een jaar: à 2½%
a) Aardappelen aan een handelaar ter waarde van f 1000,- (belast met 1%) dus 2/5 deel = f 400,
b) Groenten via de veiling ter waarde van f 2000.- (de veiling wordt belast) dus f -,-
c) Melk aan een melkfabriek ter waarde van f 1200.- (vrije inslag) dus f -,-
d) Granen ter waarde van f 3000, vrijgesteld van omzetbelasting: f -,-
e) Aardappelen aan particulieren ter waarde van f 400.- (belast met
3½%) dus f 560.
f) Boter aan particulieren ter waarde van f 50.- (belast met 5%) dus f 100.
g) 900 Kg. honing aan handelaren à ƒ 1,60 (belast met 2½%) dus f 1440,
h) 100 Kg. honing aan particulieren à f 2,10 (belast met 5%) dus f 420.
Totaal f 2920. Geen verbruikte belaste grondstoffen.
Een aanslag moet worden opgelegd naar groep c.

VOORBEELD IV.
Een ambtenaar-imker levert in een jaar: à 2½%
100 Kg. honing à f 2.- aan particulieren (belast met 5%) dus f 400.
10 Kg, honing voor eigen gebruik, geschat f 20.- (belast met 5%) = f 40. Totaal f 440.
Een aanslag wordt niet opgelegd, omdat de grens van f 600.- niet wordt overschreden. Deze imker is mitsdien vrij van omzetbelasting.
De heer van E. te G. zal nu wel voldoende ingelicht zijn.

De heer van S. te A. zij nog medegedeeld, dat de "liefhebberij-imkers" over het algemeen vrij van omzetbelasting zijn, omdat zij de grens van f 600.- niet licht zullen overschrijden, tenzij, zooals reeds naar voren gebracht, uit hoofde van een ander beroep of bedrijf, nog andere leveringen of diensten moeten worden bijgeteld, Overigens levert een imker de zelf gewonnen honing als fabrikant en niet als handelaar. Volken, die hij inkocht en weer doorverkocht, worden in de functie van handelaar geleverd.

De heer v. E. te L. zal in het vorenstaande wel voldoende beantwoording van de bij hem gerezen vragen vinden. De voorgeschreven boekhouding blijft steeds noodzakelijk, dus ook, indien men vrij van omzetbelasting is; zij kan echter geschieden in eenvoudige cahiers.

De heer J. te D. doet nog eenige interessante vragen. Inderdaad is wegens het "verhuren van volken" en het verleenen van "hulp aan andere imkers", waarvoor vergoeding genoten wordt, 2½% omzetbelasting verschuldigd. Hier worden n.l. diensten bewezen, binnen het kader van de onderneming. Leveringen op bestelorder werden ook vroeger bij de abonnementenregeling buiten aanmerking gelaten voor de bepaling van de jaarlijksche aan belastingheffing onderworpen omzet. In 1940 heeft de heer J. op bestelorder geleverd voor een bedrag ad f 354.-. Belaste leveringen geschiedden toen tot een bedrag van f 43.-, dat is minder dan f 300.-. De heer J. had dus niet in de abonnementenregeling gerangschikt mogen worden. Wanneer de Inspecteur van de omzetbelasting nog eens van een en ander op de hoogte wordt gebracht, dan zal vermoedelijk blijken, dat er een misverstand in het spel is en zal wellicht ambtshalve alsnog teruggave worden verleend van het ten onrechte toegekende abonnement.
Maar waren er toen geen andere belaste leveringen uit hoofde van een ander beroep of bedrijf?
Een kwitantie kan niet als factuur dienen, omdat de kwitantie afhankelijk is gesteld van de betaling.
Is Uw aan belastingheffing onderworpen omzet geringer dan f 600,-, dan behoeft U zich voor 1941 niet bij den Inspecteur te melden.
Hiermede hoop ik deze zaak voldoende belicht te hebben, doch blijf te allen tijde bereid om van raad en voorlichting te dienen.
V.