Zoo zijn er óók!


Jan Bijenbloed had liefde voor de natuur. Alles wat leefde had zijn belangstelling en hij rustte niet vóórdat hij het naadje van de kous wist.
Tijdens een vacantietocht ontdekte hij een goed verzorgde bijenstal en Jan Bijenbloed zou Jan Bijenbloed niet zijn, als hij den eigenaar-imker niet honderd uitvroeg. En deze was - als ieder ander imker - met deze belangstelling verguld. Om kort te gaan, na de vacantie las Jan Bijenbloed bijenboek na bijenboek en toen hij - theoretisch - zooveel van het bijenleven en bijenteelt afwist, dat hij meende zonder gevaar voor de bijen op hen te kunnen worden losgelaten, prijkte spoedig in zijn tuin een keurig stalletje met een paar dito volken.
Jan Bijenbloed pakte de zaak energiek aan. Hij vond al spoedig uit, wie hem de beste raad kon verschaffen. Hij hoorde alles aan, nam alles in zich op en vergeleek dit met hetgeen hij over bijen en bijenteelt had gelezen.
Hij was een ijverig en prettig leerling, niet waanwijs en hij volgde trouw de raadgevingen van zijn leermeesters op. Als hij er toe in de gelegenheid was bezocht hij andere imkers en deed overal kennis op en al spoedig leerde hij bijenvolken èn bijenhouders kritisch bekijken. Wat hem goed leek accepteerde hij en ballast wierp hij over boord. Jan Bijenbloed was een verstandig man.
Jan Bijenbloed sloeg geen enkele bijeenkomst van imkers over en het liefst waren hem die waar over het leven en de teelt der bijen gesproken werd. Dan was hij een aandachtig hoorder en een onverzadigd vrager. En het duurde niet lang of Jan Bijenbloed begon mee te tellen in zijn omgeving want hij had een keurig verzorgde bijenstand en hij wist met kennis van zaken en op heel eenvoudige wijze van zijn bedrijfje te vertellen. Hij deed aan rationeele bijenteelt. Zijn koninginneteelt mocht gezien worden en zijn bedrijfsresultaten waren stellig niet minder, dan die van de besten uit het land. Jan Bijenbloed werd in zijn afdeeling een imker van beteekenis en van gezag. Met zóó een legt de Nederlandsche bijenteelt eer in!
Déze Jan Bijenbloed is een product van fantasie, doch er zijn in ons goede landje tal van werkelijke Jannen Bijenbloed. Zij gaan rustig en doelbewust hun weg, etaleeren en parade maken is hun vreemd, doch hun bedrijf mag gezien en beoordeeld worden.
Lezer, draagt ook gij den naam Jan Bijenbloed of zijt gij den imker uit ons vorig verhaal?
Joh. A. Joustra