Maandpraatje.



Nu het voorjaar ons een overzicht gegeven heeft over het wel en wee onzer bijen, blijkt het, dat er hier en daar nogal wat bijenvolken zijn gesneuveld. De oorzaak is hoofdzakelijk te zoeken in een wat late suikerlevering 1943 en bij vele imkers zelf.
Er wordt ook hier en daar nogal eens wat gezegd over die suikerlevering, doch de juiste reden van het zoo laat verstrekken van suiker raakt daarbij wel eens in het gedrang. Laten we dan hier probeeren, een misverstand uit den weg te ruimen.
Door het samenvoegen van alle bijenteeltorganisaties is het ledental gestegen van ruim 15000 tot plm. 27000. Het aantal Afdeelingen van ongeveer 260 tot ruim 450. Er werd nu grif rondverteld, dat onze Afd. suikerlevering de suikerdistributie niet meer aankon en dat daarom in tal van Afdeelingen de suikerlevering zoo laat geschiedde.
Een vergrooting van het aantal Afdeelingen brengt inderdaad heel wat meer werk mee, evenals de verhooging van het ledental. Maar als men daaruit de conclusie trekt, dat onze Afd. Suikerlevering de taken niet meer baas kon, is men toch wel heel slecht ingelicht. Wat de juiste reden is, zullen wij hier mededeelen.

In andere jaren hadden de organisaties reeds in Juli of uiterlijk begin Augustus de voorwaarden voor suikerlevering in huis en kon met de voorbereidende maatregelen worden begonnen. In 1943, dus toen alle organisaties tot één waren vereenigd, werd ons op 10 September eerst medegedeeld, onder welke voorwaarden suiker kon worden betrokken. De lezer weet, dat daaraan vast zat een verplichte honinglevering. Daar de voorwaarden eerst daarna aan de Afdeelingen konden worden bekend gemaakt, is het duidelijk, dat later dan anders Met de aflevering kon worden begonnen, terwijl bovendien de gelegenheid tot vervoer zoo verbazend slecht was, dat ook deze omstandigheid er toe bijdroeg om de aflevering van suiker te doen vertragen. Indien de vergunning op tijd, dus zooals voorheen in Juli of Augustus ware afgekomen, dan zou, mits ook het vervoer normaal geweest was, ieder imker op tijd zijn suiker aan de bijen hebben kunnen voederen.

Tal van imkers droegen echter ook zelf schuld aan het decimoeren van hun bijenstand. Ze wilden eerst even de kat uit den boom kijken. Krijgen we suiker, dan melden we ons als lid aan, krijgen we geen suiker, dan blijven we afzijdig. Daar de afkondiging van de suikerlevering zoo laat geschiedde, kwamen velen zich zoo laat aanmelden, dat zij zelve de dupe waren van, deze vertraging.
En dan tot slot de verplichte honinglevering. Tal van imkers wenschten hun honing zelf te houden, en aan hen mocht dus geen suiker worden geleverd. De volken moesten worden ingewinterd met het kleine beetje honing, dat den bijen nog gelaten werd eis het spreekt vanzelf, dat onder zulke omstandigheden vele bijenvOlken het voorjaar niet meer hebben kunnen halen, temeer niet, omdat de volken op heidehoning moesten overwinteren en dit hier en daar nogal eens roer ten gevolge had.

Wie onze aanwijzingen gevolgd heeft (wij hebben ze den Afdeelingssecretarissen medegedeeld) heeft nog veel kunnen redden en we weten, dat hierdoor ook tal van bijenvolken in het leven zijn gebleven, welke anders onherroepelijk waren omgekomen.
Weliswaar zijn er vele volken slechts zwak door den winter gekomen, doch nu er in het voorjaar voldoende suike is gekomen, zijn ze er best bovenop te werken. Als men zelf daarvoor geen voldoende kennis heeft, vrage men maar eens aan een meer ervaren imker om hulp.

Wat de voorjaarssuiker betreft, we hebben per volk 6 kg. suiker mogen verstrekken en de suiker is vrijwel op tijd bij alle imkers gearriveerd. Wees met die suiker nu niet te royaal, want we weten nog niet, wat deze zomer zal brengen en al staat er wel 600 ton suiker op papier voor het a.s. najaar (600 ton is ook al veel te weinig voor wintervoedering van al onze immen) we hebben de suiker
nog niet in huis, m.a.w. het kalf is nog niet zeker in de koe. Tracht dus wat te reserveren voor het komende najaar.
Er zijn al weer teekenen, welke er op wijzen, dat we er zonder verplichte honinglevering ook dit jaar niet afkomen. De tijd is nog niet rijp om daar meer over te zeggen, maar men weet nu wat er te gebeuren staat.

Laten we in ieder geval zuinig zijn met de suiker welke we in ons bezit hebben en bovendien, buit elke dracht zooveel mogelijk uit. Laat men zich ook niet laten verlokken door de hoogere prijzen van bijenvolken om zijn stand extra uit te breiden. Doe kalmpjes aan en houdt liever 5 goede volken aan, dan 10 slechte, terwijl men niet eens weet, of men dit aantal wel in leven kan houden.
Er is bovendien gebrek aan bijenwoningen, zoowel korven als kasten. De handelaren in bijenteeltartikelen kunnen hun klanten niet helpen zooals zij dit gaarne willen en men zal dus moeten trachten veel dingen zelf te maken. Men heeft eigenlijk maar zoo weinig gereedschappen noodig, maar zonder bijenwoningen en kunstraat kan. men niet. Probeer daarom Uw oude woningen nog wat op te lappen en laat ze niet ongebruikt op zolder staan indien een andere imker in Uw omgeving daaraan gebrek mocht hebben. Laten we als goede Imkers elkaar zooveel mogelijk bijstaan en elkaar voorthelpen.