Waarnemingsstation Zeist


OVERZICHT FEBRUARI 1941.
Deze maand Februari was wel winters te noemen; de eerste en laatste decade zaten we nog aardig in de vorst. Het was geen pretje met de brandstofdistributie en kolenschaarschte. Dan waren onze immen er beter aan toe. Die hadden, voorzoover de imker tenminste goed en deskundig gevoerd had, brandstof genoeg en hun brandstof was gelukkig nog niet op de bon. In de 2e decade van deze maand hadden we op den dag nog enkele warmere dagen, zelfs tot 12 graden steeg de thermometer. De broedaanzet in de volken zal deze maand Februari nog wel niet begonnen zijn, de weegschaal verried op dat gebied tenminste nog niets. Een eigenaardig geval deed zich met de weegschaal de laatste decade voor. Inplaats van een afname viel een toename van 500 gram te noteeren. Hoe dat mogelijk is, is mij een raadsel, temeer wijl de bijen die laatste decade slechts 1 dag konden uitvliegen. Bij mijn verslag ben ik dan ook zoo vrij, deze toename te verwaarloozen en maar aan te nemen dat de schaal die decade gelijk bleef.
Het verbruik van het weegvolk: de 1e decade bedroeg 300 gram, de 2e decade 200 gram en de 3e decade nihil, totaal afname 500 gram. Sinds de inwintering bedraagt het totaalverbruik 2.250 kg
Thermometerstand: hoogste dagtemperatuur op 14, 15 en 18 Februari met 15 gr. C.; laagste dagtemperatuur op 6 Februari met -2 gr. vorst; de nachttemperaturen resp. op 9 Febr. met 7 gr. C en op 6 Febr. met 11 gr. vorst. Het kwik daalde op den dag slechts 1 maal onder het vriespunt en des nachts 15 maal.
Bewolking: Zon 4, bewolkt 12, bedekt 12, totaal 28 dagen waarvan 5 met sneeuw, 1 met hagel en 10 met regen met totaal 52 m.m. neerslag, tegen 46.8 m.m. normaal. Vochtigheid der lucht van 50 tot 98%. Barometerstand van 745 tot 785 m.m. Vliegdagen 8.

OVERZICHT MAART 1941.
Maart heeft nu weer eens niet zijn staart geroerd, d.w.z. we hadden niet afwisselend regen, hagel, sneeuw en zon door elkaar. Van de zon hebben we al bitter weinig gemerkt en toch was de zonneschijn niet gerantsoeneerd. Over het algemeen was Maart nog al guur, hoewel we wel een enkele zachte dag te genieten hadden.
Het verbruik: de 1e decade bedroeg 550 gram, de 2e decade 800 gram en de laatste decade 450 gram, totaal 1.800 kg. Sinds de inwintering totaalverbruik 4.050 kg. Aan het meerdere verbruik in de 2e decade zou men zeggen dat de moer met f het eierleggen begonnen is.
Thermometerstand: hoogste dagtemperatuur op 15 Maart met 22 gr. C., laagste dagtemperatuur op 5 Maart met 7 gr. C. De temperaturen waren 's nachts resp. op 2 Maart met 8 gr. C. en op 31 Maart met 5 gr. C. onder nul. In 8 nachten daalde de thermometer tot of onder het vriespunt.
Bewolking: Zon 10, bewolkt 12 en bedekt 9 dagen, totaal 31 dagen waarvan 1 met sneeuw en 16 met regen met totaal 87½ m.m. neerslag, tegen 51.3 m.m. normaal. Op 1 dag, n.l. op 16 Maart was de neerslag meer dan 10 m.m. n.l. 20 m.m. Deze maand Maart was dus nogal aan de vochtige kant.
Barometerstand van 750 tot 774 m.m. Vochtigheid der lucht van 35 tot 85%. Vliegdagen 25.

OVERZICHT APRIL 1941.
Maart roerde zijn staart niet, en April gaf nu weer eens geen witte hoed. Ook hadden we deze maand niet veel regen, doch verder was de maand te koel en kil. De traditioneele 8 zomersche dagen bleven uit. Voor de ontwikkeling der volken was het weer over het algemeen slecht. Wel waren er voldoende vliegdagen, doch de vlucht was zeer gering, er vlogen maar enkele bijen in en uit, Stuifmeel kwam maar heel sporadisch binnen, waaruit men al de conclusie kon trekken dat het broednest wel niet veel bijzonders zou zijn. Bij inspectie der volken bleek al zeer ras dat er weinig broed aanwezig was; kleine vlakken op enkele ramen en dan nog lang niet ter grootte van een
hand. Sommige volken hadden zelfs nog in het geheel geen broed. De bijenvolken en de natuur waren, ik zou haast zeggen een volle maand ten achter in ontwikkeling. Hopenlijk wordt de Meimaand beter, anders ziet het er treurig met de bijenstapel uit. De vruchtboomen dachten er deze maand ook nog niet aan hun bloesemkleed aan te trekken.
Het verbruik van het weegvolk bedroeg in de 1e decade 800 gram, 2e decade 400 gram en 3e decade 700 gram, totaal 1.900 kg.
Temperatuur: hoogste dagtemperatuur op 17 en 18 April met 20 gr. C, laagste dagtemperatuur op 23 en 24 April met 10 gr. C.; de nachttemperaturen resp. op 13 April met 9 gr. C. en op 9 en 10 April met 2 gr. vorst. In 5 nachten daalde de temperatuur onder het vriespunt.
Bewolking: Zon 15, bewolkt 10 en bedekt 5, totaal 30 dagen waarvan 9 met regen met totaal 34½ m.m. neerslag, tegen 48.3 normaal.
Vochtigheid der lucht van 35 tot 87%. Barometerstand 749 tot 775 m.m. Vliegdagen 29.

OVERZICHT MEI 1941.
Mei is de ontwikkelingsmaand voor het bijenvolk. Veel bloesem, stuifmeel halen, raten uitbouwen en zwermen. Dit jaar was de Meimaand wel wat anders. Koel weer met meest koude wind uit de noordelijke richting; en weinig of geen bloem waar de bijen wat aan hadden. Er zat totaal geen schot in de volken en het bleef maar bij kleine broednestjes. Over het algemeen moest er flink gevoerd worden om de volken in leven te houden. Aan het einde van de 2e decade werd het weer en de temperatuur beter. Het werd warmer, de vruchtboomen gingen bloeien en de vlucht voor de kasten werd levendiger. In één woord er was voor de bijen werk aan de winkel. Eensklaps werden de broednesten grooter, de koningin had het druk met eitjes leggen en er werd flink stuifmeel ingedragen. Zelfs tegen het einde der maand vlogen er op mijn stand al darren en o, wonder, 28 Mei zwermde bij mij reeds een Krainerkastje. Dat volk liep echter wat te vlug van stapel en de zwerm moest weer terugtrekken, omdat Hare Majesteit er niets voor voelde te evacueeren. Toch had het volk het zich vast in het hoofd gezet om nog in de maand Mei er uit te trekken, want Zaterdag 31 Mei kwam prompt de zwerm, ditmaal met de koningin, toch nog af. Bij inspectie van het volk bleek, dat er 15 doppen aangezet waren, waarvan reeds 4 gesloten waren. Ook verschillende andere volken hadden reeds verschillende doppen met melk staan.

Om op het weegvolk terug te komen. Het verbruik bedroeg in de 1e decade 450 gram, 2e decade 950 gram en de laatste decade 250 gram, totaal 1.650 kg. Bij een inspectie op 1 Juni bleek er reeds aardig wat honing en veel stuifmeel te zijn binnengedragen, dat zal wel de oorzaak zijn dat het verbruik van de laatste decade zooveel verschilt met de 2e decade.
Temperatuur: hoogste dagtemperatuur op 28 Mei met 28 gr. C, laagste dagtemperatuur op 5 Mei met 11 gr. C.; de nachttemperaturen waren resp. op 26 en 30 Mei met 11 gr. C. en op 3, 8 en 12 Mei met 2 gr. C. onder nul.
Bewolking: Zon 12, bewolkt 14 en bedekt 5 dagen, totaal 31 dagen, waarvan 10 met regen en 1 met hagel met totaal 43½ m.m. neerslag, tegen 59.1 m.m. normaal. Op 1 dag was er meer dan 10 m.m. neerslag en wel op 19 Mei met 23 m.m.
Barometerstand van 752 tot 771 m.m. Vochtigheid der lucht van 28 tot 74%. Vliegdagen 31, waarvan 10 met een goede vlucht.

Dit jaar is met de bijen niet naar Bunnik met de vruchtboomen gereisd, daar ik vermoedde, dat de volken het hier aan de lage kant van Zeist ook goed zouden doen. Hier in de buurt zijn nogal wat vruchtboomen en eenige plantenkweekerijen, gras en bouwland. Het is gebleken dat mijn vermoeden niet onjuist was. Van imkers uit Amersfoort, die hun bijen in Bunnik in de boomgaarden hebben staan, vernam ik, dat de volken daar begin Juni er niet zoo voorstaan als de volken hier.
Bij inspectie op 18 Mei, bleek het weegvolk zwak te zijn en was er weinig broed aanwezig.