Speculeeren op drachtweide.


Goed beschouwd dient degene, die met succes wil imkeren steeds te speculeeren. Speculeeren in 't najaar om met jong sterk volk den winter door te gaan, teneinde klaar te staan voor de vroeg- of voorjaarsdracht op wilgen fruit, (vnl, op kersen) op koolzaad enz.
Speculeeren in 't voorjaar om klaar te staan voor de zomerdracht op klaver, linde, acacia, blauwe korenbloem enz., door speculatieve voedering, tusschenhangen van uitgebouwde raat, omhangen enz.
Speculeeren op najaarsdracht (in hoofdzaak de heide) door de korfvolken tijdig op zwermhoogte te hebben en deze zoodanig sterk te krijgen aan haalbijen dat zij de heidedracht kunnen benutten,
Al dit speculeeren dient tijdig te gebeuren, teneinde niet achter het net te visschen.

Moeilijker is het vanzelfsprekend om te zeggen welke speculatie-methode de imker dient te verrichten. Ieder imker leere zijn eigen streek kennen d.w.z. welke drachtweide bij hem voorkomt en hiernaar diene dan ook gehandeld en gespeculeerd te worden. Het zou onzin zijn, om zijn volken te stellen op een zekere dracht, die er bij gebrek aan gewas niet voorkomt.
Een ander geval is natuurlijk wanneer de imker gaat reizen. Hij is dan niet meer plaatselijk gebonden en kan zijn volken stellen onafhankelijk van de drachtweide zijner omgeving. Doch de meeste imkers zien het reizen in den tegenwoordigen tijd nogal zwaarmoedig in en meenen als ze niet ver weg gaan met hun volken het reizen geen
doel heeft. Dit is in 't geheel niet juist. Immers, het kan best mogelijk zijn, dat eenige k.m. verder de drachtweide reeds aanmerkelijk beter is, doch ook kan een betrekkelijk korte afstand aan het doel beantwoorden, omdat deze de bijen in de gelegenheid kan stellen van daaruit een betere drachtweide te benaderen en te bevliegen, Het kan best voorkomen dat linde en andere honingplanten bij U niet honingen, terwijl ze dit op betrekkelijk nabijgelegen afstand wel doen, Bodemstructuur, grondwaterstand enz. spelen er een groote rol in. Men denke er echter wel aan, dat de afstand vanaf de bijenstand minstens 3 k.m. moet zijn, om terugkeeren naar de oude standplaats te verhinderen. Ook stelle men zijn volken veilig onder de hoede van een vertrouwde persoonlijkheid, want er zijn nu ook meer dan ooit kapers op de kust.

Zoo ziet de geachte lezer (lezeres), dat het alles speculeeren is.
De succesvolle bijenteelt is afhankelijk van drie voorwaarden, n.l. goed vliegweer, sterk haalvolk, goede drachtweide. Goed vliegweer kunnen we niet maken, daar staat de mensch machteloos tegenover.
Sterk haalvolk, daar kan en moet hij voor zorgen, desnoods bij tegenslag, vóór de reis tijdig raampjes met gesloten broed bijhangen,
Goede drachtweide, deze dient aanwezig te zijn; zoo niet, dan kunstmatig uitbreiden of opzoeken (reizen). Eigenlijk diende ieder imker, die het maar voor het zeggen had, in zoo'n drachtstreek te wonen, doch de meesten zijn meestal ambtelijk plaatselijk gebonden, Speculeer echter in dezen tijd van voedselschaarschte op alles wat daarin tegemoet kan komen en niet minder in de imkerij, want meer dan ooit is nu de kostelijke honing waardevol en begeerd.
C. de Jong