Wat is er in Juni op den bijenstand te doen?


Juni is de zwermmaand bij uitnemendheid en onze korfimkers hebben, het dus druk. Hun korven, waarin de nieuwe zwermen moeten komen, zijn al in gereedheid gebracht; men heeft voorbouw gegeven en gespijld. Tevoren heeft men de korven met frisch gras schoon gewreven (van binnen!). Het spijlen dient goed te geschieden. Een goede methode is: een spijl van 1 cm. dik (liefst hout van vuilboom,) van voren naar achteren in den kop van den korf steken, zoodat er een paar cm. ruimte blijft tusschen kop en spijl. Tegen die spijl zet men een stuk taps toegesneden, eenige malen bebroed, werkbijenraat en daartegenaan weer een spijl van 1 cm. dikte; daar weer een stuk raat tegenaan en zoo vervolgens. Als er 3 of 4 stukken raat zijn aangebracht, dan een spijler dwars onder en verder zooveel spijlen als men denkt noodig te hebben. Deze spijlen moeten van rechts naar links worden aangebracht en nooit van voren naar achteren. Het z.g.n. kruisspijlen heeft dus niet den minsten zin; integendeel, men verknoeit daarmede een ruimte, welke de bijen nuttiger kunnen gebruiken. Men spijlt zoo min mogelijk achter in den korf. Laat die ruimte vrij voor honing. Als de zwermen zijn geschept, worden zij tegen den avond in de korven geslagen en men kijkt er de eerste paar dagen niet naar om. Na een dag of drie kan men den korf voorzichtig oplichten en mogelijk bespeurt men al iets van den bouw. Is die tot de eerste dwarsspijl gevorderd, dan mag men den korf voorzichtig omdraaien en zien of de bouw goed verloopt. Zoo niet, dan direct verhelpen.

Voeren doet men alleen, wanneer er geen dracht is. Men neme niet teveel zwermen. Komt men van 2 op 5, dan is dat al welletjes. Wil men sterker vermeerderen, dan kan dat alleen ten koste van den honingoogst.

Denk er aan, dat vóór eind Juni het zwermen moet zijn afgeloopen én dan feitelijk alle jonge moeren reeds bevrucht moeten zijn. De kastimker heeft het in Juni druk met het tegengaan van zwermen. Wie zijn oude Moeders in het laatst van Mei heeft doodgeknepen, heeft alleen maar S dagen daarna alle moerdoppen op één na uit te snijden. Dat men een mooien gezonden dop laat staan, is wel duidelijk. Wie twee doppen wil laten staan, uit vrees voor tegenvallers, zal later goed moeten opletten, of er al een moer kwaakt. Hoort men dat geduid, dan den anderen dop wegbreken.
Dit is de eenige radicale methode om het zwermen te verhinderen. De eenige tegenvaller kan zijn, dat een moer niet uitloopt of niet bevrucht wordt. Men zou dus van tevoren moeren kunnen kweken en laten bevruchten en, wij bevelen dit ook aan, doch met onze adviezen zijn we hiervoor voor dit jaar te laat.
Wie tot deze radicale methode niet wil overgaan, of nog niet wil overgaan, staan andere methoden ten dienste, de een nog ingewikkelder dan de ander. Verreweg de meeste methoden berusten op het meer ruimte geven en de bouwlust van de bijen aan te wakkeren. Meestal zal men zijn toevlucht echter tot ingrijpender middelen moeten nemen en gaat men separeeren, hetgeen in feite geen zwermverhindering is, doch he?nnecen van een kunstzwerm. Wie dus meent het zwermen den baas gebleven te zijn, bedriegt zichzelf. Wel is men het natuurlijk zwermen misgeloopen.
Wie zich het separeeren eenvoudiger wil maken, kan eerst een zwerm afwachten en dezen boven of onder een separator in een broedbak plaatsen. Het moedervolk komt er dan onder of er boven. Als de jonge moer uitloopt en al bevruchte eieren legt, kan men de beide volken vereenigen.

Voor de pasbeginnende imkers zijn deze handelingen wat moeilijk en misschien ware voor hen de radicale methode aan te bevelen, mits ook onder leiding van een beter vakman. Trouwens, laten we dit met elkaar afspreken, dat onze beginners niet te spoedig op eigen wieken gaan drijven. Loopt gerust nog een poosje aan den leiband van bekwame imkers, hoe verleidelijk het ook is zelf de riemen te hanteeren.

Als men kasten inricht voor zwermen, dan gebruikt men zooveel mogelijk volle, bladen kunstraat. Maar we weten, dat het met de kunstraat in ons land een zeer wonderlijke geschiedenis is, en wie dus geen of weinig kunstraat heeft, zal moeten roeien met de riemen welke hij heeft. Zoo kan men beter raat laten maken door volken met jonge, dan met oude moer. Men heeft dan wel wat later broed, doch krijgt vrijwel onberispelijke raten. Oude moeren gaan spoedig over tot het meer grovere werk, en als men wat kunstraat heeft, kan ramen het best vellen geven die schuins, doorgesneden zijn en dan met den puntkaut naar voren in het raampje bevestigen op deze wijze:



Men heeft dan grooten kans, dat de bijen het open stuk met fijn werk dichtbouwen en op kunstraat maken ze eveneens fijn werk.
Op deze wijze bespaart men 50% kunstraat en kan men dus met zijn kunstraat tweemaal zooveel doen. Laat ik er direct bijzeggen, dat deze vlieger niet opgaat in een bestaand volk vóór het zwermen; Immers, die bijen zitten als het ware te wachten op een open ruimte om daar darrenraat in te bouwen en als we halve vellen zouden geven, dan speelden we haar heerlijk in de kaart.
Gooi de zwermen boven in de kast en dek het zaakje warm toe. Voer eerst den 3den dag, indien het noodig is. In ieder geval moeten de raampjes in den kortst mogelijken tijd worden volgebouwd, wil men wat aan zijn nieuwen zwerm hebben.

Volken, welke op het koolzaad gestaan hebben, moeten noodig geslingerd worden, indien dit niet reeds is gebeurd. Anders krijgt men den honing er niet meer behoorlijk uit. Men late de bijen ook niet teveel van dezen honing houden, omdat zij met gekristalliseerde honing niet goed weg weten. Toch ontneme men den bijen niet alle voedsel. Voer bijv. wat moeilijker kristalliseerenden honing of desnoods wat suikerwater bij.
Overigens dient men er aan te denken, dat, om resultaat te kunnen boeken, zwermverzorging een eerste eisch is.